Veelzijdig kunstenaar.
Wim Brands toont enkele pagina’s uit kranten en
tijdschriften met teksten van de dichter en beeldend kunstenaar Elburg
(1919-1992) zoals ‘Soms laat voetbal u koud (voor de Gasunie)’ of ‘U gebruikt
toch wel echte boter, mevrouw’ om aan te geven hoe bekend Elburg was als
copywriter, meer dan als dichter in ieder geval. Voor hij daar op door gaat,
gaat het over de verzamelingen die Elburg in zijn huis in Haarlem hield, waar
hij uit Amsterdam komende vanaf 1971 woonde: een antieke pistoolverzameling en
een verzameling van etiketten van drankflessen. Een muur in zijn nieuwe huis
was daar zeer voor geschikt. Het is maar dat we het weten.
Biograaf Van der Vegt noemt ook nog de fossielen en de
schelpen die Elburg van vakanties meebracht. Enveloppen met notities brengen
ons dichterbij ons doel. Op de blaadjes die overal in het huis verspreid lagen
noteerde Elburg invallen voor nieuwe publicaties.
Brands trekt een notitie over Mulisch uit de envelop. Elburg
zou een scootertochtje met hem gemaakt hebben. Van der Vegt heeft het
nagevraagd. Mulisch ontkende, zodat Van der Vegt op het idee kwam dat het een
droomfragment zou kunnen zijn, bestemd voor een nieuw boek.
In 1987 publiceerde Elburg namelijk Geen letterheren,
een verzameling verhalen over de voorgeschiedenis van de Vijftigers waar hij
ook toe behoorde. Hij werd gevraagd daar een vervolg op te schrijven en deed
dat graag omdat hij al bezig was met autobiografische verhalen. De notitie over
Mulisch past daarin.
Elburg was ook zeer actief betrokken bij het verzet. Hij
werd ooit aangehouden door een jonge Duitse soldaat en het is onduidelijk of
hij die gedood heeft en alleen zijn wapen heeft afgenomen. Hij heeft in ieder
geval wel Duitsers gedood tijdens de inval in Nederland op 10 mei 1940. Elburg
was gelegerd in Zutphen waar ze een elite macht moesten tegenhouden. Twee
honderd Duitsers werden gedood. De oorlog had een grote invloed op Elburg. Hij
droomde er vaak over, maar hij vertelde nooit
veel over zijn verzetswerk, terwijl hij toch veel spanning moet hebben gehad
over de grondstoffen voor springstof die hij als chemicus in huis had. Bij een
inval van Duitsers in zijn huis zagen ze die echter over het hoofd. Elburg
heeft de spanning opgekropt en verdrongen, zegt Van der Vegt.
Brands toont een fragment uit De dode dichters almanak,
waarin Elburg een gedicht voorleest.
Daarna gaat hij dus over zijn werk als copywriter. Van der
Vegt noemt ook nog zijn bedenksel van het pientere pookje van Daf. Elburg kon
geweldig met taal spelen. Hij had gevoel voor stijlverschillen. Hij bedacht ook
voor de NRC: ‘persoonlijk val ik in slaap met de NRC’, een ironische tekst
omdat de NRC geacht werd een saaie krant te zijn.
Hier
de publicatie Geen letterheren in de dbnl. In het Stedelijk
Museum Schiedam is tot eind april een overzicht te zien van zijn beeldend
werk. Hier
nog een aantal gedichten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten