Krachtige musical over mensonterende toestanden in Noord-Koreaanse
concentratiekampen
De Pool Andrzej Fidyk maakte in 1988 de indrukwekkende documentaire
De parade over het eerbetoon van vijf
duizend atleten aan de Noord Koreaanse leider Kim Il Sung die als een god wordt
vereerd, zo moet het althans overkomen. De jonge mensen werden een half jaar
van ochtends vroeg tot ’s avonds laat gedrild om een perfecte voorstelling te
geven in een stadion in Pyongyang. Er is in 2001 door een Nederlandse
verzekeringsmaatschappij een reclamespotje over de heldenverering gemaakt. Zie hier.
De werkelijkheid in het al tientallen jaren van de wereld
afgesneden land is helemaal niet om te lachen. BBC reporter John Sweeney maakte in 2013 een bloedstollende reportage over de vluchtpogingen uit Noord Korea via
China, zie hier
mijn blog daarover. Fidyk vroeg zich vijf jaar eerder af hoe hij de onmenselijke toestand in de
concentratiekampen kon weergeven. Hij stelde zich een geregisseerd spektakel
voor net als De parade en zocht
contact met Jung Sung San, een regisseur die in 1994 uit Noord Korea vluchtte
en net als zevenduizend landgenoten in Zuid Korea woont. Zijn knappe vriendin, een
getalenteerd danseres en zangeres, werd met haar familie naar Yodok gestuurd
omdat haar vader van spionage werd beschuldigd. Ze werd verkracht en er werd
zelfs een borst bij haar afgezet. Aan de hand van dit verslag en zes andere ooggetuigenverslagen
werd een krachtige musical in elkaar gezet. De door Fidyk gefilmde repetities ontroeren,
net als de schrijnende getuigenissen die omgezet werden in scènes.
Regisseur Jung Sung San vertelt zelf over de mishandeling
van zijn ouders in Yodok, waardoor zijn moeder geestesziek werd en mogelijk al
gestorven is. De hoofdpersoon in de musical speelt zijn vroegere vriendin. Jung
kreeg dreigmails tijdens de repetities en voelde zich vaak bang als hij laat op
de avond naar huis ging. In een kerk bidt hij mee voor de bevrijding van de
noordelingen en vertelt de gemeente over de première van zijn musical. Het viel
hem op dat veel Zuid-Koreanen niet wisten van de kampen en ook niet geloofden
dat hele families worden gedeporteerd om de herinneringen uit te wissen.
Kim Young Soon ontsnapte na acht jaar uit Yodok. Zij kwam
daar omdat zij de vrouw van Kim Jong Il gekend had die haar het nodige verteld had.
Haar zoontje verdronk in het kamp en haar ouders stierven er. Zij vertelt over
martelmethoden waarbij men zes maanden wordt vastgebonden zonder zich te kunnen
bewegen, maar wil er niet verder over praten omdat zij de gevolgen van haar
openbaringen vreest.
An Myoung Chol was bewaker en vertelt over lijfstrafkamers
waarin het vlees op de benen gaat rotten en over mondproppen die de dood tot
gevolg hebben. Omdat een zwangere vrouw wordt gedood, doet zij er alles aan een
abortus op te wekken. Zijn vader was partijsecretaris en verantwoordelijk voor
de voedselvoorziening. Door falen pleegde hij zelfmoord waarna het gezin naar
het kamp werd gestuurd. Hij vluchtte, maar werd gepakt.
Lee Young Kuk groeide zonder ouders op. Zijn moeder overleed
al vroeg en zijn vader op twaalfjarige leeftijd. Hij kwam in een weeshuis en
werd lijfwacht van Kim Jong Il. Na zijn vlucht werd hij gevangen gezet en
gemarteld. Hij vertelt over sekspartners van de leider die in kelders in het
paleis wonen en zich niet laten zien. Vanwege mogelijke represailles tegen zijn
familie wil Lee niet meer meewerken.
Kim Tae Jin vertelt over de executies in aanwezigheid van andere
gevangenen om ze angst in te boezemen. Mensen die opgehangen worden, worden met
stenen bekogeld. Hij neemt de bus naar de gedemilitariseerde zone aan de grens
en kijkt naar een grenswacht die hem, net als vroeger de Vopo’s in Oost
Berlijn, in de gaten houdt met een verrekijker. Hij vindt het idee vreselijk dat
zijn geliefden verderop lijden. De eigen kleren droeg men het hele jaar door en
werden hard, zodat men zijn broek uittrok om nog te kunnen zitten.
Kim Hyok geloofde van televisiebeelden dat men in Zuid Korea
bedelde en verbaasde zich op de luchthaven van Seoul erover dat men daar lachte.
Vanwege geldgebrek werkte hij in China tot hij werd opgepakt. Hij was vel over
been en hoorde van een medegevangene dat die een vijfjarig kind opgegeten had,
net als een ander een vrouw. Naast honger was er een voortdurende
doodsdreiging. Soms vond hij medegevangenen de volgende ochtend dood. Ze werden
afgevoerd en verbrand, zodat elk spoor uitgewist werd.
Lee Min Bok is missionaris in Seoul. In zijn kerk vertelt
hij over het enorme leed dat hij in de kampen meemaakte. Vanaf een
begraafplaats bij de grens stuurt hij doorzichtige heliumballonnen met
informatie en radiootjes op zonnecellen naar het noorden. Inmiddels gaan er ook
flyers over de musical mee. Zelfs het plastic van de ballonnen is al een
geschenk voor de noordelingen, zegt hij, bijvoorbeeld om de ramen mee te
dichten.
Fidyk geeft nog als ontluisterend commentaar dat niemand een
hereniging tussen de Korea’s wil. Het Zuiden kan het niet aan om twintig
miljoen hongerden op te nemen. Als er geen nucleaire dreiging van Noord Korea
uitging, zou de wereld geen belang stellen in de wrede dictatuur. De musical was
een goede manier om de ellende over het voetlicht te brengen en hielp de gevluchte
Noord Koreanen wellicht om hun trauma’s een beetje te verwerken. Nog steeds gaan
mijn gedachten uit naar al die geknechte mensen in de kampen, waarin zo’n 200
tot 300 duizend mensen op mensonterende manier worden vastgehouden. Wanneer
komt de dag dat zij bevrijd worden?
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten