Persoonlijkheidstrainingen schoten na de jaren zestig als
paddenstoelen uit de grond. Tot van dag aan toe doet men er van alles aan
zichzelf te verbeteren, soms in opdracht van het bedrijf waarin men werkt, soms
ook uit eigen beweegredenen. Men is in deze moderne tijd niet goed zoals men
is. Men moet mee. Dat ervaart ook de 37-jarige hoofdpersoon Haro in The First
Mile, de cursus die door het Milestone instituut gedurende twee avonden en twee
dagen op een bedrijventerrein wordt aangeboden. Haro is werkzaam in het
onderwijs en ervaart een matheid die hij niet kan verklaren. Soms freewheelt
hij al middenin de les naar het einde toe. Zijn vriendin Marije, een ziekenhuis
manager stelt vast dat hij toe is aan een verandering. Een collega van hem,
Bepke, wijst hem op het Amerikaanse instituut waar ze zelf een faciliterende
rol in speelt.
De hele roman gaat over de vier cursusdagen die bol staan
met oefeningen, plenaire bijeenkomsten (bevys), bijeenkomsten in kleinere
groepjes (coveys), in tweetallen (twains) en huiswerkopdrachten. Vriendin
Marije zien we pas aan het eind weer, omdat ze een klus te klaren heeft in het
ziekenhuis. Haro, die niet zo gemakkelijk naar buiten komt, is aan zichzelf
overgeleverd. Gelukkig krijgt hij als maatje de rebelse uit Oost Europa
afkomstige Sabina toegewezen.
Met de nodige reserve bekijkt Haro het jeugdige
internationale gezelschap in de zaal, dat uit zo’n zestig personen bestaat. Ze
worden eerst toegesproken door de charismatische Egyptische Nashwa en later
door haar assistente, de wat minder glad opererende tuincentrummanager Foekje.
De laatste wordt in de pauze door de kritische Sabine Fuck ya genoemd. Sabina
en Haro verbazen zich beiden over de bereidwilligheid van de deelnemers om
alles met hen te laten doen. Haro voelt zich meteen een onwillige kleuter in de
groep.
De theorie begint met het onderscheid tussen spelers,
toeschouwers en commentatoren. Om je eigen leven vorm te kunnen geven, moet je
deelnemen en niet als een buitenstaander aan de zijlijn blijven staan. Deze
notie lijkt zeer van toepassing op Haro. Hij verbaast zich erover dat de groep
steeds op de klanken van Zonsopgang van Strauss met geheven armen de zaal in
moet komen. Na een oefening wordt de zaak opgeschud met een versterkende
popsong uit de jaren zeventig of tachtig. Aan het eind verzucht Haro dat hij
nog nooit zo vaak John Denver heeft gehoord. Intrigerend zijn de vele
facilitators die de cursisten bijstaan, al was het maar met vertaling, zoals
dat heet. Haro vraagt zich ook af of de jonge knappe psychologe Eline, die zich
als een onnozel wicht op de opdrachten stort, nou helemaal niets geleerd heeft
in haar studie. Aansporingen als ‘doe spontaan’ zijn niet van de lucht. Leef
alsof dit de laatste dag van je leven is, schreeuwt men Youp van het Hek na.
Het ligt in de lijn der verwachting dat Sabina en Haro een
rel gaan veroorzaken en vervolgens afhaken, maar dat gebeurt niet. Pas als zij
echt niets anders kan, geeft Sabina er de brui aan, Haro blijft tot het bittere
einde, omdat hij Milestone toch een kans wil geven bij hem iets te
bewerkstelligen, zoals een doorbraak. Zelfs een één op één benadering door
Nashwa faalt echter, tenminste in de ogen van het instituut en de andere
cursisten.
Door het gebrek aan ironie worden de bedoelingen van
Milestone scherp over het voetlicht gebracht. Ook de lezer wordt door
Schellekens meegenomen in het proces. Het is niet gemakkelijk om op de valsheid
de vinger te leggen. Veranderen houdt in dat men onbekende wegen in slaat, dat
men de controle opgeeft, maar het is treurig dat een instituut als Milestone
van de kwetsbaarheid van de deelnemers profiteert. Mensen juist afhankelijk
maakt en aan zich bindt. Positief gezegd is Haro een desillusie rijker
geworden.
De cursus is een knap volgehouden verhaal over een training
die tot in de details wordt gevolgd en dat daardoor een waarschuwing kan
bevatten voor een ieder die zich op het pad wil wagen van de persoonlijkheidsontwikkeling.
Niet elk script kan herschreven, hoe aanlokkelijk dat ook lijkt. De manier
waarop door Milestone met emoties van deelnemers wordt omgegaan is ten hemel
schreiend. Het is de verdienste van Schellekens dat hij dat weet over te
brengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten