Fim de linha is een warrig geheel bestaande uit een
zevental fragmenten uit het stadsleven in San Paolo die steeds dichter bij
elkaar samenkomen. Het lot speelt daarin een belangrijke rol, vooral in
letterlijke zin.
In deze eerste lange film van Gustavo Steinberg komt
de gedeputeerde Ernesto Alves uit een loterijwinkel, bestudeert zijn lot en werpt het als een
propje op de grond. Een doofstomme bedelares raakt het op, maar kan er weinig
mee. Ze verfrommelt het waarna het wordt opgeraapt en meegenomen door
journalist Artur, die geen werk heeft en zijn eigen reportages maakt,
bijvoorbeeld over een indianenstam uit de Xingu die staakt omdat ze geen geld
krijgen voor hun regendans. Het stamhoofd maakt hem duidelijk dat de stam
betalen minder kost dan de rekening die straks door hun staking vanwege de
droogte betaald moet worden. Zijn vrouw Renata wil dat hij geld in het laatje
brengt. Als ze met hun zoon Daniel de deur uitgaat, werpt Artur het lot het
raam uit. Het wordt op de stoep opgepakt door Daniel. Zijn moeder neemt het van
hem over en geeft het aan een handelaar in oud papier.
De gedeputeerde Ernesto Alves geeft alle oude van dagen in een bejaardentehuis een eigen televisie en zegt dat het leven geen lot in de loterij hoeft te zijn. Zelf barst hij van het geld. Het bulkt bijna uit zijn kast. Hij vraagt zijn medewerker Carlos dit probleem voor hem op te lossen. Die propt het geld in een vuilniszak, maar het valt nog niet zo mee die kwijt te raken.
De gedeputeerde Ernesto Alves geeft alle oude van dagen in een bejaardentehuis een eigen televisie en zegt dat het leven geen lot in de loterij hoeft te zijn. Zelf barst hij van het geld. Het bulkt bijna uit zijn kast. Hij vraagt zijn medewerker Carlos dit probleem voor hem op te lossen. Die propt het geld in een vuilniszak, maar het valt nog niet zo mee die kwijt te raken.
Daniel ontdekt op de computer dat de gedeputeerde al heel
vaak de loterij heeft gewonnen. Hij laat zich handboeien aan de arm van deze Alves,
die zijn vader ontslagen heeft. Artur zelf is naar een vredesdemonstratie als hij
in de taxi hoort dat iemand geld uit het raam werpt. Hij wil een gesprek met de
gedeputeerde maar diens assistente zegt dat hij beelden van de geldregen moet
meenemen.
Dit zijn de belangrijkste van de te vele verhaallijnen die
in elkaar worden geweven. Er is ook nog een baby die ontvoerd werd uit een
winkelcentrum en die op een kar van een oud papier ophaler terechtkomt (zie foto).
Daardoorheen geweven is de levensgang van de oplichter Carlo Ponzi, die vanwege
een pyramidespel een gevangenisstraf in de Verenigde Staten uitzat en in de
jaren 1920 naar Brazilië kwam en daar, ondanks protesten, de goodwill van de
autoriteiten kreeg. Al het spektakel is een erfenis van Ponzi, zegt Artur op
het eind.
Af en toe komen uitspraken in beeld van de
gedeputeerde, zoals:
‘Geloof is het meest rampzalig voor de mens’,
‘Overtuigingen zijn sterker dan de feiten’,
‘De winst van enkelen bestaat uit de hebzucht van velen’,
‘Overvloed is een middel, nooit een doel’ of
‘Veranderingen doen zich alleen voor als iedereen ervan
profiteert’.
Het is lastig om uit alle flarden de bedoeling van Gustavo Steinberg te vatten. Hij
ging uit, zo begreep ik, uit van de uitspraak, mogelijk ooit
gedaan door een medewerker van de Wereldbank, dat de armoede in Brazilië alleen
kon worden opgelost als er met een helicopter een lading geld werd uitgestort.
Bij monde van Alves vertelt Steinberg ons dat niet de armoede het
probleem is of de rijkdom, maar de macht en dat we, om niet verder achteruit te
kachelen, maar beter de toestand kunnen accepteren zoals die is. Onvrede
brengt aan het eind van de lijn alles in gevaar. Dat is slecht nieuws voor
de armen.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten