Veelbelovend talent met een mooie toon en een aansprekende
inhoud
Het is mooi dat Fransen dicht bij zichzelf begint. In het
zolderkamertje aan de Marnixstraat dat hij als filosofiestudent betrok. Dat
voorkomt allerlei pretentieus gezoek naar de juiste vorm en neemt de
toeschouwer voor hem in. Op dat zolderkamertje was nauwelijks ruimte voor een
piano, maar die kwam er wel. Tegen de enige rechte muur die het kamertje bezat.
De pianostemmer vertelde hem dat er geen perfecte manier van stemmen is. In het
Westen hanteert men de gelijkzwevende stemming, een term, die een hoopvolle relativiteit
weergeeft, waarmee Fransen zijn programma ook besluit: in samenhang met elkaar
krijgen de tonen hun betekenis.
In zijn show gaat hij vooral uit van Friedrich Nietzsche en
behandelt hij de idee dat God dood is en dat de mens het nadien allemaal zelf
mag en moet uitzoeken, hetgeen niet zo gemakkelijk is. Ook niet voor een
student filosofie die, mogelijk als overcompensatie voor het niet verkrijgen
van zijn veterdiploma, cum laude is afgestudeerd. Hij heeft zoveel bagage
meegekregen dat hij niet eens meer spontaan kan reageren op een simpele opmerking
van een aardig meisje met wie hij in gesprek is geraakt. De vrijheid, die ook
het onderwerp van zijn scriptie vormde, is een moeilijk te vatten en te
realiseren begrip. De absurditeit van het bestaan bepaalt ons leven, zoals
Albert Camus al stelde.
Fransen gaat vooral in op de vraag of het leven de moeite
waard en zo niet of collectieve zelfmoord dan niet op zijn plaats zou zijn.
Sinds de Verlichting leeft de mens in een rationele orde, die geen aanspraak
kan maken op waarheid. Het gevoel overheerst als het daarover gaat. Fransen
neemt, omdat hij ervan uit gaat dat er veel snackbarmedewerkers in de zaal
zitten, de bamischijf als voorbeeld, die in tegenstelling tot een
macaronischijf algemeen geaccepteerd wordt.
In een hele mooie scène aan de hand van de film Braveheart legt Fransen uit hoe moeilijk
het tegenwoordig is om alle neuzen dezelfde richting op te krijgen. Altijd is
er wel iemand die een kritische opmerking maakt of een wijsneus die denkt het beter
te weten. Hij gaat zelfs het gesprek met het publiek aan over de waarde van
knuffelen, heeft een mooie act over free
huggs en concludeert dat intimiteit niet af te dwingen is.
De afgestudeerde politiek filosoof heeft niet zoveel op met
het activisme dat zijn vrienden voorstaan. Als hij eens meedoet met een
demonstratie en daarna ook het spreekgestoelte bestijgt krijgt hij lauwe
instemming met zijn opmerking dat we niet voor collectieve zelfmoord hoeven te kiezen,
al kon het ook zijn dat zijn woorden niet goed overkwamen omdat de wind
verkeerd stond. In een grappige toegift bespreekt Fransen een aantal vragen die
hem vaak gesteld worden. De antwoorden zijn grappig en gevat, maar dat neemt
niet weg dat de verwachting over fundamentele kritiek op de moderne tijd niet
waargemaakt wordt. Wellicht is dat iets voor de tweede show Het kromme hout der mensheid. Op de
website meer informatie daarover.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten