Werken om te werken is tegenwoordig niet meer genoeg
Na haar documentaire Joan’s
boys uit 2013 - over de onenigheid van een eeneiige tweeling van
Marokkaanse afkomst in Amsterdam en de moeite die hulpverleenster Joan zich
getroost om de jongens uit een gezin zonder vader op het goede spoor te krijgen
– richt Catherine van Campen haar aandacht op een automobielbedrijf. Een heel
andere setting dan die van de hulpverlening maar ook hier gaat het om een
systeem dat ziekmakend of helend voor de betrokkenen kan zijn. In Garage 2.0 gaat het over de strijd die
directeur Ger Kooijman van een autobedrijf in Vianen voert om het personeel tot
hogere prestaties aan te zetten. In zijn kerstpraatje zegt hij dat werken om te
werken niet genoeg is en dat het erom gaat een doel voor ogen te hebben,
waarmee hij wil zeggen dat de productiviteit omhoog moet, vooral door een
grotere klantvriendelijkheid. In een tijd van vele faillissementen moet men in
deze branch op zijn tenen lopen om het hoofd boven water te houden.
Gert Kooijman die een telg is uit een familiebedrijf, zet
daartoe zelfs een trainer in die meteen al met termen als challenge gaat
smijten. Hoewel hij zegt dat men response mag geven, is hij duidelijk niet
gediend van andere opvattingen. Het enige dat men kan doen is gaan voor goud. In
de rookruimte reageert het personeel zich af, maar tijdens een
functioneringsgesprekken haalt Gert de duimschroeven aan. Hij baseert zich
daarbij op de verkopen en de score ten aanzien van de klantvriendelijkheid.
Verkoper Ad krijgt te horen dat hij meer uit de kast moet halen om meer auto’s
te verkopen, Gerda dat ze in een negatieve spiraal zit en de jongere Wouter is
gewoon niet klantvriendelijk genoeg. Ad belooft beterschap, Gerda geeft toe dat
het allemaal niet vlekkeloos loopt, maar dat daar ook andere problemen aan ten
grondslag liggen en Wouter hoort van Gert hoe hij de klant beter kan benaderen.
In een verdrietig telefoongesprek met haar man vertelt Gerda dat ze door Gert
drie maanden aan het sporten wordt gezet om uit de vicieuze cirkel te komen.
Tegenpool van Gert is zijn broer Ton die net als Gert
regelmatig op de sleepwagen te vinden is dat auto’s met schade van de weg
halen. Hij ziet veel ellende en zegt later in de uitzending dat hij op zijn zevende
een ernstig ongeluk kreeg tijdens het oversteken van een verkeersweg waardoor
hij in coma in een ziekenhuis belandde en alles opnieuw moest leren. Aan zijn
spraak te horen is hij nog steeds wat achter. Hij wordt paternalistisch
behandeld door Gert, die er alles aan doet om de eer van zijn vaders bedrijf
hoog te houden. Tussendoor komt de trouwe klant Cor langs voor een nieuwe auto,
maar hij is niet van plan zich de kaas van zijn brood te laten eten. Hij
vertelt later aan zijn vrouw dat hij voor elkaar heeft gekregen dat Gert de
nieuwe auto terugneemt als zijn hart slechter wordt en hij er niet meer mee kan
rijden. Enig sociaal besef is Gert niet vreemd. Hij zit ook gevangen in
kapitalistische wetmatigheden die eisen dat de bankschroef steeds verder wordt
aangedraaid. Vaak met een triest gevolg van dien zoals we zien bij Ad die zijn
werk moet staken vanwege aderverkalking die hem veel pijn oplevert.
Hopelijk komt er nog eens een tijd dat werknemers niet over
de kling worden gejaagd en zelf meer invloed hebben over hun werksituatie. Van
Campen bracht het probleem knap in beeld en het autobedrijf en haar medewerkers
verdient lof voor de openhartigheid waarmee men liet zien hoe de hiërarchie en
de grotere werkdruk tot knechting van het menselijk kapitaal leidt. De rolstoel
die Gert tijdens de kerstborrel aan Ad aanbiedt, is slechts een doekje voor het
bloeden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten