Vrolijkheid en verval
Wim Brands begint over het tutoyeren. Voorafgaande aan de
uitzending hebben ze daar over gesproken. Het Vlaamse U is volgens Marnix
Peeters geen beleefdheidsvorm, maar de bezittelijke vorm van Ge. Peeters is
bang om volks over te komen als hij Brands tutoyeert maar eigenlijk heb ik in
het gesprek weinig problemen gehoord over de aanspreekvormen.
Brands vraagt hem naar zijn journalistieke boek God in
Vlaanderen dat Peeters maakte met Rudi van Beek. Het gaat over gelovigen
die de kerk zijn uitgestapt en zich hebben bekeerd tot een volksgeloof, waar
men in kapelletjes samenkomt en christendom mengt met heidense gebruiken. De
auteurs kwamen op het idee voor het boek na bezoeken aan Lourdes en het
Vaticaan waar pater Damiaan heilig werd verklaard. Ze hoorden daar over het
volksgeloof in Vlaanderen. Het meest bizar vond Peeters gelovigen die met een
kroon op in een kapel zaten te bidden.
Brands zegt dat God in Vlaanderen een connectie heeft
met de roman Andy.
Volgens Peeters ziet men er vaker een tegenstelling in. Men
wordt afgeschrikt door de titel. Andy (uit te spreken met een A). Het is
humor horror in een tijdvlak dat niet zo bepaald is. Een schelmenroman over een
gedegenereerde jongen, die door zijn vader in de steek is gelaten en als knecht
bij drie akelige zusters Crique wordt ondergebracht en later veel tegenspoed
ondervindt.
Brands toont tekeningetjes van de zussen en hun boerderij
die Peeters gebruikte als steun bij zijn verhaal en vraagt een voorbeeld van de
tegenspoed.
Peeters vertelt over het vertrek van Andy bij de zusters.
Hij neemt een beer mee die daar opgesloten zat (Brands toont het tekeningetje),
maar wordt beroofd en opgevangen door de knappe Maja die echter samen met haar
man een spelletje met hem speelt.
Wat dreef je om als journalist een roman te schrijven?
Na zoveel jaar was Peeters het beu om het steeds over de
nabijliggende realiteit te hebben. Hij werd freelancer om te zien wat hem dat
zou brengen en deed schrijfoefeningen. Daar kwam het eerste hoofdstuk van Andy
uit te voorschijn.
Je noemde het zelf ergens een belijdenis van het leven
stroomafwaarts.
Het is geen fraai verhaal, maar het leven is ook niet
amusant. Peeters geniet, maar weet dat er een blinde muur op hem wacht. Er is
vrolijkheid en verval.
Brands vraagt opnieuw naar de verwantschap tussen God in
Vlaanderen en Andy.
Peeters zegt dat het in beide gevallen om rituelen gaat. Het
is grotesk, oud-testamentisch.
Visueel ook. Hij leest graag romans die filmisch geschreven
zijn. Vindt dat fictieschrijvers teveel zichzelf als hoofdpersoon nemen en het
over hun eigen leven hebben, dat vaak niet zo interessant is. Volgend jaar komt
Peeters - naast zijn journalistieke werk dat hij ook blijft doen - met een
nieuw boek dat volgens zijn vriendin nog beter en humoristischer is. Ik kijk er
naar uit.
Hier
mijn bespreking van Andy voor Recensieweb met als kop Tranentrekkende
zoektocht naar een beetje geluk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten