Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zondag 4 maart 2012

Merijn de Boer in De Donkere Dagen, VPRO-radio, 6 januari 2012


Merijn De Boer is redacteur bij Van Oorschot en van Tirade. Hij debuteerde in De Gids met het verhaal Tragisch wonen en september j.l. kwam zijn verhalenbundel Nestvlieders uit, door presentator Jeroen van Kan abusievelijk Nachtvlieders genoemd. De Boer, die in de studio is om, omlijst met sfeervolle muziek, een verhaal voor te lezen en vier vragen te beantwoorden, is er wel aan gewend. Ergens werd er zelfs Nachtvlinders van gemaakt. Het zijn ook niet De Avonden maar De Donkere Dagen.

De vragen staan op kaartjes en een ervan wordt omgedraaid. De eerste vraag, welk moment hij zou willen herbeleven, slaat De Boer over. Van Kan is de beroerdste niet.

Het boek dat hij graag zelf had geschreven is De tandeloze tijd. Van Kan typeert het als het hooggebergte van de Nederlandse literatuur. De Boer stemt daarmee in. Hij geeft de voorkeur aan het deel De advocaat van de hanen, omdat hij niet meer precies weet hoe het zat met advocaat Quispel, als die op een gegeven moment ontwaakt op een waddeneiland met een fles wodka.Van Kan noemt het deliriumachtige proza ongeëvenaard in de Nederlandse literatuur. De Boer denkt dat alleen Frans Kellendonk eraan kan tippen, al was diens terrein kleiner. Van Kan merkt op dat het in Nestvlieders niet te merken is dat De advocaat een inspiratiebron voor hem is. De Boer vindt het gevaarlijk om A.F.Th. te lezen, ik zou denken omdat het hem verlamt, maar De Boer merkt op dat hij juist minder kritisch op zijn eigen teksten is als hij bijvoorbeeld Het schervengericht leest, dat toch minder compact is dan de eerdere boeken.

Volgende vraag, kaartje nummer 2: noem een favoriet personage uit de literatuur. De Boer komt meteen met Paul de Hoes, een personage van Voskuil in Bij nader inzien en Binnen de huid. Hij is gemodelleerd naar de hoogleraar literatuurwetenschap Jaap Oversteegen die in 1999 overleed en een studievriend en een tegenpool van Voskuil. In Binnen de huid is hij over iemand die een positieve wending heeft gegeven aan zijn leven. De Boer is benieuwd hoe hij in het echt was.

Na een nummer van Todd Rundgren, dat door Van Kan wordt afgekondigd als The weakness in me dat volgens mij eerder door Joan Armatrading gezongen werd (maar ja, Het zijn De Donkere Dagen), leest De Boer het hilarische verhaal De registermakers voor, waarin hij betrokken is bij het maken van een niet met name genoemd cumulatief register waarin het erom gaat of men, vlak voordat de bevindingen naar de drukker gaan, een stervende met de naam Snoekenbussel als overleden moet opnemen.

De Boer vertelt dat het verhaal is geïnspireerd op werkzaamheden voor het Verzameld Werk van Karel van het Reve. Daar ging veel tijd in zitten. Sommige namen kwamen vaak voor, zoals die van Stalin, Hitler, Marx en Theun de Vries. Jeroen Brouwers werd nauwelijks genoemd, hoewel hij toch in De Revisor schreef. Van Kan merkt op dat over die registerwerkzaamheden een artikel te schrijven is.

Op kaartje nummer 3 wordt gevraagd naar diens held in de literatuur. Hij noemt de communist Jacques Gans, die volgens De Boer een paar verpletterend mooie boeken schreef. Na de oorlog werkte hij voor HP/de Tijd en daarna zelfs voor De Telegraaf. Hij maakte van politieke incorrectheid zijn overtuiging. Hermans schreef dat hij zijn idealen opgaf. Anderen meden hem. Door links en rechts werd hij verguisd.

De laatste vraag betreft zijn tekortkoming. De Boer noemt, zoals tijdens sollicitatiegesprekken gebruikelijk is, zijn perfectionisme, maar kiest daarna een ander kaartje. Het zijn er genoeg. Wat wilde je worden toen je dertien was? De Boer wilde voetballer worden want dat was zijn grote hobby. Hij speelde bij Kon. HFC in de selectie-elftallen, maar met 16 jaar verminderde zijn animo. Hij begreep dat een profcarrière er voor hem niet in zat. Hij was blij dat een docente Nederlands hem enthousiast maakte voor literatuur.

Tenslotte stelt Van Kan de bijna niet te ontwijken vraag naar zijn volgende boek, een roman. De Boer hoopt dat die in 2013 uitkomt. Hij zegt dat hij zoekende is naar de toon en dat het zeker geen pil in de stijl van Van der Heijden wordt.    

Hier een afbeelding van De registermakers in Folia Magazine, nr 14, het laatste nummer van 2011, speciaal gewijd aan literatuur onder de noemer Kennis uit Amsterdam. Hier mijn recensie van Nestvlieders op Literaire Debuten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten