Fascinerende film over fataal menselijk lot
Le procès is de
Franse vertaling van Der Prozess dat
Kafka in 1925 schreef. Orson Welles, eerder bekend van het radiohoorspel over
de Marsmannetjes die de aarde aanvielen, regisseerde in 1941 Citizen Kane, zijn
eerste lange speelfilm en beschouwd als de beste film aller tijden, maar Le procès mag er ook zijn. Het verhaal
over kantoorklerk Joseph K., fraai gespeeld door Anthony Perkins, die schuldig
wordt verklaard aan iets waarvan hij niet weet wat het is, heeft een sterke
existentiële dimensie en wordt fraai ingekleed met allerlei vrouwen die K.
willen helpen, al doen ze dat niet vanuit edele motieven.
De eerste vrouw die K. bijstaat is een huurster in het
pension waar K. een kamer heeft betrokken. Deze mejuffrouw Bürstner (Jeanne
Moreau) werkt als theatermeisje en komt altijd in de vroege ochtend thuis. Ze
hoort over hetgeen K. vertelt over een aanklacht die tegen hem is ingediend
door een drietal medewerkers van zijn kantoor en overgebracht door twee
politiemensen met hoeden op. Bürstner vraagt hem of hij het niet gedroomd heeft
en nodigt hem uit in haar kamer. Daar volgt een gesprek over schuldig zijn en
zich schuldig voelen. ‘Helaas is er niemand rein,’ voegt zij hem toe, waarmee
ze verwijst naar de oerschuld die de mens bij zijn geboorte op zich genomen
heeft. Zelf dient ze algauw het pension te verlaten. Hoewel de beheerster
Grubach nooit erg ingenomen was met haar verblijf in haar keurige pension,
meent K. dat hij ook deel heeft aan haar vertrek, mooi uitgebeeld door een
vriendin die een zware koffer meezeult tussen de flats.
Wat eerst nog een grap leek, blijkt steeds meer ernst. Als
K. in het theater zit, krijgt hij een briefje aangereikt dat er iemand op hem
wacht. Hij krijgt een plattegrond mee van de rechtszaal die bomvol zit met
mensen. K. houdt zich groot en doet zijn beklag maar veel helpt het niet. Ook
al kan hij gewoon zijn werk doen te midden een hal vol collega’s, de doem
blijft boven zijn hoofd hangen. Oom Max komt poolshoogte nemen en gaat met hem
naar een advocaat die goed staat aangeschreven. Helaas ligt deze Hastler
(gespeeld door Orson Welles zelf) ziek in bed, maar diens assistente Lénie
(Romy Schneider) neemt hem mee naar een zijkamertje vol paperassen waar ze hem
verleidt en hem aanraadt om minder star te zijn. Op zijn weg naar de uitgang
ziet K. een andere cliënt die in een kamertje zit te wachten. Later ziet hij
dat die man, Bloch, aan het lijntje wordt gehouden, iets waar hij zelf voor
past.
Een advocaat zal hem niet verder brengen, zo heeft hij
inmiddels wel begrepen. Zelfs als hij met Hastler op goede voet zou staan, moet
hij nog overeenstemming bereiken met een hele schare hogere advocaten. Het
doolhof waarin K. zich bevindt, staat symbool voor de onmogelijke opgave die
hij op te lossen heeft. Op zijn tocht door het gebouw komt hij langs een hele
rij verdachten die op hun vonnis wachten. Hij belandt zelfs in een kathedraal
waar hij vanaf de preekstoel hoort verkondigen dat men schuldig is zolang de
onschuld niet bewezen is. Hastler komt hem nog achterna gelopen met een verhaal
- dat al in het begin van Le procès
in animatiebeelden werd vertoond - over een man die bij een poort komt maar
niet wordt doorgelaten door een bewaker. Hij wacht jarenlang tot hij oud
geworden vraagt hoe het komt dat er nooit een ander toegang heeft gevraagd,
waarop de bewaker zegt dat de poort alleen voor hem bestemd is geweest maar dat
hij die nu gaat sluiten. Het lot van K. is bezegeld. De wet is voor het
individu niet toegankelijk. Beelden van eenvormige buitenwijken in Oost Europa
waarin het individu tot niets gereduceerd is, maken dit duidelijk. Daar wordt
de existentiële situatie van de mens nog het duidelijkst zichtbaar, maar ook
elders dient men zich nergens op te verheugen.
Hier
de Engelse trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten