Interactie tussen mens en dier centraal in werk Charlotte
Dumas.
Filmmaker Walter Stokman volgde fotografe Charlotte Dumas
tijdens een reis naar New York en Michigan waar ze foto’s maakte van huis- en
wilde dieren die ze later in Amsterdam exposeerde. De verhouding tussen mens en
dier staat in haar werk centraal. De documentaire, die uit vijf delen bestaat,
begint dan ook met een foto van een hond die in een asiel in New York zit en daarna
een gesprek met een vriendelijk oppasser in een geel shirt (zie foto).
In deel 1 vertelt Dumas de oppasser dat ze eerder
zwerfhonden in Italië fotografeerde, een beurs kreeg om in New York te studeren
en, zich afvragend of ze daar ook zwerfhonden hadden, bij het asiel van AC&C
terecht kwam. Ze loopt langs de hokken met pitbulls en merkt op dat de dieren
zeer waardevol zijn voor de mens, omdat die in hen zijn wensen en liefde kan
projecteren. De oppasser zegt dat de honden dezelfde emoties ondergaan als de
mensen en dat ze elkaar dus spiegelen.
Dumas gaat mee met een busje om verwilderde katten op te
halen en ook langs bij een bedrijf dat haar foto’s heeft ingelijst. Ze bekijkt
ze goedkeurend en zegt dat ze door het museum zullen worden opgehaald. Tijdens
een expositie praat ze met bezoekers over de betekenis van haar foto’s.
In deel 2 trekt Dumas mee met een circus in Michigan. Ze is
gefascineerd door een dompteur die zeven tijgers in een kooi in bedwang houdt.
De man vertelt dat hij zijn manieren heeft om de dieren rustig te krijgen en
dat het belangrijk is op de lichaamstaal van de dieren te letten. Zijn vader
werd ooit gedood door een tijger maar dat vormt geen belemmering met de wilde
dieren te werken. Hij zou ook weer in een auto stappen na een ongeluk.
Dumas vertelt op haar hotelkamer aan de telefoon tegen
schrijfster Roos dat zo’n circus wel vergane glorie is, dat ze er ambivalent
tegenover staat, maar dat men ook veel liefde voor de dieren heeft.
De ambivalentie is nog duidelijker bij de beren die
gemuilkorfd hun kunstjes doen, maar ook hier treft ze een begeleider die een
goed hart heeft voor zijn dieren. Hij vindt ze zelfs interessanter dan mensen.
Dumas maakt foto’s van kinderen die met de tijgers op de
foto gaan. Het plexiglas zorgt ervoor dat de dieren niets kunnen uitrichten
maar dat weerhoudt hen er niet van om toch een poging te wagen zo’n mals
kinderlijfje te grijpen. De kinderen en de tijgers kijken verder met veel
interesse naar elkaar.
In het derde deel kijkt Dumas samen met Roos in New York naar
de foto’s en vindt een eerste schiftingsproces plaats. Dumas merkt op dat de
beelden van de dieren, los van de stinkende en modderige werkelijkheid,
verstilling krijgen.
In deel vier eet
Dumas een boterham met haar moeder en praat ze met haar vader over haar werk.
Ze vertelt hem dat ze tijdens een fotosessie met wolven achterdochtiger was en
dat de beesten zich van haar aanwezigheid bewust waren. De beren verloren in
het circus iets van hun identiteit, de tijgers bleven stoïcijns. Het was
moeilijk haar houding te bepalen. Ze wilde de dieren niet in hun benarde
situatie tonen, maar stelde het dier zelf centraal, zodat het tot nadenken
stemt. Haar vader voelt emotie als hij naar de foto’s kijkt.
Tenslotte zien we beelden van de opbouw van de tentoonstelling
in Foam, Amsterdam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten