Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 9 maart 2014

De bergen achter Sotsji, zesdelige serie van Jelle Brandt Corstius, VPRO, winter 2014





Met een busje door de moeilijk te begrijpen Kaukasus

Jelle Brandt Corstius (JBC) verbleef vijf jaar als correspondent in Rusland en was al eerder in de Kaukasus. In de periode dat de Olympische Winterspelen 2014 worden gehouden - een paradepaardje van Poetin net als de Spelen van 1936 van Hitler - kijkt JBC verder dan de skipistes. Hij reist met een oud grijs busje, Boechanka genaamd, van de Zwarte - naar de Kaspische Zee door het gebergte dat zich daar tussen bevindt. Hoewel de Kaukasus niet groter is dan Noord Frankrijk is het een conglomeraat van stammen, talen, nationaliteiten, waar JBC nooit grip op gekregen heeft.

Aflevering 1: Voorbij Sotsji

Aan de oever van de Zwarte Zee heerst een subtropisch klimaat. JBC herkent Sotsji en de pittoreske baai van vroeger niet meer, zoveel is er bijgebouwd.
Hij spreekt met homo’s over de homofobe wet die hen maakt tot wat de joden in Nazi-Duitsland waren, namelijk zondebokken. De verdachtmakingen gaan zover dat ze worden gelijkgesteld met pedofielen. Op internet circuleerden honderden filmpjes waarin homo’s worden afgetuigd zonder dat de politie ingrijpt.
De gewone Rus houdt zich er niet mee bezig. Die bezoekt liever het circus waarin beren hun kunstjes doen. JBC heeft het gevoel dat hij rondloopt in een Kamagurka cartoon.
Voorbij Krasnaja Poljana komt JBC in de autonome republiek van de Tjerkessen, paardenmensen met een sterk volksgevoel. Eerder werden zij door de Sovjets gedeporteerd, maar langzaamaan keert men weer terug, bijvoorbeeld uit het Syrië. De Russische generaal Jermolov vond dit volk maar lastig. Hij wilde het liefst een Kaukasus zonder Kaukasiërs en paste de tactiek van de verschroeide aarde toe. Het Abazijns kent de meeste letters ter wereld. Door de invoering van kolchozen raakte men de oude traditie met paarden kwijt. De Tsjerkessen hebben weinig op met de Winterspelen die op hun met bloed doordrenkte aarde worden gehouden.

Aflevering 2: De lange arm van Stalin

Zoals de titel aangeeft gaat het in deze aflevering over Stalin (1978-1953), die als zoon van een schoenlapper in Gori, Georgië geboren werd en angst en terreur zaaide met twintig miljoen slachtoffers tot gevolg. Zijn beeld werd in 2010 weggehaald van het stadsplein, maar er komt een ander bij zijn huis. Een inwoner zegt dat Russen van sterke leiders houden. Dat de vader van Stalin zijn zoon sloeg, maakte hem hard. JBC koopt in het museum een sneeuwbol met het gezicht van Stalin erin. Een rondleidster vertelt dat er inmiddels meer openheid is, maar dat de meningen over de terreur verdeeld zijn.
In Tbilisi, toen nog Tiflis geheten, zat Stalin op school. De museumbeheerder vertelt dat hij met zijn vrouw Kato begraven wilde worden, die in 1907 in Bakoe aan tyfus overleed. JBC bezoekt haar graf. Stalin werd in Bakoe gezocht door de tsaar vanwege politieke activiteiten en kreeg celstraf. Ook in de gevangenis was hij beducht. Als hij weer vrij was ging hij verder met zijn revolutionaire werk. Hij pleegde bankovervallen en perste oliebaronnen af, dat het centrum van de olie-industrie was. Als dictator was hij zo wreed dat hij zelfs een broer en zus van Kato liet executeren. Ook de rijken ontliepen hun lot niet. Zelfs zijn eigen zoon ruilde hij niet tegen een maarschalk. Die stierf uiteindelijk in Sachsenhausen.
JBC steekt de grens over naar Azerbeidzjan, maar mag niet praten met mensen op het plein in Bakoe en gaat daarom de bergen in naar een gehucht, waar men oude islamitische teksten achter de muur verborgen heeft weten te houden voor de communistische machthebbers. In deze uithoek van de wereld werden toch nog zeventien mannen weggevoerd. Een zoon van hen vertelt dat men nog steeds op hen wacht.
In het gehucht Griz was vroeger geen armoede. In de Tweede Wereldoorlog werden jongens naar het front gestuurd. Degenen die krijgsgevangen waren genomen, gingen naar de Goelag Archipel omdat ze ongetwijfeld verdorven geraakt zouden zijn. Een man vertelt dat zijn vader uitweek naar Turkije, daar hertrouwde en pas tien jaar geleden terug kwam. Inmiddels ligt hij in een weiland begraven.

Aflevering 3: De wandelende grens

JBC reist door het noorden van Georgië, thuisplaats van de Chevsoeren, die last hebben van het landje pik door de Russen. Hij logeert bij een weduwe die haar man kwijtraakte toen die tijdens een grenscontrole op een Russische landmijn stapte. Hij vraagt de weg naar het versterkte bergdorp Sjatili, waar een rivier doorheen loopt naar Tsjetsjenië.
Twee jaar na de Rozenrevolutie van 2003 in Georgië kwam het ook in Oekraine tot een revolutie, wijdt hij uit. Rusland doet inmiddels haar uiterste best om de landen weer binnen de eigen invloedssfeer te krijgen.
Een inwoner van Moetso vertelt dat hij naar zijn geboortedorp is teruggekeerd om te verhinderen dat de Russen het innemen. Een kaasmaker woont in een oud Tsjetsjeens vliegtuig dat hij heeft meegenomen uit Tbilisi. Verderop is de grens met Zuid-Ossetië, net als Abchazië een provincie waar de Russen graag hun hand op leggen. Gevluchte Georgiërs wonen in vluchtelingendorpen. De Russen hebben prikkeldraad neergelegd bij de grens. Een Georgische boer die net aan de verkeerde kant woont is daarvan de dupe.   

Aflevering 4: Het land dat niet mag bestaan

De titel slaat op Tsjetsjenië. JBC is in het Georgische deel van de Pankisi vallei, maar durft de grens niet over te steken. Hier wonen veel vluchtelingen uit Tsjetsjenië, die rituelen uitoefenen zoals Zikr, een lofzang op Allah om de gang naar de hemel van overledenen te bespoedigen. JBC noemt de Tsjetsjenen een trots volk. Ouderen vertellen over de deportaties in de Tweede Wereldoorlog door Stalin. De bevolking werd in 1944 weggevoerd naar Kazachstan en leed daar kou en honger in kolchozen, waardoor men zelfs lijken opat, zoals ook werd verteld in de documentaire 400 dagen over de slag bij Leningrad. Ondanks de vreselijke oorlog tegen de Russen die veel slachtoffers maakte en hoofdstad Grozni in puin legde geeft men het verlangen naar onafhankelijkheid niet op. De dorpsoudste zegt dat zij zelfs onder het communisme meer vrijheid kenden. Helaas hangen veel jongeren het wahabisme aan, een vorm van de zuivere islam dat weinig moet hebben van het traditionele dansen. De moskees die Saoedi-Arabië gefinancierd heeft, bespoedigen dit radicalisme. JBC logeert bij een vrouw wiens zoon naar Syrië ging om te vechten in de oorlog maar sneuvelde. Door te zingen verwerkt ze haar verdriet. Samen met JBC bezoekt ze neef Osman die na de oorlog heeft afgezonderd in een oude bus in de bergen. Ter afwisseling van alle ellende koopt JBC een schaap die hij schenkt aan de winnaar van een voetbalwedstrijd tussen werkloze vluchtelingen. Terwijl de vrouwen zingen wordt het beest geslacht.

Aflevering 5: Arm Armenië

Armenië is het armste land in de Kaukasus. Omdat de grenzen met Turkije en Azerbeidzjan gesloten zijn, is men afhankelijk van bondgenoot Rusland. Velen gaan daar naar toe om te werken, de ouderen blijven achter.
JBC is in een dorp waar een oudere Russische leraar begraven wordt. Een tekenaar maakt een kopie van een portret op de grafsteen.    
Een actie tegen het douane-accoord met Rusland is gevaarlijk, zo hebben twee actievoerders uit de hoofdstad Jerevan gemerkt. Ze werden in het donker in elkaar geslagen door een groepje mannen, hetgeen me herinnerde aan de aanslag op de journalist Oleg in Poetins kus.
De vroegere nostalgische verhouding met de grote broer bestaat volgens hen niet meer. Men vreest de onafhankelijkheid kwijt te raken.
De berg Ararat is inmiddels van Turkije. Op 24 april herdenkt men jaarlijks de slachtoffers van de genocide. JBC spreekt een Canadees die vertelt dat zijn familie eerst naar Egypte vluchtte en daarna naar Noord-Amerika ging. Hij zou graag een open discussie met de Turken voeren over het verleden.
JBC bezoekt een zoutmijn die door de dichte grenzen weinig afzetmogelijkheden heeft. De lucht is zo heilzaam,dat er vroeger een sanatorium in gevestigd was. Hij eet er een bordje zuurstof met bessensmaak.
Tenslotte bezoekt hij Nagorno Karabach. In de jaren negentig vochten Armenië en Azerbeidzjan om deze enclave. Armenië won, maar nog steeds zijn er scherpschutters actief. JBC bezoekt het graf van een gedode soldaat. Een violist op het kerkhof speelt deze weemoedige uitzending ten einde.

Aflevering 6: Het land van vuur

De titel van deze laatste aflevering slaat op de naam Azerbeidzjan waar het gas spontaan uit de grond komt. JBC zit ernaar te kijken en zegt dat men vroeger het vuur aanbad en nu het gas en de olie verkoopt. Dat maakt Azerbeidzjan tot het rijkste land in de Kaukasus.
Sabir is kunstschilder die met olie op canvas portretten maakt, ook van JBC. Als je het verder van je vandaan houdt is het mooier, zegt hij. JBC lijkt een ironische opmerking in te slikken.
De Azeri’s worden geleid door de familie Aliyev, die vanwege de voorspoed weinig in de weg gelegd wordt. Er loopt een oliepijpleiding naar Turkije, waardoor men onafhankelijk is van de Russen. Een man die veel over het verleden weet, zegt dat er na honderd jaar een tweede olieboom is, al werd tijdens de Tweede Wereldoorlog ook veel olie geproduceerd. Hitler wilde graag naar de hoofdstad Bakoe, maar dat lukte hem niet.
In de Sovjettijd is er veel vervuild, zegt een milieuactivist die in het busje met JBC praat omdat het elders te gevaarlijk is om zijn mening te geven, al is hij toch al monddood te midden van de oliebelangen. BP fakkelt af op zee, waardoor trekvogels aangetrokken door de hitte het loodje leggen.
De rijkdom is af te lezen aan de paleizen in de stad. Net als in Dubai is er in de Kaspische Zee een kunstmatig eiland gecreëerd met daarop hotels, woningen en winkels. De investeerder wil er de hoogste toren ter wereld bouwen. Het is jammer dat JBC hem niet vraagt of hij wel eens van de toren van Babel heeft gehoord.   
Er is ook nog plaats voor een ode aan de Boechanka, die gerepareerd wordt. Het busje wordt een Sovjet-hummer genoemd, zegt de monteur die druk sleutelt.
JBC onderhoudt zich met een groepje jagers dat met een auto door een jachtgebied rijdt en spreekt met hen over een hervatting van de oorlog over de enclave Nagorno Karabach. De Azeri’s hebben de laatste jaren veel geld in het leger gestoken. Schieten op mensen is anders dan op patrijzen, maar het went wel.
De aflevering eindigt met een hilarische scène waarin JBC in een oud sanatorium in een oliebad zit, hetgeen goed voor de huid zou zijn. Een Georgische vrouw is hem voorgegaan en raadt hem het aan. Een warm bad is als een tweede moeder, zegt JBC en laat, met een olijke blik in de camera, de oudere assistente na het bad geduldig de warme chocolade van zijn lijf afstropen.

Veel woorden maakt JBC aan zijn project niet meer aan kwijt. Boeiend was het zeker weer, deze mengeling van politieke en persoonlijke verhalen. 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten