Het denkproces van een schilder op de voet gevolgd
Documentairemaker Frank Scheffer (Venlo, 1966) heeft een
voorliefde voor het portretteren van uitvoerende kunstenaars, zoals we zagen in
zijn documentaires Conducting Mahler
en Het innerlijk landschap. In de
laatste documentaire schetst Scheffer een portret van de hedendaagse Chinese
componist Guo Wenjing. Zijn laatste portret van beeldend kunstenaar Robert
Zandvliet is nog sterker en uitgebeender. Door de werkwijze die Zandvliet
hanteert, vooral kijken naar de imposante werken die hij schildert, ontstaat
een boeiende diepgang.
Tussen dat kijken door zien we Zandvliet bezig met
voorbereidende werkzaamheden als het mengen van aarde door verf of het spannen
van doeken, die hij ophangt in zijn grote witte atelier (zie foto). Onderwijl vertelt hij
over zijn werkwijze. Hij zoekt naar beelden die niet door persoonlijke
anekdotiek zijn opgeladen. Het gaat erom tot de kern van een beeld te komen. Hij
zoekt dat in het momentum, ik zou zelf bijna zeggen naar de staat van genade
die voor de kunstenaar essentieel moet zijn en dat vindt zijn grond in het
kijken.
Eerst maakte hij willekeurige objecten, tot hij op
archetypes kwam. Kunstgeschiedenis bestaat volgens hem uit een opeenstapeling
van beelden die gerecycled worden. Hoe archetypischer, hoe langer ze meegaan.
Hij maakte eerst man-made objecten maar richtte zich later op stenen vanwege
hun alledaagse en natuurlijke vorm. Hij wilde die niet naschilderen, maar hun
vanzelfsprekendheid laten terugkomen in een schilderij. Dat vroeg om een
doorbreking van zijn gewoontes. Het laten ontstaan zonder een oplossing bedacht
te hebben, komt voort uit het kijken. Dan dringt zich een beeld op dat niet van
tevoren bedacht is, maar dat zijn al te veel woorden, zegt Zandvliet die eerder
gelooft in de ervaring dan in de verstandelijke redenering. Het beeld moet
volgens hem een mysterie in zich dragen dat verder niet benoemd kan worden. De
zintuiglijke ervaring volstaat als begrip. Door zichzelf te vernieuwen kan hij
steeds weer bij het mysterie komen.
Wat betreft zijn stenenproject werd hij geïnspireerd door
een Japanse schilder, die zijn stenen steeds waziger maakte vanuit het idee dat
hij zelf in de natuur verdween. Daardoor stopte hij ook met schilderen.
Zandvliet kent geen werk van de man, maar hield van zijn verhaal. Hij maakte
zijn eigen stenen hoekiger omdat die zijn schilderijen meer energie gaven dan
de hermetische, ronde vormen.
Zijn kijk op de kunstgeschiedenis stelt hem in staat om te
zien hoe hij zich verhoudt tot anderen, maar hij moet zich daarvan losmaken om
weer terug te komen bij zichzelf. Sinds zijn studententijd bootst hij jaarlijks
een schilderij van een ander na om te ervaren hoe die ander gekeken heeft. We
zien hem bezig met een landschap van Van Gogh. Hij herkent daarin de overgave
waarmee zijn voorganger werkte. Hij wilde niet met dezelfde oplossing komen en hanteerde
een roller om met een sluier van regen het landschap te veranderen, om het net
als de Japanner meer te laten verdwijnen, denk ik. Hij twijfelde eraan of het
beeld toch nog te illustratief was en zei tegen Scheffer dat het lastig is
erachter te komen wat men ziet. Hij vergelijkt het met de film, die van hem
gemaakt wordt. Wordt daarin een beeld van de kunstenaar getoond of een beeld
dat door de kunstenaar wordt gemaakt? Hij schildert om te begrijpen hoe hij
naar de wereld kijkt. Een leeg beeld en een stille wereld spreken hem het meest
aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten