Werkproces The red
turtle werpt licht op de ideeënwereld van animatiefilmmaker.
Na hun portretten over blueszangers in de Mississippi delta in
Times like deese (2011) en een follow
up van hun project En daarom werk ik
(2013) over een gratis onderwijsvoorziening in een sloppenwijk van Dhaka,
volgen de documentairemakers Thomas Doebele en Maarten Schmidt twee jaar lang
animator Michael Dudok de Wit die eerder in de prijzen viel met zijn
animatiefilm Father and daughter en
inmiddels een aanbieding uit Japan heeft gehad om de lange animatiefilm The red turtle te maken. Dudok de Wit
die altijd in zijn eentje werkte, moet leiding geven aan een team van zo’n
twintig à dertig Europese tekenaars en dat gaat hem, zoals we zien, vanwege
zijn perfectionistische instelling, niet altijd gemakkelijk af.
Doebele en Schmidt filmen in januari 2014 in Angouleme, waar
het team in een kelder van een villa aan het werk is. Dudok de Wit spoedt zich
regelmatig langs de trappen naar beneden om te overleggen over de beelden in
The red turtle. Het verlangen komt het duidelijkst naar voren in een scène op
het strand, zegt Dudok de Wit, als de hoofdpersoon zich alleen voelt en door
een schildpad niet meer van het eiland af kan (zie foto). De man lijkt op hem, zegt Dudok
de Wit, alleen is de speelfilmfiguur interessanter. Zelf kent hij het verlangen
als een pijn die er altijd is, die te maken heeft met een gebrek dat opgeheven
wil worden en uit te drukken is in kunst. Die vonk zat ook in Father en daughter, zoals we zien.
Tijdens een college in de Royal Academy of Arts legt Dudok
de Wit uit dat een kritische blik naar het eigen werk noodzakelijk is. Zelf wil
hij bijvoorbeeld graag de elegantie van het bewegen van een vrouw in zijn film
weergeven. Hij kijkt daarbij ook naar de lichtinval en de lengte van de
schaduwen. Hij fotografeert golven om de boeiende schaduwzijde ervan vast te
leggen en laat ook scènes voorspelen.
In het weekend als het stil is in de villa in Angouleme,
beoordeelt Dudok de Wit het werk van de teamleden. Hij heeft dan de rust om na
te denken. Hij vindt het vervelend om achter te lopen, maar dat is niet te
vermijden als men zichzelf steeds wil verbeteren. Hij heeft dat altijd al
gehad, dat onaangename gevoel dat het niet goed is, dat het beter kan. Een van
de thema’s is de dood. Gewoonlijk kunnen de figuren in animatiefilms de dood
overstijgen, maar dat wilde Dudok de Wit niet. De dood is bij hem een
werkelijkheid, die het verhaal spannender maakt. Hij doceert over de lineaire
en de cyclische tijdsopvatting die samenkomen in een spiraal, maar stelt
daarnaast ook nog de tijdloosheid, namelijk in een toestand van geluk. Het liefst
wil hij dat laatste uitdrukken.
In januari 2015 is de voorvertoning voor de medewerkers. De
tijd dringt. Er moet efficiënter gewerkt worden, zegt een leidinggevende uit
het team. Dudok de Wit is moe en daardoor pessimistisch. Creatief oordelen gaat
dan langzamer. Hij kent dit wel van zichzelf en kan er daarom afstand van
nemen. Teamleden spreken zich uit over Dudok de Wit. De een vindt het moeilijk
te weten te komen wat hij precies wil zien, een ander waardeert het dat hij
zich niet laat opjagen, een derde vindt zijn zucht naar perfectie te groot en
een vierde tenslotte vindt hem een groot kind dat met zijn hoofd in de wolken
loopt.
In Charleroi in september 2015 vindt de eindmontage plaats. Dudok
de Wit heeft een Franse componist gevonden die aanvoelt welke muziek hij
eronder wil hebben. Bij het horen van het thema kreeg hij tranen in de ogen.
Hij betreurt het nu al dat hij straks niets meer kan wijzigen in zijn film.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten