In de tweede aflevering van de driedelige serie De
revolutieroute is Rudi Vranckx (zie foto) in Egypte en ook nog even in Benghazi en
Misrata. In Benghazi werd het voetbalstadion door Khadaffi platgebombardeerd
hetgeen kwaad bloed zette onder de bevolking, Een huisvader reed een auto met
explosieven door de legerpoort en gaf daarmee het sein voor de opstand. Misrata
wordt wel het Stalingrad van Libië genoemd vanwege de belegering en de
gruwelijkheden die zich daar afspeelden. Onder de titel Strijd om de macht
neemt Vranckx toch vooral de schade in Egypte op, bijna twee jaar na de
revolutie
Helaas is het niet allemaal actueel wat we te zien krijgen.
Na een verplichte korte terugblik op de opstand, waarbij de jonge Egyptische
protestzanger Rami Essam zijn wonden toont die hij opliep tijdens folteringen
in de gevangenis, concludeert Vranckx in het begin van 2012 dat de revolutie
nog niet voorbij is. Op dat moment heeft het leger de touwtjes in handen en is
het niet duidelijk of het die weg wil geven. Vranckx ontleent zijn uitspraak
aan een gesprek met twee jongemannen van de Unie van Revolutionaire Jongeren
die een prachtig paleisachtig gebouw tot hun beschikking hebben. Ahmed Maher
denkt dat de burgers samen in actie zullen komen tegen het leger, Abdalla Helmy
dat er in een democratie meerdere visies naast elkaar bestaan en dat men daar
vrij over moet praten.
Vranckx stelt dat Egypte, ondanks het enthousiasme van deze
jongeren, toch een conservatief en religieus land is. Hij trekt naar het
platteland waar Facebook en Twitter ontbreken. De boeren zijn blij met de
revolutie omdat de ongelijkheid schrijnend was en er grote tekorten waren. Men
heeft echter, voor wat het bestuur betreft, meer vertrouwen in de oude garde
dan in jonge honden. Personen die de militaire raad aanvallen zijn verraders,
zo luidt het oordeel.
Vranckx stelt dat het leger zich weliswaar heeft
teruggetrokken maar dat het economisch een grote rol van betekenis speelt. Een
derde van de economie is in handen van het leger. Veel producten in de
supermarkten worden door het leger gefabriceerd. Op 11 september j.l. werd nog
hevig tegen het leger geprotesteerd. Een vrouw werd vernederd en ontkleedt.
Azza Helal, die het voor haar opnam, raakte zelf zwaar gewond door de
stokslagen die we op film zien. Ze meent dat het leger denkt dat zij het volk
kunnen controleren, maar zij bestrijdt dat en gaat terug naar het Tahrirplein
tot zij hun doel bereikt hebben.
Men stelt dat het leger en de islamisten de revolutie
gestolen hebben. Morsi heeft de jongeren op een zijspoor gemanoeuvreerd. Nadat
hij dit najaar bemiddelde tussen Gaza en Israël, kwam hij met een grondwet
waarbij de islamitische sharia leidinggevend is. Die leidde tot hevige
protesten.
Vranckx gaat weer terug naar de zomer en ondervraagt een
moderne jonge vrouw over de kans dat straks hoofddoekjes verplicht worden. Ze
antwoordt dat men haar niet kan dwingen. Een lid van een metalgroep gaat de
straat weer op als hun muziek verboden wordt. Wat later wordt de club waar ze
spelen op last van een advocaat van het Moslim Broederschap gesloten.
Godslastering is verboden in de grondwet. De spanning stijgt. Koptische
christenen worden aangevallen. Als Vrankcx boekenkramen van salafisten filmt wordt
hij op een arrogante manier weggewuifd. Een andere salafist organiseert juist
een voetbalwedstrijd tussen salafisten en kopten om de sfeer tussen de groepen
te verbeteren.
Het grootste gevaar voor Egypte, stelt Vranckx, schuilt in
de economische ellende. Een derde van de bevolking is straatarm. Het toerisme
is sterk afgenomen. Kamelendrijvers eten zelf hun beesten op. Van meer
optimisme getuigt een gesprek met Nadia Abdel Gaber, een van de weinige
vrouwelijke taxichauffeurs in Cairo. De meeste vrouwen houden zich schuil in
hun huizen, zegt ze, maar dat zou zij niet kunnen. Ze is een bezienswaardigheid
op de weg. Soms klappen andere vrouwen voor haar. Volgens haar is de Egyptische
man weinig geëmancipeerd. Zij wil niet wachten tot de president dit probleem
heeft opgelost. Iedereen moet eraan meewerken.
Tenslotte spreekt Vranckx met de Egyptische diplomaat Amr
Moussa, die ervan overtuigd is dat de revolutie niet meer aan het volk voorbij
kan gaan. Het is een volkszaak die niet gekaapt kan worden. Men is druk bezig
om het onderwijs, de rechtsspraak en het bestuur te hervormen. Iedereen die in
de weg loopt wordt verpletterd, zo profeteert hij.
Vranckx houdt het op een kwetsbare democratie in wording met
onvoorspelbare kanten. Veel zal afhangen, denk ik, van de uitslag van het
referendum de komende weken. De kans dat de islamisten de grondwet er door
drukken blijft groot. De overtuiging van de liberalen zal niet afnemen. Wat dat
betreft is de titel Strijd om de macht goed gekozen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten