Wim Brands kondigt het boek, dat over de kunst van het
verdedigen handelt, aan als een negentiende eeuwse roman, waaraan Chad Harbach
tien jaar werkte en vraagt hem iets over zijn achtergrond te vertellen.
De rustige en vriendelijke Harbach wiens naam me aan de schaatser Chad Hedrick deed denken, legt uit hij uit een middle
class gezin in Winsconsin komt en dat zijn overgang naar Harvard een enorme
stap was. Op de eerste dag was hij bang en het duurde een paar jaar voor hij
zich er op zijn gemak voelde. De studenten daar waren zo verschillend van wat
hij gewend was, wereldwijs en met meer levensmogelijkheden. Zij groeiden op
in New York, maakten reisjes naar Parijs en hadden een totaal ander begrip van
de wereld en veel meer zelfvertrouwen dan hijzelf.
Hoofdpersoon Henry denkt dan ook dat iedereen vantevoren een handleiding van de school kreeg en hij niet. Harbach vindt het
moeilijk een voorbeeld te geven. Hij wist niet eens dat zulke lui bestonden.
Brands vraagt of ze boeken lazen, van die klassieke
Amerikaanse romans, maar Harbach gaat daar niet echt op in. Hij antwoordt dat
zijn schoolvorderingen in ieder geval goed waren en dat hij kon meekomen. Hij
ontmoette serieuze atleten die ook bedachtzaam waren en intelligent.
Op de vraag van Brands of Harbach ook honkbalde, antwoordt
hij dat zijn vader al ballen naar hem toewierp. Hij was zelf een aardig goede
honkballer, niet op professioneel niveau maar in een klein college had hij deel uit kunnen maken
van het universiteitsteam. Ook Henry is een kleine, gracieuze speler.
Brands stelt zijn gebruikelijke vraag naar het idee voor het
boek en begint weer over de Great American novel, hetgeen volgens Harbach toch
echt een Europeaanse obsessie is. Het idee begon met een crisis waarin een
honkballer kan verkeren als hij de bal niet meer kan richten. Zoiets overkomt Henry
in het boek maar het gebeurde ook eerder bij professionals van de New York
Yankees, die daarmee aan zichzelf begonnen te twijfelen. Topsporters zijn vaak
in zichzelf gekeerd, het is niet zo gemakkelijk om te zien wat er in hen
omgaat, maar als het mis gaat is dat duidelijk waarneembaar.
Prachtig onderwerp, zegt Brands.
Harbach merkt op dat, vergeleken bij de centrale plaats die
sport inneemt in de Amerikaanse maatschappij, er niet zoveel boeken over sport
gaan. De roman speelt zich trouwens af op een college. Het gaat Harbach niet zozeer om de sport als wel om de fictie.
Brands vult aan dat het ook over opgroeien gaat. Hij toont de honkbal die op de omslag van de Nederlandse vertaling staat en niet op
het origineel.
Harbach zegt dat in Amerika vooral vrouwen romans lezen en
dat de meesten niet van honkbal houden. Hij vertelt een anekdote over een
mevrouw die zijn manuscript met veel plezier las maar vroeg wat nou precies een
korte stop was.
Wat is een korte stop? vraagt Brands meteen.
Harbach legt uit dat het de centrale verdediger is, die als
een spin in het web alle andere posities in de gaten houdt.
Brands vraagt waarom Harbach tien jaar over het boek heeft
gedaan.
Harbach zegt dat hij eerst nog moest groeien. De roman wordt
verteld vanuit vier personen en dat was een ambitieuze onderneming. Hij moest
eerst leren schrijven, maar zelf had hij ook niet het idee dat hij zou lang zou
duren. Anders was hij er niet aan begonnen.
Zie
hier, voor nog veel meer wetenswaardigheden, het interview van Tim de Gier
met Chad Harbach.
Wat is het toch altijd weer handig dat jij dit soort samenvattingen plaatst, Rein. Dank daarvoor. Ik hoor veel goeds over dit boek.
BeantwoordenVerwijderenLeuk om te horen, Teunis dat je een verslag op prijs stelt.
Verwijderen