Echtpaar met een probleem zonder oplossing.
Een goede manier om een erge gebeurtenis te verwerken is
erover te schrijven. Papier is geduldig en geeft de betrokkene de kans afstand
te nemen van hetgeen hem is overkomen. Zo is het ook gegaan met vader Adri, die
zijn enig kind Tonio verloor.
In een mooie voorjaarsnacht werd de bijna tweeëntwintig
jarige jongeman geschept door een auto op de Stadhouderskade in Amsterdam. De
pijn daarover was te groot om te bevatten. Zeer overtuigend schetst Van der
Heijden de omstandigheid waarin de ouders de fatale mededeling te horen
krijgen, al zit daar op dat moment nog een sprankje hoop in. De vader zelf ligt
nog in bed en geniet van de laatste vrije dag voor hij weer honderd dagen aan
een boek gaat werken. Het contrast is groot als agenten aanbellen met de
mededeling dat de toestand van hun zoon zeer kritiek is.
De vader maakt zich vooral zorgen. Hij voelt zich schuldig
omdat hij degene was die bij zijn jongere vrouw Mirjam op diens verwekking
aandrong. Hij verdient het niet dat zijn zoon het overleeft, denkt hij terwijl
hij zich radeloos in zijn kleren stapt om met de politie mee te gaan naar het
ziekenhuis. ‘Sokken. Schoenen. O, God, sleep hem erdoorheen. Niet voor mij.
Voor Mirjam. Voor Tonio zelf. En ja, ook voor mij, al verdiende ik het niet.’
Halsoverkop schuiven de ouders in het politiebusje om zich
naar het AMC te laten vervoeren waar hun zoon op de operatietafel ligt. De
ouders zijn totaal van de kaart en weten zich ook na het onherroepelijke feit
van zijn dood geen raad. Schuldgevoel achtervolgt de vader.
Eigenlijk is het eerste deel waarin de eerste loodzware
pinksterdag beschreven wordt het mooist. We zijn van zeer bijna getuige van de
gevoelens waaraan de ouders ten prooi zijn. Van der Heijden wisselt, zoals hij
gewoon is, korte scènes meesterlijk met elkaar af, waardoor de dynamiek groot
is en blijft. Een katalysator in het verhaal is een meisje dat door Tonio, die
graag de camera hanteerde, in diens ouderlijke woning gefotografeerd is. De
ouders werden gesommeerd vanwege de foto-shoot het huis te verlaten en deden
dat graag voor hun zoon.
In het tweede deel dat meer een onderzoek behelst om de
juiste feiten te achterhalen – met name wat betreft het onbekende
gefotografeerde meisje - wordt teveel herhaald. Als eenmaal duidelijk is wie
zij was en welke relatie zij met Tonio had, vloeit de spanning weg. Wellicht
was de herhaling voor de schrijver een vorm om de dood te bezweren of te
overmeesteren, maar de vraag is of dat kan. De vader is wel erg bezig om alles
rond de dood aan de weet te komen, een vorm van controle die hij, zoals in het
boek blijkt, ook in persoonlijke zin in ruime mate blijkt te bezitten. De
conceptie van zijn zoon kan hij op het uur precies nagaan. Aan het eind loopt
het onderzoek gelijk op met de inhuldiging van het Nederlands elftal in
Amsterdam na het smadelijke verlies van de WK 2010 tegen Spanje en wordt ook
Robin van Persie nog uitgelicht, maar sterk is dat dubbelvallen niet. Wat overblijft
is Trauerarbeit over een probleem zonder oplossing, zoals Mirjam dat noemt.
Niets is zo moeilijk in een maatschappij die alles graag oplost of denkt te
kunnen oplossen.
Er valt in deze requiemroman zoals die heet, heel wat te
ontdekken over de persoonlijke sfeer van de schrijver die in zijn andere romans
in toenemende mate buiten schot blijft. Zoals over de relatie tussen Adri en
Mirjam die niet altijd zo bestendig was, maar die later geromantiseerd wordt of
over de vader die het gevoelsleven van zijn zoon spiegelt aan zijn eigen jeugd
vol kwetsbaarheid en weerloosheid, problemen met een geringe lengte en moeite
om zich over te geven aan de liefde. De vader komt af en toe over als een
dandy, die graag lui of loom minnekoost, cocktails drinkt en bezorgd is over de
katten die mogelijk in een storm buiten zijn gebleven. Hij heeft ook een
bevoogdende houding ten opzichte van zijn vrouw, bijvoorbeeld tijdens hun
afscheid van hun zoon: ‘Ik moest de vergeefse gedachte aan een nog te redden
Tonio uit mijn hoofd bannen, en al mijn aandacht richten op Mirjam, en haar
moed inpraten om afscheid te durven nemen van haar zojuist opgegeven zoon.’ Het
geeft een aardig inkijkje in het hoofd van A. F. Th.
Tonio is een roman, waarin bij vlagen prachtig
geformuleerd wordt, de verhaallijnen op vertrouwde wijze worden verknipt en de
verteller de lezer meesleept. Als requiem zit het, anders dan Asbestemming over
zijn vader bijvoorbeeld, te dicht op het dramatische verleden. Tonio is
wellicht het beste te bestempelen als een intiem verslag van rouwverwerking met
een pijnlijke hartenkreet die lang blijft nagalmen.
Dank je wel voor deze recensie.
BeantwoordenVerwijderenNu hoef ik het boek niet te lezen.
Ik heb voldoende eigen doden begraven,
kan niet meer zo goed tegen het leed van anderen.
Ik heb het in de zomer gelezen en je verwoord het zoals ik het heb ervaren.
BeantwoordenVerwijderenVooral ook ben ik 'blij' met de zin:
= – met name wat betreft het onbekende gefotografeerde meisje - wordt teveel herhaald.=
Het was me ook opgevallen. Mensen in mijn omgeving herkenden dat niet.
En niet alleen herhaling wanneer het over dit meisje ging.
Ik heb het uitgelezen maar was er op een gegeven moment klaar mee terwijl het wel blijft nagalmen zoal je schrijft.
Misschien juist omdat het intiem was en een pijnlijke persoonlijke vicieuze cirkel werd beschreven die op een gegeven moment niet meer voor mij als lezer was bedoeld om daarvan deelgenoot te zijn.
Tenminste zo voelde dat.
Bedankt svara, voor je reactie. Ik vond wel dat dat gefotografeerde meisje de spanning erin hield. In de zin waar jij op doelt heeft de bijzin over dat meisje betrekking op het onderzoek om de feiten boven water te krijgen en niet op de herhaling. Verder ben ik het met je eens dat het als roman te dicht op de werkelijkheid ligt.
Verwijderen