Collectieve meditatie over alles wat verloren gaat
Roem ging al vooraf aan de voorstelling met de intrigerende
titel Find me a boring stone. De
monoloog van Gijs Naber, die twee jaar geleden te zien was in Leger en ditmaal muzikaal begeleid wordt
door Stan Vreeken, maakt de verwachting geheel waar. De indringende tekst van
Rik van den Bos over een man in de rouw houdt het publiek vijf kwartier
muisstil, al is er af en toe een grapje, dat een lach in de zaal voorbrengt, bijvoorbeeld over een flespompoen die iemand kocht maar die verrotte, omdat de
koper niet wist wat ermee te maken. Rouw is een onderwerp dat de gemoederen
bezig houdt. Er is behoefte om meer stil te staan, de tijd te nemen. Naber geeft
die en brengt een collectieve meditatie teweeg.
In het enorme decor met in het midden een zwarte ronde
schijf zit hij ergens achteraf op een stoel. Hij is niet van belang, hij is een
werktuig net als gitarist Stan Vreeken die iets meer naar voren zit en de
voorstelling na een gepaste stilte opent met een lied, een net zo toepasselijke
folksong. Naber begint daarna, af en toe tegen Vreeken, over de volmaaktheid
van een cirkel, die een menselijke uitvinding is en in de natuur niet voorkomt.
De perfectie is iets wat in het hoofd van de mens zit en daar ook problemen
veroorzaakt. Denken is een last, net als de tijd die we steeds meer meetorsen
naarmate we ouder worden en ons geheugen minder wordt. En dat terwijl louter
zijn genoeg is. We hoeven ons niet te verschuilen achter woorden. Een hand op
de schouder is genoeg. Zeker voor een persoon die net een ander is kwijt
geraakt.
De tekst van Van den Bos is daarom zo sterk omdat hij van
het persoonlijke niveau naar het algemene en weer terug beweegt. Daarmee zit de
spanning ingebouwd. De jonge man die voor het raam over de stad uitkijkt, zich
verbazend over het leven dat nauwelijks in een patroon te vatten is, rouwt over
zijn vriendin, maar staat daarnaast symbool voor een toekomst waarin men
hopelijk de tijd krijgt om meer stil te staan bij alles wat met verlies te
maken heeft en dat te doorvoelen, voordat men gelouterd weer deelneemt aan de
bezigheden van alledag. De man voor het raam stelt zich voor dat de
begrafenisstoet met de lijkwagen voorop een tour maakt langs plaatsen
in de stad die belangrijk voor hen geweest zijn. Stilstaan, ook al is het maar
even, het voorbije doorleven, maakt dat er weer ruimte komt. De zon die in de
tekst vaak genoemd wordt. ligt eerst nog als een zwart gat op de grond, maar gaat
steeds meer schijnen. In het toneelbeeld wordt dit gefaseerde proces mooi
weergegeven tot de zon stralend op het verder lege podium de hoofdrol vervult,
nog versterkt door felle gele lampen die van boven op het publiek neerschijnen.
De nieuw verworven ruimte wordt mooi weergegeven in een
scène aan het eind, waarin een gezin met twee zoons zich aan het strand
bevindt. De moeder zit op een heuvel en kijkt uit over zee, de vader slaapt en
de jongens vervelen zich stierlijk omdat er niets te doen is. De vader geeft
hen de opdracht om een saaie steen te zoeken. De zoon die er eentje vindt mag
de volgende keer het vakantiedoel bepalen. Aan het eind van de middag komen de
jongens terug en overhandigen de vader hun vondst. De vader bekijkt de steen
en vraagt of ze weten wat die strepen in de steen betekenen. Door zijn uitleg
over zeewormen die dat gedaan hebben worden de jongens enthousiast en verdwijnt
de verveling, waarmee duidelijk wordt dat we ons op elk moment weer kunnen
schoonmaken door verwondering.
In het programmaboekje schrijft regisseur Erik Whien, die
zelf de laatste tijd ook met rouw te maken had, dat verlies de ogen opent voor
andere aspecten van het bestaan, dat de blik anders wordt, verruimd, dat men
anders aankijkt tegen zaken, hetgeen in de tekst heel mooi wordt weergegeven
door zinnen die beginnen met Er zijn er...
en die aangevuld worden met mensen die in chaos leven, die vergeten zijn, maar
ook die zich opgericht hebben. Door al het licht dat op het eind op het publiek
neerdaalt stapt men na de bemoedigende uitspraak van Naber dat mensen elkaar
tot steun kunnen zijn, gevolgd door een laatste folksong van Vreeken, lichter
en gelouterd weer naar buiten, om het leven met meer kracht weer aan te vangen.
Hier meer
informatie op de site van het Ro Theater met daarop ook een trailer, hier
mijn bespreking van Leger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten