Animatiefilms helpen vaak een probleem inzichtelijk te
maken, zoals over economische of financiële processen. In dit geval over
armoede is dat minder het geval. Wellicht omdat het nogal duidelijk is dat
armoede, anders dan vroeger, tegenwoordig een vorm van geweld is.
De documentaire begint indringend met een stel luie
westerlingen die met een zak chips voor de televisie zitten en van het ene naar
het andere programma zappen, zonder dat ze ergens door geboeid worden. Een van
hen ben jij, zegt Lewis. Je valt in slaap en droomt. In je droom verander je
voortdurend van personage. Van een joodse timmerman in Cairo tot koning der
Inca’s. Je zwermt uit over de hele wereld.
Tussen de animaties komt een hele batterij deskundigen aan
het woord die hun zegje doen over armoede, zoals de zwarte historicus Emmanuel
Akyeampong, die stelt dat armoede en rijkdom, macht en machteloosheid met
elkaar verbonden zijn. Volgens econoom Joseph Stiglitz verdwijnt armoede niet
automatisch met economische groei. Esther Duflo met haar innemende Franse
uitspraak van het Engels stelt dat er niet één antwoord op de armoede is.
Lewis neemt ons mee het verleden in. In de prehistorie was
het leven voor iedereen gelijk. Omdat het echter weinig zekerheid bood, ging
men zich settelen. Er kwamen boeren en koningen. Volgens Jeffrey Sachs was
bijna iedereen arm en had men een lage levensverwachting. Door de liefdadigheid
werd de ergste nood gelenigd.
In Zuid-Amerika werden de Inca’s geplunderd door de
Spanjaarden en de Portugezen. De kolonisten brachten syfilis en griep die de
helft van de bevolking doodde. Anderen werden ingezet op plantages en in
mijnen. Auteur Oscar Guardiola-Rivera herleidt elke vorm van armoede in de
moderne tijd tot geweld.
De industriële revolutie bracht volgens Sachs in eerste
instantie geen verhoging van de levensstandaard. Een twaalfjarige textielwerker
kreeg ontslag omdar er vanwege de oorlog geen werk meer was, nieuwe machines
leidden tot onzekerheid bij de werkers. De werk- en armenhuizen waren vaak
verkapte strafinrichtingen, zegt historicus Tim Hitchcock, die anderzijds
uitgroeiden tot zorginstellingen.
Natuurlijk komt ook Karl Marx langs. Hij stelde de
uitbuiting aan de kaak, die alleen door een communistische revolutie ongedaan
gemaakt kon worden. Vervolgens wordt de aandacht gericht op Antonio Caselheiro
die religie aan politiek koppelde. De Braziliaanse Republiek sloeg de beweging
echter neer, zoals later overal gebeurde. Tegenwoordig nemen we daarom vaak
genoegen met gelijkberechtiging.
Volgens ontwikkelingseconome Frances Stewart moeten de armen
zichzelf bevrijden, maar vaak vindt men sanitaire voorzieningen belangrijker
dan de revolutie. De overheden hebben met auto’s, koelkasten en televisies de
bevolking in slaap gesust.
Emmanuel Akyeampong ziet de armoede langzaam afnemen, maar
de onderklasse verdwijnt daarmee niet, omdat de machtigen hun positie niet
opgeven. Het wereldwijde economische stelsel heeft een Derde Wereld geschapen,
die meer rijkdommen uitvoert dan het met ontwikkelingshulp binnen krijgt.
Falende nationale overheden doen de rest. Volgens filosoof Thomas Pogge is de
globalisering niet bij voorbaat slecht, maar wel onder de regels die door de
machtige multinationals opgelegd worden. De onderklassen van rijke en arme
landen gaan daardoor steeds meer op elkaar lijken.
De documentaire eindigt met De schreeuw van Munch die
wordt geveild. Het was allemaal maar een akelige droom. Inmiddels loop je naar
huis en ziet dat dat verwoest is. Door de ongelijkheid is de politieke en
economische stabiliteit verstoord geraakt. Het lijkt een droom maar je bent wel
arm.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten