Over onze obsessie met echtheid.
Sinds Jean-Jacques Rousseau dragen wij onszelf met ons mee,
zegt de filosoof Maarten Doorman. Natuurlijk-zijn komt vanaf die tijd in zwang.
In onze tijd is het zelfs een obsessie geworden, die niet alleen in de
opvoeding en het onderwijs, maar ook in de politiek en in producten in de
supermarkt tot uiting komt. Zelfs over een programma als Boer zoekt vrouw
is lang nagedacht om de echte boerensfeer te treffen.
Rousseau, die driehonderd jaar geleden geboren is, heeft ons
opgezadeld met deze erfenis, door Wim Brands zelfs erfzonde genoemd. Doorman
zegt dat Rousseau zelf niet werd geaccepteerd in de hogere Franse kringen en
uit frustratie de beschaving bekritiseerde. Hij wilde terug naar het gevoel, de
natuur, maar zijn opvattingen daarover bevatten veel paradoxen.
Zo stelde hij hoge eisen aan de opvoeding, maar stuurde hij
zijn eigen kinderen naar een weeshuis. Boeken waren niet goed voor kinderen,
behalve Robinson Crusoë, die zelf ook helemaal opnieuw moest beginnen.
In het onderwijs moet het kind zelf ontdekken. Als een kind dat niet uit
zichzelf doet, moet de leraar trucs bedenken, zo staat in Emile, of over de
opvoeding uit 1762. Rousseau nam als voorbeeld de jongen Emile mee naar het
bos en liet hen zogenaamd verdwalen. Hij vroeg de huilende en hongerige Emile
hoe hij de weg terug zou kunnen vinden naar de stad, hetgeen niet alleen ten
goede kwam aan diens maag maar ook de start voor het aardrijkskunde-onderwijs
vormde.
In de politiek is echtheid ook belangrijk. Door de televisie
baseert een kijker zich niet alleen op de woorden van de politicus maar ook op
diens uitstraling. Doorman noemt Balkenende als voorbeeld wiens steile
haardracht als Harry Potter echtheid inhield. Een paar jaar later probeerde hij
in de verkiezingscampagne zijn concurrent Bos een beentje te lichten door te
zeggen dat hij draaide d.w.z. van opvatting veranderde. Deze uitspraak was niet
echt, maar bedacht door spindoctors.
Speelde Pim Fortuyn zijn authenticiteit? vraagt Wim Brands.
Hij speelde het zo dat hij net als een goede toneelspeler
veel liet zien, zegt Doorman. Met het model dat Fortuyn en Wilders voorstaan,
willen ze de onechtheid van anderen aan de kaak stellen, maar zelf houden ze
zich net zo hard bezig met achterkamertjespolitiek.
Eerlijkheid bepaalt niet alles, zegt Doorman. Balkenende
verloor zijn meerderheid op het moment dat zijn haar beter zat dan ooit. Het
gevaar is dat politici echtheid gaan spelen. Doorman vreest zelfs dat Roemer
hiermee te maken zal krijgen, al zie ik zelf niet zo gauw gebeuren bij iemand
die met beide benen op de grond staat, al heet die overigens wel Emile.
Het is een onderwerp waar meer kanten aan zitten, lijkt me.
Doorman zegt dat politici niet alleen een idee uitdragen, maar dat idee ook
zelf belichamen.
Brands schakelt over op Facebook, een gemakkelijker
onderwerp. Iemand laat daarop iets van zichzelf zien, over zijn muziekkeuze
bijvoorbeeld, maar niet zijn negatieve kant. Een kind van tien jaar snapt al
dat eerlijkheid een grens heeft, zegt Doorman.
Brands zegt dat Doorman het concept niet helemaal lek heeft
geprikt.
Doorman bevestigt dat hij niet alleen wil ontmaskeren, maar
ook de goede kant ervan wil laten zien. Hij komt met het voorbeeld van een open
haard in deze tijd van centrale verwarming en noemt het idee om in Westerbork
om een oude commandantswoning half op te knappen en te voorzien van beglazing
waarop authentieke beelden geprojecteerd kunnen worden.
Juist de wil om echt te zijn houdt het gevaar in om onecht
te worden, denk ik. We zijn daarmee terug bij een paradox van Rousseau.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten