Wetenschapsfilosoof Rein Gerritsen (50) maakte een vreemde
periode mee na een auto-ongeluk in 1981, waarbij hij zijn moeder en halfbroer
verloor. Hij lag een jaar in het ziekenhuis en werd psychotisch omdat zijn
medicatie verkeerd werd afgebouwd.
Hij kwam in contact met een criminele familie in Leeuwarden,
pleegde overvallen, zat zijn straf uit en schreef en autobiografie over zijn
leven: Knock Out, de zieke
ziel.
Hij is inmiddels vijftig, getrouwd en heeft twee jonge
kinderen. Hij houdt zich bezig met nazorg van gedetineerden, die hard nodig is
omdat tachtig procent recidiveert.
Hij rijdt samen met een medewerker van Tegenlicht naar
De
Rode Pannen in Veenhuizen, dat tot 2008 in gebruik was als strafinrichting.
Hij ziet er tegenop terug te gaan omdat hij daar een slechte tijd had. Hij zegt
tegen zichzelf dat het maar een hoop stenen is, maar durft aanvankelijk toch
niet de cel in. Hij vertelt dat men steeds van de ene gevangenis naar de andere
werd verplaatst, om bendevorming te voorkomen. Pas veel later besefte hij dat
hij straf had verdiend. Hij heeft nog steeds spijt van de dood van een cassière
van een bank die later als represaille-maatregel werd doodgeschoten.
In een gevangenis is men een speelbal in de handen van de
bewakers. Vrijheidsberoving is geen straf genoeg, ook moet leed toegebracht
worden, bijvoorbeeld met herhaalde visitaties. Door het veranderen van termen
weet men de harde praktijk te omzeilen. Dat leidde bij Gerritsen tot groeiende
kwaadheid. Daardoor vloog hij in 1987 een gevangenisdirecteur in Hoorn aan,
toen hij nog vier maanden celstraf moest uitzitten.
Philip
Zimbardo van de universiteit van Stanford deed in 1971 in de
kelder een sociaal experiment waarbij studenten gevangenisje speelden. Hij
concludeerde dat men gemakkelijk wreed gedrag gaat vertonen. Hij veranderde
zelf als onderzoeker gemakkelijk in een gevangenisdirecteur door het kijken
naar de videobeelden van het spel.
Gerritsen werd gek van de sociale deprivatie in de cel. Nog
steeds kan hij niet tegen een temperatuur van achttien graden. De macht van de
reetkevers gaat ver. Als wraak verzamelde hij na zijn gevangenisstraf 76
politiepetten. De opsluiting blijft in het hoofd doormalen. Voor een
gedetineerde is een huis, een vriendin en een baan een ware straf. Gerritsen
stelt zich de vraag welke stap iemand moet zetten om de goede richting uit te
gaan. Zelf praat hij met zijn vrouw, wandelt hij in zijn eentje en sublimeert
hij zijn ervaringen door erover te schrijven en die te delen tijdens gastcolleges.
Ondanks het volbrengen van de straf komt een gedetineerde
moeilijk aan de bak. Hij heeft een gat in zijn cv en vaak geldgebrek. Zelf
werkt hij af en toe in een fabriek, vertaalt hij ook, onder andere Het
Lucifereffect.
Indrukwekkend is de ontmoeting met de gelijkgestemde
filosoof Bernard Stiegler in Parijs, niet in het minst omdat Gerritsen aan
hoogtevrees leidt.
Stiegler pleegde vijf overvallen en kwam daardoor buiten de
gemeenschap te staan.
Beiden vinden dat het leven in de gevangenis op dit moment
slechter is. Afwijkend gedrag wordt in de hand gewerkt. Stieglers’ moeder
bracht hem liefde voor lezen bij, er was een bibliotheek in de gevangenis en de
directeur stond hem toe een filosofie klasje te beginnen.
Door Derrida kon hij later werken op de universiteit, iets
dat Gerritsen niet is gegund.
Soms komen oude angsten weer boven. Gerritsen wil geen
psychose meer krijgen, ook niet met het oog op zijn jonge kinderen. Een
sympathieke eerlijke man, die pleit voor een veilige maatschappij, inclusief
een veilige gevangenis.
De machtsfactor doet denken aan de rapportage van Deetman
over het seksueel misbruik in de katholieke kerk. Misschien kan er ook eens
onderzoek in gevangenissen gedaan worden.
Hier
een link naar een gesprek van Wim Brands met Rein Gerritsen over Het
Lucifereffect in het radioprogramma Brands met boeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten