De mens als een stom soort dier
Vanwege het overlijden van een van Nederlands
grootste dwarsdenkers, herhaalde de VPRO een uitzending van het programma Boeken uit 2009 waarin de enkele onderscheidende
kenmerken van deze polemist naar voren kwamen.
Mensenarm
dierenrijk
verscheen in de Boekenweek 2009 dat het thema dieren had. Het idee voor het
boek ontstond tijdens een lezing voor musici in Eindhoven waarin Brandt
Corstius zijn visie over dieren verkondigde. In de trein terug naar huis
bedacht hij dat hij had willen spreken over de eindigheid van de menselijke
soort.
Wim Brands noemt een drietal personen
die in het boek optreden, te beginnen met Darwin. Op dat moment was er veel te
doen over het creationisme, hetgeen Brandt Corstius een lachertje vindt. Darwin
zegt namelijk niets over het ontstaan van de wereld, alleen over de voortgang
van de soort. In plaats van een man met ideeën, ziet Brandt Corstius hem als een
ouderwetse onderzoeker.
Het tweede personage in het boek is de
Amerikaanse bioloog Edward Osborne Wilson, die onderzoek deed naar het leven
van mieren. Volgens Brandt Corstius begrijp men, naarmate men zich daarin meer
verdiept, steeds minder van de menselijke samenleving. Onze organisatie is heel
wat gebrekkiger dan die van de mieren. Een kredietcrisis is bij de mieren ondenkbaar.
Mensen doen maar waar zij zin in hebben. Brandt Corstius zegt dat het hem er
niet om te doen is om boeken te verkopen maar ideeën te ontwikkelen.
Everhard Slijper tenslotte was een walvisdeskundige,
ervan overtuigd dat de mens zal uitsterven. Als gecommitteerde op de middelbare
school gaf hij Brandt Corstius een tien voor biologie, zonder dat die ooit zijn
boek had opengeslagen, een feit dat door Joop van Tijn geverifieerd werd. Brandt
Corstius zegt dat ze samen een leuk gesprek hadden, waar zijn eigen leraar stil
bij zat. Over het onderwerp huid merkte hij tot genoegen van Slijper op dat hij
een dunne huid bij meisjes mooier vond dan een dikke. Volgens Slijper zijn wij
mensen een stom soort dieren en te groot om te overleven. Parool-columnist Jan
Vrijman was net als vele anderen boos over deze visie. Brandt Corstius vindt
onzinnige theorieën interessanter dan gangbare. Het liefst zou hij nog eens
bewijzen dat 2 + 2 = 5 hetgeen hem ook wel te doen lijkt.
Brands begint over een recent artikel van
Brandt Corstius in de NRC over de criminoloog Buikhuizen, die misdaad meende te
kunnen voorspellen op grond van biologische factoren. Brandt Corstius maakte de
bioloog daarin opnieuw belachelijk, hoewel sommigen daarin een afzwakking van
zijn kritiek lazen. Als Brands zegt dat het gesprek wellicht erg van de hak op
de tak gaat, vindt Brandt Corstius dat prima. Hij maakt zelfs een opmerking waarin
mensen met hun hakken op takken zitten of zoiets.
De mensheid heeft straks in ieder geval zijn
lijfelijke gedaante niet meer nodig. Alles is energie en bestaat uit trillingen.
De virtuele mens beschikt met zijn kunstmatige hersenen over alle kennis die door
de soort opgedaan is. Ideeën worden belangrijker dan echt zien. Een opmerking
van Brands over de functie van seksualiteit brengt hem op het idee dat de droom
belangrijker is dan werkelijkheid. Men heeft vaak al eerder seks met een
geliefde dan dat zich dat in werkelijkheid voltrekt. Dromen werpen een blik in
de toekomst.
Tot slot gaat het weer over de mieren.
Een stervende mier maakt, anders dan de mens, via een geur bekend dat hij uit
de weg geruimd kan worden. Waarbij Brandt Corstius opmerkt dat ook dit signaal
hem niet nuttig voorkomt, want zo’n dode mier zien ze toch ook wel liggen.
Dwarsdenkers zijn daarentegen zeer
nuttig om de samenleving verder te helpen. Hugo Brandt Corstius vormde een
inspirerende kracht. Dat hij moge rusten in vrede.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten