De oorlog door de ogen van een Duits-Sloveense jongen
Kovacic (1928-2004) schreef deze autobiografische roman
tussen september 1982 en december 1983. Pas tijdens het lezen ontdekte ik dat
ik deel II in handen had en niet veel later dat er ook nog een derde deel
bestaat. Toch had ik tijdens het lezen niet het gevoel dat ik wat miste, al
vroeg ik me wel af hoe het zat met Basel waar hoofdpersoon Bubi eerder met zijn
ouders en zijn zussen Clairi en Gisela woonde.De veertien jarige Bubi is een zorgzame jongen. Hij
rijdt Gisela die vanwege een infectie in haar been kreupel is in een kar rond.
Zijn Sloveense vader is bontwerker en werkt aan huis, zijn moeder komt uit
Duitsland.
In het begin van de roman zucht Ljubljana onder de Tweede
Wereldoorlog. De Italianen bezetten de stad en de vrouwen. Bubi kijkt met twee
vriendjes vanaf een dak toe hij een Slovenische vrouw op een fiets haar benen
spreidt voor een Italiaanse soldaat die zijn broek als een mandje op zijn
enkels heeft hangen. In de bioscoop waar ze hun speurtocht naar visuele seks
voortzetten, glijden de jongens uit over het sperma.
De erotiek neemt in het begin van het boek een belangrijke
plaats in. Bubi wordt door in de netten gestrikt van Tatjana. Hij vindt het
eerst heel spannend om haar als eerste van zijn vriendjes te mogen neuken, maar
al gauw gaat het meisje hem vervelen.
Het gezin denkt erover naar Duitsland te verhuizen. Daartoe
dienen ze zich aan een onderzoek onderwerpen, waarbij vastgesteld wordt of ze
staatsburgers kunnen worden. De onderzoeken worden indringend beschreven.
Uiteindelijk slagen ze. Ze krijgen koek, maar daarna ziet moeder van Bubi die
uit de omgeving van Saarbrücken afkomstig is, het niet meer zitten.
Na de verhuizing naar een goedkoper pand raakt Bubi in de
ban van de 18- of 19-jarige Fani.Ze lijkt onbereikbaar voor hem tot ze hem een
keer omhelst na een ruzie tussen haar ouders. De jongen staat in vuur en vlam.
De stad komt om van honger en ellende. Ljubljana wordt van
vier kanten omsingeld, door Duitsers, Russen, Italianen en Anglo Amerikanen die
wij geallieerden zouden noemen. De Duitsers trekken aan het langste eind. In de
stad heerst een sfeer van wantrouwen. Verraders kunnen overal opduiken.
Iedereen kan een spion zijn. Bubi krijgt clandestien eten voor zijn familie in
het kindertehuis waarin Gisela is opgenomen. Later wordt hij gevraagd om
wandtekeningen voor het tehuis te maken, waarmee hij wat bijverdient, want veel
bontjassen worden er niet meer besteld. Na een tekenwedstrijd merkt Bubi dat
anderen meer talent ebben en begint hij verhalen te schrijven. Zus Clairi
krijgt verkering met een Duitse soldaat. In de tussentijd gaat Bubi ook nog
altijd naar school. Tot zover de beknopte inhoud.
Van meer belang is de manier waarop Kovicic deze inhoud
vertelt. Hij kruipt in de huid van de half Duitse jongen en maakt zijn
gevoelens duidelijk voor de lezer: van de onzekerheid over het andere geslacht
tot zijn verantwoordelijkheid voor zijn familie, van zijn bestaan in een
moeilijke tijd. Bubi kent veel persoonlijk leed, zoals een operatie die hij
moet ondergaan of de dood van zijn vader.
Na diens dood gaat Bubi schrijven. Hij heeft de intense
behoefte alles wat hij heeft beleefd op papier te zetten. Met juf Komar van
school bespreekt hij zijn verhalen. Hij weet niet goed of hij in zijn eigen
taal, het Duits of in het Sloveens moet schrijven en gaat daarom maar veel
Sloveense literatuur lezen. In een congregratie onder leiding van een catecheet
ontmoet hij een sophisticated jonge dichter die hem uitnodigt voor een literair
genootschap. Helaas wordt dat aan het eind van de oorlog ontbonden. Het hoofd
van de redactie vlucht naar Argentinië.
Mooi zijn de observaties, zoals over de waarde van de roman
als een objectieve levende werkelijkheid of het feit dat mensen die veel
meegemaakt hebben in hun leven over het algemeen milder zijn voor hun
medemensen dan anderen. ‘Wie nooit iets ergs heeft meegemaakt… gevangenis,
tegenspoed…zal het leven een zwijnenbende vinden en aan alles en iedereen een
hekel hebben. Maar wie genoeg erge dingen heeft meegemaakt, kent geen
haatgevoelens. Die durft iemand anders en zichzelf enige vrijheid te gunnen…’
Opvallend zijn de drie puntjes, die de zinnen aaneen
schakelen. In het begin wordt er nog wel eens echte punt gezet, maar daarna
sporadisch. De drie puntjes geven een dynamiek aan het verhaal dat verder ook
niet in hoofdstukken is opgedeeld. Kovacic weet ruim driehonderd bladzijden
lang de spanning te handhaven. De belevenissen van Bubi en het gezin van de
bontwerker getuigen van een grote gevoel, zijn levendig en zeer pakkend. De
roman is anekdotisch van begin tot eind en smeekt er bijna om verfilmd te
worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten