Met een busje door de moeilijk te begrijpen Kaukasus
Jelle Brandt Corstius (JBC) verbleef vijf jaar als
correspondent in Rusland en was al eerder in de Kaukasus. In de periode dat de
Olympische Winterspelen 2014 worden gehouden - een paradepaardje van Poetin net
als de Spelen van 1936 van Hitler - kijkt JBC verder dan de skipistes. Hij
reist met een oud grijs busje, Boechanka genaamd, van de Zwarte - naar de
Kaspische Zee door het gebergte dat zich daar tussen bevindt. Hoewel de
Kaukasus niet groter is dan Noord Frankrijk is het een conglomeraat van
stammen, talen, nationaliteiten, waar JBC nooit grip op gekregen heeft.
Aflevering 1: Voorbij
Sotsji
Aan de oever van de Zwarte Zee heerst een subtropisch
klimaat. JBC herkent Sotsji en de pittoreske baai van vroeger niet meer, zoveel
is er bijgebouwd.
Hij spreekt met homo’s over de homofobe wet die hen maakt
tot wat de joden in Nazi-Duitsland waren, namelijk zondebokken. De
verdachtmakingen gaan zover dat ze worden gelijkgesteld met pedofielen. Op
internet circuleerden honderden filmpjes waarin homo’s worden afgetuigd zonder
dat de politie ingrijpt.
De gewone Rus houdt zich er niet mee bezig. Die bezoekt liever
het circus waarin beren hun kunstjes doen. JBC heeft het gevoel dat hij rondloopt in een Kamagurka
cartoon.
Voorbij Krasnaja Poljana komt JBC in de autonome republiek
van de Tjerkessen, paardenmensen met een sterk volksgevoel. Eerder werden zij
door de Sovjets gedeporteerd, maar langzaamaan keert men weer terug,
bijvoorbeeld uit het Syrië. De Russische generaal Jermolov vond dit volk maar
lastig. Hij wilde het liefst een Kaukasus zonder Kaukasiërs en paste de tactiek
van de verschroeide aarde toe. Het Abazijns kent de meeste letters ter wereld. Door
de invoering van kolchozen raakte men de oude traditie met paarden kwijt. De
Tsjerkessen hebben weinig op met de Winterspelen die op hun met bloed
doordrenkte aarde worden gehouden.
Aflevering 2: De
lange arm van Stalin
Zoals de titel aangeeft gaat het in deze aflevering over
Stalin (1978-1953), die als zoon van een schoenlapper in Gori, Georgië geboren
werd en angst en terreur zaaide met twintig miljoen slachtoffers tot gevolg.
Zijn beeld werd in 2010 weggehaald van het stadsplein, maar er komt een ander
bij zijn huis. Een inwoner zegt dat Russen van sterke leiders houden. Dat de
vader van Stalin zijn zoon sloeg, maakte hem hard. JBC koopt in het museum een
sneeuwbol met het gezicht van Stalin erin. Een rondleidster vertelt dat er
inmiddels meer openheid is, maar dat de meningen over de terreur verdeeld zijn.
In Tbilisi, toen nog Tiflis geheten, zat Stalin op school.
De museumbeheerder vertelt dat hij met zijn vrouw Kato begraven wilde worden,
die in 1907 in Bakoe aan tyfus overleed. JBC bezoekt haar graf. Stalin werd in
Bakoe gezocht door de tsaar vanwege politieke activiteiten en kreeg celstraf.
Ook in de gevangenis was hij beducht. Als hij weer vrij was ging hij verder met
zijn revolutionaire werk. Hij pleegde bankovervallen en perste oliebaronnen af,
dat het centrum van de olie-industrie was. Als dictator was hij zo wreed dat
hij zelfs een broer en zus van Kato liet executeren. Ook de rijken ontliepen
hun lot niet. Zelfs zijn eigen zoon ruilde hij niet tegen een maarschalk. Die stierf
uiteindelijk in Sachsenhausen.
JBC steekt de grens over naar Azerbeidzjan, maar mag niet
praten met mensen op het plein in Bakoe en gaat daarom de bergen in naar een
gehucht, waar men oude islamitische teksten achter de muur verborgen heeft
weten te houden voor de communistische machthebbers. In deze uithoek van de
wereld werden toch nog zeventien mannen weggevoerd. Een zoon van hen vertelt
dat men nog steeds op hen wacht.
In het gehucht Griz was vroeger geen armoede. In de Tweede
Wereldoorlog werden jongens naar het front gestuurd. Degenen die krijgsgevangen
waren genomen, gingen naar de Goelag Archipel omdat ze ongetwijfeld verdorven
geraakt zouden zijn. Een man vertelt dat zijn vader uitweek naar Turkije, daar
hertrouwde en pas tien jaar geleden terug kwam. Inmiddels ligt hij in een
weiland begraven.
Aflevering 3: De
wandelende grens
JBC reist door het noorden van Georgië, thuisplaats van de
Chevsoeren, die last hebben van het landje pik door de Russen. Hij logeert bij
een weduwe die haar man kwijtraakte toen die tijdens een grenscontrole op een
Russische landmijn stapte. Hij vraagt de weg naar het versterkte bergdorp
Sjatili, waar een rivier doorheen loopt naar Tsjetsjenië.
Twee jaar na de Rozenrevolutie van 2003 in Georgië kwam het
ook in Oekraine tot een revolutie, wijdt hij uit. Rusland doet inmiddels haar
uiterste best om de landen weer binnen de eigen invloedssfeer te krijgen.
Een inwoner van Moetso vertelt dat hij naar zijn
geboortedorp is teruggekeerd om te verhinderen dat de Russen het innemen. Een kaasmaker
woont in een oud Tsjetsjeens vliegtuig dat hij heeft meegenomen uit Tbilisi.
Verderop is de grens met Zuid-Ossetië, net als Abchazië een provincie waar de
Russen graag hun hand op leggen. Gevluchte Georgiërs wonen in
vluchtelingendorpen. De Russen hebben prikkeldraad neergelegd bij de grens. Een
Georgische boer die net aan de verkeerde kant woont is daarvan de dupe.
Aflevering 4: Het
land dat niet mag bestaan
De titel slaat op Tsjetsjenië. JBC is in het Georgische deel
van de Pankisi vallei, maar durft de grens niet over te steken. Hier wonen veel
vluchtelingen uit Tsjetsjenië, die rituelen uitoefenen zoals Zikr, een lofzang
op Allah om de gang naar de hemel van overledenen te bespoedigen. JBC noemt de
Tsjetsjenen een trots volk. Ouderen vertellen over de deportaties in de Tweede
Wereldoorlog door Stalin. De bevolking werd in 1944 weggevoerd naar Kazachstan
en leed daar kou en honger in kolchozen, waardoor men zelfs lijken opat, zoals ook
werd verteld in de documentaire 400 dagen
over de slag bij Leningrad. Ondanks de vreselijke oorlog tegen de Russen die
veel slachtoffers maakte en hoofdstad Grozni in puin legde geeft men het
verlangen naar onafhankelijkheid niet op. De dorpsoudste zegt dat zij zelfs
onder het communisme meer vrijheid kenden. Helaas hangen veel jongeren het
wahabisme aan, een vorm van de zuivere islam dat weinig moet hebben van het
traditionele dansen. De moskees die Saoedi-Arabië gefinancierd heeft,
bespoedigen dit radicalisme. JBC logeert bij een vrouw wiens zoon naar Syrië
ging om te vechten in de oorlog maar sneuvelde. Door te zingen verwerkt ze haar
verdriet. Samen met JBC bezoekt ze neef Osman die na de oorlog heeft
afgezonderd in een oude bus in de bergen. Ter afwisseling van alle ellende
koopt JBC een schaap die hij schenkt aan de winnaar van een voetbalwedstrijd
tussen werkloze vluchtelingen. Terwijl de vrouwen zingen wordt het beest
geslacht.
Aflevering 5: Arm Armenië
Armenië is het armste land in de Kaukasus. Omdat de grenzen
met Turkije en Azerbeidzjan gesloten zijn, is men afhankelijk van bondgenoot
Rusland. Velen gaan daar naar toe om te werken, de ouderen blijven achter.
JBC is in een dorp waar een oudere Russische leraar begraven
wordt. Een tekenaar maakt een kopie van een portret op de grafsteen.
Een actie tegen het douane-accoord met Rusland is
gevaarlijk, zo hebben twee actievoerders uit de hoofdstad Jerevan gemerkt. Ze
werden in het donker in elkaar geslagen door een groepje mannen, hetgeen me
herinnerde aan de aanslag op de journalist Oleg in Poetins kus.
De vroegere nostalgische verhouding met de grote broer
bestaat volgens hen niet meer. Men vreest de onafhankelijkheid kwijt te raken.
De berg Ararat is inmiddels van Turkije. Op 24 april
herdenkt men jaarlijks de slachtoffers van de genocide. JBC spreekt een
Canadees die vertelt dat zijn familie eerst naar Egypte vluchtte en daarna naar
Noord-Amerika ging. Hij zou graag een open discussie met de Turken voeren over
het verleden.
JBC bezoekt een zoutmijn die door de dichte grenzen weinig
afzetmogelijkheden heeft. De lucht is zo heilzaam,dat er vroeger een sanatorium
in gevestigd was. Hij eet er een bordje zuurstof met bessensmaak.
Tenslotte bezoekt hij Nagorno Karabach. In de jaren negentig
vochten Armenië en Azerbeidzjan om deze enclave. Armenië won, maar nog steeds
zijn er scherpschutters actief. JBC bezoekt het graf van een gedode soldaat.
Een violist op het kerkhof speelt deze weemoedige uitzending ten einde.
Aflevering 6: Het
land van vuur
De titel van deze laatste aflevering slaat op de naam Azerbeidzjan
waar het gas spontaan uit de grond komt. JBC zit ernaar te kijken en zegt dat
men vroeger het vuur aanbad en nu het gas en de olie verkoopt. Dat maakt Azerbeidzjan
tot het rijkste land in de Kaukasus.
Sabir is kunstschilder die met olie op canvas portretten
maakt, ook van JBC. Als je het verder van je vandaan houdt is het mooier, zegt
hij. JBC lijkt een ironische opmerking in te slikken.
De Azeri’s worden geleid door de familie Aliyev, die vanwege
de voorspoed weinig in de weg gelegd wordt. Er loopt een oliepijpleiding naar
Turkije, waardoor men onafhankelijk is van de Russen. Een man die veel over het
verleden weet, zegt dat er na honderd jaar een tweede olieboom is, al werd tijdens de Tweede Wereldoorlog ook veel olie geproduceerd.
Hitler wilde graag naar de hoofdstad Bakoe, maar dat lukte hem niet.
In de Sovjettijd is er veel vervuild, zegt een
milieuactivist die in het busje met JBC praat omdat het elders te gevaarlijk is
om zijn mening te geven, al is hij toch al monddood te midden van de oliebelangen.
BP fakkelt af op zee, waardoor trekvogels aangetrokken door de hitte het loodje
leggen.
De rijkdom is af te lezen aan de paleizen in de stad. Net
als in Dubai is er in de Kaspische Zee een kunstmatig eiland gecreëerd met
daarop hotels, woningen en winkels. De investeerder wil er de hoogste toren ter
wereld bouwen. Het is jammer dat JBC hem niet vraagt of hij wel eens van de
toren van Babel heeft gehoord.
Er is ook nog plaats voor een ode aan de Boechanka, die
gerepareerd wordt. Het busje wordt een Sovjet-hummer genoemd, zegt de monteur
die druk sleutelt.
JBC onderhoudt zich met een groepje jagers dat met een auto
door een jachtgebied rijdt en spreekt met hen over een hervatting van de oorlog
over de enclave Nagorno Karabach. De Azeri’s hebben de laatste jaren veel geld
in het leger gestoken. Schieten op mensen is anders dan op patrijzen, maar het went
wel.
De aflevering eindigt met een hilarische scène waarin JBC in
een oud sanatorium in een oliebad zit, hetgeen goed voor de huid zou zijn. Een
Georgische vrouw is hem voorgegaan en raadt hem het aan. Een warm bad is als
een tweede moeder, zegt JBC en laat, met een olijke blik in de camera, de
oudere assistente na het bad geduldig de warme chocolade van zijn lijf afstropen.
Veel woorden maakt JBC aan zijn project niet meer aan kwijt.
Boeiend was het zeker weer, deze mengeling van politieke en persoonlijke
verhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten