Fraaie beeldtaal in verhouding tussen Italiaanse componist
en Afrikaanse werkster
De Italiaanse filmmaker Bernardo Bertolucci heeft een lange
staat van dienst. Zijn naam op de filmrol stond garant voor grote kwaliteit.
Films als Last tango in Paris (1972)
en Novecento (1976) spraken tot de
verbeelding. Daarna leek zijn grootheid af te nemen. The Dreamers (2003) was van mindere kwaliteit, maar met Besieged, de Engelse vertaling van L’assedio, die hij vijf jaar eerder
opnam, toont Bertolucci toch weer zijn kunnen.
Bertolucci begint in Afrika waar een man op een
snaarinstrument speelt en daarbij zingt over Afrika. De toestand in zin land is
niet best getuige beelden van politie die de bevolking in bedwang houdt, een
opstandige onderwijzer wordt afgevoerd en instellingen voor mensen, waaronder
veel jongeren, die gehandicapt geraakt zijn. Ook komt er een jonge vrouw in
voor die op zoek gaat naar haar man die in de militaire gevangenis zit
opgesloten. Op haar fiets maakt ze geen schijn van kans tegen de soldaten die
in hun jeeps over de weg scheuren. Machteloos zakt ze op de grond. De muzikant
passeert haar al zingende.
In een volgend fragment zien we de vrouw, die Shandurai
heet, terug in het appartement in Rome. Ze woont in een kelder van een statig
woonhuis van een componist en maakt schoon als ze niet studeert. De componist
Jason Kinsky houdt haar in de gaten als ze vanaf de straat de metro in schiet.
Het is meteen al duidelijk dat hij een oogje op haar heeft. Hij legt een bloem
in haar kast als ze afwezig is, hetgeen door Shandurai niet op prijs wordt
gesteld. Ze heeft ook weinig met de barokmuziek die Kinsky zelf speelt en aan
zijn leerlingen probeert over te dragen.
Als ze een ring vindt, die van de tante van Kinsky geweest
is, van wie hij het huis erfde, en die terug wil geven, vertelt Kinsky dat hij
van haar houdt. Als dat echt zo is, zegt Shandurai, help me dan mijn man uit de
gevangenis te bevrijden. Zonder dat dit met veel woorden gezegd wordt zet
Kinsky zich daarvoor in. Shandurai ziet ook dat er steeds meer huisraad uit de
woning verdwijnt, tot de vleugel aan toe. Ze deelt Kinsky mee dat haar man
inderdaad vrijkomt en vraagt of hij in zijn huis kan logeren. De grootmoedige
Kinsky geeft daaraan toe, waarop Shandurai hem zeer erkentelijk is, tot
lichamelijk dankbaarheid aan toe.
De toenadering tussen Kinsky en Shandurai wordt op een
beeldende manier gefilmd, waarbij de taal van ondergeschikte betekenis is en de
lieflijke pianomuziek de rol daarvan overneemt. De kleuren zijn zacht en de
details mooi. Zoals van de laatste ochtend in de stad Rome als de man van
Shandurai met een taxi naar de woning van zijn vrouw rijdt, het stofdoekje dat
langs de wenteltrappen neerdaalt op het hoofd van Kinsky, of de overgang van
het schuim op het bier dat Shandurai met een medestudent in een café drinkt in
het sop waarmee ze de stenen vloer in het huis dweilt.
Daarmee toont Bertolucci zich tot weer de filmmaker die met sterke
beeldende details, omgeven door veel rust, een bijzondere wereld weet op te
roepen en neer te zetten. De hoofdrol van de innemende Britse Thandie Newton als
Shandurai helpt daar, net als het verhaal van James Lasdun, ook aan mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten