Pleidooi voor hergebruik kleding
Historica Ileen Montijn schreef een boek over kleren. Die geven
volgens haar een idee van wie we zijn. De ondertitel van Tot op de draad luidt: De
vele levens van oude kleren. Ze gaat in op de geschiedenis van de tweedehandskleding
en spreekt daarover op overtuigende en boeiende manier met Carolina Lo Galbo,
die illustraties uit het boek laat zien. Vooral het pleidooi van Montijn om
bewuster met kleding om te gaan, mag er zijn.
Lo Galbo vraagt Montijn hoe ze aan haar onderwerp kwam.
Montijn vertelt dat ze als historica interesse heeft in hoe
men zich voordoet. Kleding speelt daarbij een belangrijke rol. De adel hechtte
veel belang aan kleding en men was daar ook lang mee bezig.
Lo Galbo toont een totaal versleten jas van iemand op de
Coolsingel.
Montijn zegt dat men vroeger vaak tweedehands kleding droeg
en die dan steeds nog verstelde. Multatuli analyseerde de uitgaven van een
werkman en laat zien dat voor nieuwe kleren gespaard diende te worden.
Lo Galbo toont een foto van de lommerd. Daar hingen kleren
die als aflossing dienden voor schulden.
Montijn vertelt dat een zondagspak maandag werd weggebracht
en zaterdag weer opgehaald. Er was ook een levendige handel in tweedehands
kleding. Die begon vanuit de liefdadigheid. Armen konden geen kleren kopen.
Vrouwen met vakkennis sorteerden de kleding in verschillende categorieën
waarbij ze letten op kwaliteit en mode. De tweedehandskleding werd vroeger
gemerkt zodat men die niet meteen naar de lommerd bracht. Ruwe stof werd goed
genoeg gevonden voor de armen. Frivoliteiten werden verwijderd om te voorkomen
dat vrouwen de prostitutie in zouden gaan.
Lo Galbo zegt dat ze opgegroeid is met een overvloed aan
kleding.
Montijn kwam uit een gezin dat zuinig was wat dat betreft,
hoewel ze zelf weinig afleggertjes kreeg. Schepen voeren met oude kleren de
wereld rond en dat gebeurt nog steeds. Honderd jaar geleden droeg driekwart van
de Nederlanders tweedehands kleren en dat geldt nog steeds voor een meerderheid
van de wereldbevolking. Nederland is gespecialiseerd in deze handel. Wellicht
speelt zuinigheid daar ook wel een rol bij. De sorteerbedrijven komen voort uit
de lompenhandel van vroeger. Ook door het Leger des Heils wordt veel
gesorteerd. Rijke mensen waren ook zuinig met hun kleding, want de prijs stond
niet in verhouding met het inkomen. Een baljurk werd niet te smal geknipt zodat
de stof later weer voor iets anders gebruikt kon worden.
Lo Galbo toont een plaatje van een kazuifel dat eerst een
rok was geweest.
Montijn zegt dat de stof ten geschenke werd gegeven aan de
kerk. Er was veel creativiteit op dit gebied. In het Rijksmuseum hangt een
japon van zijden landkaarten, die eerder een goede stof voor de landkaarten
was. Montijn houdt een pleidooi voor hergebruik. Textiel is een wegwerpproduct
geworden. Er kan veel meer in containers gestopt worden, want textiel behoudt
de waarde als grondstof zoals een foto van een vervezelingsbedrijf laat zien.
Hier
een pdf van het eerste hoofdstuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten