Een vrouw maakt de dienst uit.
Het was wellicht niet toevallig dat
ik Oom Wanja op de internationale vrouwendag bezocht. In het toneelstuk van
Tsjechov (1860-1914), dat als ondertitel heeft Scènes uit het leven op het
land in vier bedrijven wordt de gang van zaken op het landgoed van oom
Wanja en zijn nicht Sonja (zie foto) behoorlijk in de war gestuurd door de komst van femme fatale Jelena.
Al in het begin klaagt de oude huishoudster Marina tegen de
jonge dokter dat de ordelijke gang van zaken op het landgoed helemaal in de war
is gestuurd door de komst van Alexander, de gepensioneerde kunstwetenschapper
en zijn veel jongere tweede vrouw Jelena. Het nogal nietszeggende gesprekje vormt de opmaat
voor de binnenkomst van oom Wanja, een rol die geheel wordt opgevuld door
Pierre Bokma. Hij zet zich aan de grote tafel, gaapt uitgebreid en kijkt om
zich heen.
Het wordt al snel duidelijk dat hij een oogje heeft op zijn
knappe schoonzus Jelena. Als een hond probeert hij bij haar in het gevlei te
komen. Hij voelt zich lamlendig, zegt hij. Hij is al zevenenveertig en zijn
leven is mislukt. Hij komt niet meer tot werken. Alleen drank schenkt hem nog
een illusie. De enige manier om weer tot leven te komen is in de armen van
Jelena.
Wie is er wel gelukkig op dit landgoed? De gepensioneerde
Alexander heeft last van jicht en anders van reuma, Jelena kan niet tegen al
zijn geklaag en de kruiperige avances van oom Wanja. Misschien Sonja, de
hardwerkende dochter van Alexander, die een oogje heeft op de knappe
idealistische dokter, die vaak het landgoed bezoekt omdat hij weer een oogje
heeft op Jelena.
Deze intrige biedt kans op allerlei verwikkelingen, die zich
dan ook voordoen. Jelena heeft kansen genoeg om een man om de vinger te winden,
maar wordt ook geremd door haar moraal. De gebeurtenissen worden op de gitaar
omlijst door een zielige troubadour, wiens broer ooit het landgoed bezat en
wiens vrouw weggelopen is. Als de dokter, die in de kamer van Wanja verblijft,
samen met Wanja dronken wordt, vraagt hij de troubadour te spelen zodat hij kan
dansen, al is het midden in de nacht.
De personen zijn niet allemaal zo rolvast als de dokter en
Wanja. De oude Alexander lijkt eerst een gehandicapte oude man die niet uit bed
kan komen, maar later, als hij een plan schetst om zijn oude dag financieel
veilig te stellen, ontpopt hij zich als een springlevende vitale zakenman. Zijn
veel jongere vrouw, die een femme fatale moet spelen, lijkt meer een burgerlijk
schoolmeisje.
Het is toch al een wat brave voorstelling in een weinig
verrassend decor, waarin iedereen erg zijn best doet, maar waarin de vonk niet
overslaat. Dat heeft veel te maken met de ouderwetse, wat trage en uitleggerige
manier van spelen, die meer toegesneden is op de toeschouwer uit 1899. De
gedachte erachter van Tsjechov is wel van alle tijden: het leven is hard, geluk
is ver te te zoeken, het enige dat je kunt doen is hard werken en je verstand
op nul zetten. Dat is ook wat Wanja tenslotte doet, als Alexander en Jelena
vertrokken zijn. Als een vlijtige schooljongen doet hij naast Sonja de
adminstratie. De cirkel is rond. Het leven op het landgoed is weer op
orde.
Hier
de trailer. Oom Wanja is de tweede voorstelling van Gerardjan Rijnders
in een drieluik over Tsjechov. Vorig jaar regisseerde hij De meeuw die
ik op dit blog besprak. In 2013 volgt De kersentuin.
Heb vorig jaar De Meeuw gezien en zal hier ook zeker heen gaan.
BeantwoordenVerwijderen