Leven op zee.
We zien beelden van Rome, waar de jonge Natan door zijn
Italiaanse moeder Roberta bovenin een toeristenbus wordt rondgeleid. Ze wijst
hem op het Colloseum en bespreekt het verschil tussen Italiaans en Spaans.
Daarna komt de vader van Natan in beeld, de Mexicaan Jorge. We horen dat het
met de relatie tussen hem en Roberta geen stand heeft gehouden. Ze waren te
verschillend. Natan woont bij zijn moeder in Italië en gaat in de zomer naar
zijn vader in Mexico. Jorge neemt hem mee naar zijn opa, een visser in de
Caribische Zee, nabij Belize.
Natan maakt zich in de ochtend klaar om te vertrekken. De
camera zwaait weer heen en weer om de spontaniteit van de beelden te
benadrukken. Natan telt zijn tenen. Het zijn er vijf. Als hij er eentje meer
had gehad waren het er zes geweest, zegt hij.
Ze gaan met de bus naar de boot, die hen naar opa brengt
die, net als enkele andere vissers, in een paalwoning voor de kust woont. Ze
slapen in hangmatten. We zien mooie zonsondergangen en prachtig blauw water.
‘Wie op zee leeft is gelukkig,’ zegt opa. Hij relativeert de uitspraak meteen:
anders zou je niet op zee leven.
Opa vist op verschillende manieren, onder andere door onder
water snorkelend te prikken met een stok met een ijzeren uiteinde. Jorge helpt
hem terwijl Natan in de motorboot blijft. Natan kijkt verbaasd naar de dikke
kreeften die in de boot gegooid worden. Later leert Jorge hem snorkelen. Ze
vissen ook met een draad dat ze, zoals met snoeken, snel inhalen. Een
spartelende kolossale vis, barracuda genoemd, halen ze ermee binnen.
Fregatvogels zwermen boven de motorboot, terwijl ze de vissen schoonmaken.
Ze verkopen de vis aan een grote boot en eten er ook van,
samen met tortilla’s, die ze persen en bakken. Opa overlegt door zijn
walkie-talkie met buren over een naderende storm. Krokodillen zwemmen rond de
paalwoning. De kijker vreest voor Natan, maar langzaamaan is duidelijk geworden
dat men te maken heeft met een documentaire.
Een koereiger uit Afrika komt binnen. Jorge voert hem
kakkerlakken, die tegen de muren zitten. De reiger wordt een huisdier,
Blanquita. Ze trainen hem, maar later is hij verdwenen.
Aan de oever, waar meer mensen wonen, wordt de onderkant van
de boot schoongemaakt. Natan haalt water uit zee. Zijn vader waarschuwt hem
voor de krokodillen die vlakbij zijn. Met zijn vader zoekt Natan de reiger. Ze
roepen hem, klimmen in een uitzichttoren op het eiland, maar vinden hem niet.
Als het regent leest opa onder het afdak een boek. Jorge
dolt met zijn zoon in het huisje. Natan is geen verwende jongen, maar past zich
zeer goed aan aan de primitieve omstandigheden.
‘Ik ga naar zee, al moet ik lopen,’ zegt hij, als de zomer
bijna afgelopen is. Hij maakt een tekening van zijn ervaringen, doet die in een
fles met een stop erop en gooit die in zee.
De film is vooral een visuele belevenis, Er wordt weinig in
gepraat, maar des te meer geleefd. In de aftiteling zien we dat het om het Banco Chinchorro gaat,
een belangrijk rif in het Zuid- Oosten van Mexico. Het is op twee na grootste
van de wereld en dat men probeert het op de werelderfgoedlijst te krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten