Heimwee naar de verloren tijd
Andrei Tarkovsky is een meester in beeldtaal en daarmee
onderscheidt zijn werk zich van bijna alle andere films die in de moderne tijd
gemaakt worden. Net als in De spiegel
wisselt hij in Nostalgia weer tussen
verschillende tijdsperioden, al is dat minder het geval dan in De spiegel (1975. Nostalgia, die opgedragen is aan zijn moeder en gaat over een
onderzoek van de Russische dichter Gorchalov naar zijn landgenoot Sasnovsky uit
de achttiende eeuw die in Italië componeerde, kent een redelijk chronologische
opbouw.
Tarkovsky begint met een prachtige stille, heimwee-achtige
scène uit zijn kindertijd, waarin een groepje mensen bij een bergpad zien en
daarnaast ook een hond. Die entourage zien we vaker, tot het eind aan toe. De
hond, een herder, komt vaak voor in de film. Ook in het plaatsje in Italië waar
Gorchalov rondloopt om zich te kunnen voorstellen hoe Sasnovsky zich daar
gevoeld heeft, komt steeds weer een herder voor.
Bijzonder is het contact tussen Gorchalov en zijn bloedmooie
tolk Eugenia. Op hun reis met een Kever is Eugenia laaiend over de landschappen
en de kerkelijke rituelen, terwijl Gorchalov daar niets van moet hebben. De
twee ondervragen elkaar kritisch over hun levensvisie. Eugenia begrijpt niet
dat Gorchalov niet een kijkje nam in een kapel waar een Maria processie tot
stilstand kwam. Zelf ondervroeg ze de koster over het feit waarom het vooral vrouwen
zijn, die bidden. Ze leest de verzen van Arseny Tarkovsky die in elke film van
Andrei weer opduikt. Het brengt Gorchalov tot de uitspraak dat poëzie niet te
vertalen is. Pas de eenheid tussen de mensen zal begrip mogelijk maken.
In het hotel speelt zich ’s nachts een erotische droom af in
het hoofd van de getrouwde Gorchalov. Eugenia blijkt later teleurgesteld in
zijn aandacht voor haar. Gorchalov heeft meer belangstelling voor Domenico, de
zogenaamde dorpsgek, die ooit zijn gezin zeven jaar opsloot om hen te
beschermen tegen de slechte invloed van de wereld. Hij knoopt een gesprek met
hem aan nadat een verbinding middels Eugenia niet gelukt is. Domenico neemt hem
mee naar zijn schuilplaats, die net als in Stalker
(1979) druipt van de nattigheid en draagt Gorchalov op om, ter wille van de
wereldvrede, met een kaarsje van de ene kant naar de andere kant van het bad te
lopen. Grappig is de herder die op het enig droge plekje in de ruimte gaat
zitten.
Eugenia is inmiddels zo nijdig dat ze haar koffers pakt en
naar Rome vertrekt. Gorchalov loopt beschonken door het water en declameert
gedichten uit een boek dat aangevreten wordt door een vlam. Aan een jong meisje
dat in het bad verschijnt vraagt hij waarom Italiaanse schoenen toch zo
belangrijk zijn, waarmee hij volgens mij de materiële honger in onze
maatschappij ter discussie stelt. Voor zijn vertrek wordt hij door Eugenia
gebeld die hem vertelt dat Domenico in Rome is om een toespraak te houden en
dat zij met een spirituele Vittorio naar India vertrekt. Ze moest nog van
Domenico vragen of hij zijn opdracht gedaan had.
Als hij al in een taxi zit om de plek te verlaten, stopt hij
om toch nog met de kaars over het inmiddels lege bad te lopen. Pas de derde
keer haalt hij de overkant, waarna hij neerstort. Domenico heeft zich, na een
felle rede op een standbeeld over de eenheid van de mens en de samenwerking
tussen allen, overgoten met benzine en in brand gestoken. Tot slot zien we dichter
en hond in een karkas van een kerk terwijl het begint te sneeuwen.
Zoals gezegd is Tarchovsky een meester in het gebruik van
beeldtaal die ik niet geheel kon duiden, zoals de Chinese muziek bijvoorbeeld, maar
dat maakt zijn films intrigerend om naar te kijken en opnieuw te bekijken. De
strekking lijkt me duidelijk. Tarchovsky had weinig op met de moderne
maatschappij waarin iedereen tot het uiterste geïndividualiseerd is. Alleen
dichters en dwazen spreken nog de waarheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten