Een voorbeeld voor arbeiderszelfbestuur?
Het is alweer heel wat jaren geleden dat de horlogefabriek
Lip in Besancon in het nieuws was. Na een dreigende bedrijfssluiting in 1973
namen de arbeiders de fabriek zelf over. Een mooi staaltje van
arbeiderszelfbestuur, dat weinig navolging kreeg, al waren er in die jaren wel
veel initiatieven tot medezeggenschap.
In het Baskische plaatsje Mondragón met 24 duizend inwoners werkte
men in die tijd al op coöperatieve basis. Dit sociaal-economische
model wordt wel het tovermiddel genoemd tegen crisis, hebzucht en vervreemding.
Buitenlandse bedrijven komen er een kijkje nemen. De Amerikaanse staat denkt
erover het opgekochte General Motors op vergelijkbare manier om te vormen.
Mondragón bezit 120 coöperaties, waarvan 87 industriële.
Daarnaast zijn er acht onderwijscoöperaties, waaronder een universiteit die een
kweekvijver is voor de vernieuwing van de coöperatieve gedachte. De werknemers
zijn daarin tevens de eigenaren. Men legt 15000 euro in dat met het pensioen
tegen rente wordt uitgekeerd. Daarnaast zijn er ook nog coöperatieve eetclubs
in een pand dat van iedereen is en waar men samen eet als men dat wil.
Oprichter was de priester José Maria Arizmendiarrieta (zie foto), die
in 1941 na de nederlaag tegen Franco zijn ideeën vorm gaf voor een rechtvaardige
samenleving door het oprichten van een coöperatie.
Ook in politieke zin is in Mondragón de burger de baas. De
burgemeester zegt dat hij niets beslist zonder zijn stadgenoten. Ze
participeren in het bestuur. In zijn stad is de werkloosheid tien procent lager
dan in Spanje. Door de coöperatieve gedachte kan men zich beter verweren tegen de crisis. Door
solidariteit en hard werken maakt men het verschil. Een werknemer in een
industriële coöperatie vertelt dat hij soms wel tien uur per dag werkt als de
productie dat vraagt.
Een politieagent vertelt dat zijn stad bomaanslagen door de
ETA niet gespaard is gebleven, maar dat die drang naar vrijheid zich hier
manifesteert in het economisch model.
Een universiteitsstudent wil zelf een coöperatie beginnen en
oefent daarvoor samen met elf anderen middels een sportproject.
De bank belegt het geld veilig op de Spaanse kapitaalmarkt.
Bedrijfswinst wordt opnieuw geïnvesteerd. Door de financiële crisis in Europa
maken ook sommige coöperaties een moeilijke tijd door. Arbeider Angel Tricio
werkt binnen de huishoudcoöperatie Fagor op de afdeling combi-koelkasten. Hij
hoort dat de lonen wellicht weer omlaag moeten en dat er arbeiders
overgeplaatst moeten worden naar andere coöperaties. Ontslag is onmogelijk in
dit systeem en het verplaatsen van een bedrijf, zoals in het kapitalistisch
systeem gebeurt, evenmin, maar de samenwerking tussen de coöperaties maakt dat men weerbaarder is.
Of de oprichter heilig wordt verklaard is afhankelijk van
Rome, maar een comité in Mondragón bepleit hun zaak. Het is toch een wonder dat
zich hier heeft afgespeeld. Een oud directeur vertelt in het museum ter
nagedachtenis aan de oprichter over zijn ontmoeting als jongen met de 25 jaar
oude priester die zo aardig was om hem te groeten. Hij noemt hem een man met
groot moreel gezag, die vertelde dat het een teken is van vitaliteit om niet
stil te staan, maar herboren te worden en zich aan te passen aan de
omstandigheden.
Hier
meer over deze Tegenlicht-uitzending, onder andere ook over de plannen met General Motors en
de initiatieven om de oprichter heilig te verklaren. Het jaar 2012 is door de
VN uitgeroepen tot het internationale jaar van de coöperaties, die ook beter zijn
voor een duurzame ontwikkeling van de economie.
Boeiend...
BeantwoordenVerwijderenwist ik niet!