Wonderschoon werk van eigenzinnig fotograaf
Tinus Kramer volgt fotograaf Kadir van Lohuizen op zijn
reizen door de wereld. In het kader van zijn project over de Pan American
Highway, een reis van Zuid- naar Noord Amerika, fotografeert Van Lohuizen
mensen die gemigreerd zijn, een onderwerp dat zo oud is als de mensheid. Aan
het begin van de documentaire is hij aangeland op het eindpunt in Alaska. Hij
interviewt een man die op een tankwagen rijdt en op zijn achttiende tot zijn
tevredenheid naar dit gebied geëmigreerd is. Hij probeert te regelen dat hij verder
in het gebied kan komen waar olie en gas gewonnen wordt, maar krijgt geen
toegang. Die verschaft hij zich later, voor een gesprek met ene Jim voor zijn huis
op de ijsvlakte (zie foto), met een vliegtuigje, hetgeen zonder toestemming kan.
Deze mentaliteit is wellicht kenmerkend voor de
internationaal gerichte Van Lohuizen die doet wat hij in gedachten heeft, of zijn
ideeën door opdrachtgevers gepruimd worden of niet. Een project begint in
eerste instantie met een verhaaltje en breidt zich uit. Hij vertelt dat hij
eerder op het nieuws gericht werkte en daardoor veel tijd in conflictgebieden in
Afrika doorbracht. Tussendoor bespreekt hij met de Nederlandse uitgever op
skype de ontwikkeling van zijn multimediale boek over de Pan American Highway.
Foto’s zijn niet meer voldoende. Hij verbindt veelal ook video en audio aan
zijn foto’s. Het is nog steeds zijn drijfveer om zich met journalistiek bezig
te houden. Dat verdient de aandacht. Op dit project kreeg hij aanvankelijk
weinig respons. Hij toont de reportages in verschillende internationale bladen.
Thuis in Amsterdam bekijkt hij zijn foto’s. Hij zegt dat de
details belangrijk zijn en schiet tegenwoordig meer in kleur dan vroeger. Later
regelt hij een uitstapje met zijn boot die in de haven ligt.
Daarna zien we hem inpakken voor Papoea Nieuw Guinea. Voor
de New York Times fotografeert hij de ondergelopen Carteret eilanden vanwege de
zeespiegelstijging. De eerdere overstroming van Bangladesh was al schokkend en
vertelde wat een deel van de wereld te wachten staat. Het bountyeiland Kiritaki,
een van de Carteret eilanden, oogt hemels maar heeft zijn keerzijde. Van
Lohuizen filmt een winkelier tussen zijn lege schappen, wachtend op het schip
dat hem moet bevoorraden. Hij gaat ook naar een ander eiland waar een deel van de
bevolking naar toe getrokken is en houdt een video interview met een man, die
over zijn vlucht vertelt. In een gesprek met een gids vertelt hij dat hij eerder
als zeeman op een schip werkte en dat erg saai vond. Hij is niet getrouwd omdat
nogal gecompliceerd ligt vanwege zijn nomadische bestaan. Terwijl de jeugd
toekijkt laat hij een vlieger op om te kijken of er genoeg wind staat om zijn
camera de hoogte in te laten gaan. Pas op het eind van de documentaire zien we
de gelukte poging.
Kramer filmt ook een lezing van Van Lohuizen, waarin hij
vertelt dat het werk niet ongevaarlijk is, zoals tijdens een bezoek aan een
gevangenis in El Salvador, waar zelfs de bewakers niet mee durfden de cellen
in. In 1997 ging hij in Oost-Congo bijna onderuit, toen hij de aankomst van een
trein filmde die vol lijken lag met levenden daaronder. Hij hielp mee levens te
redden en liet zijn camera liggen. Het vangnet van zijn vrienden thuis
beschermde hem voor erger.
Van Lohuizen is een wat wonderlijk fotograaf, een verwilderde versie van Jeroen
Pauw, die nogal nors en afstandelijk overkomt, een eigenwijze slungel, maar met
het hart op de goede plaats. Hij stelt in ieder geval de vraag naar zijn reden van
het boek over de Pan American Highway. Het is niet alleen ego. Hij denkt dat het
een historisch document is met een toegevoegde waarde. Zijn foto’s zijn in
ieder geval prachtig.
Hier
meer over een tentoonstelling in Rotterdam betreffende de reis langs de Pan
American Highway.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten