Boeiende
poging om dwarsverbanden tussen politiek en kunst te leggen
Politiek
en kunst staan te boek als werkelijkheidsgebieden die elkaar uitsluiten.
Vraagstukken over macht lijken veraf te staan van de creatieve activiteit van de
kunstenaar. Toch zijn de twee nauwer met elkaar verbonden dan gedacht.
Rosemarie Buikema, hoogleraar kunst, cultuur en diversiteit aan de Universiteit
van Utrecht, doet in Revoltes in de
cultuurkritiek laat zien welke invloed kunst kan spelen bij machtsprocessen
en in het vormgeven van een betere maatschappij. Haar doordenking biedt ook een
uitweg uit de starre tweedeling in de literatuurbeschouwing tussen autonomie en
engagement.
In
haar inleiding laat Buikema meteen zien welke kant ze op wil. De door de
apartheid gesegregeerde Zuid-Afrikaanse maatschappij dient als voorbeeld voor
een uitweg uit de impasse waarin die samenleving zich na het herstel van de
democratie in 1990 bevindt. Rehad Desai gaf vorig jaar in zijn documentaire The giant is falling een goed beeld van
de zorgelijke toestand waarin het land zich bevindt. Buikema stelt dat het werk
van waarheids- en verzoeningscommissies na de politieke omwenteling niet genoeg
bleek om een nieuwe leefwijze vorm te geven. Het feit dat daders van
institutioneel geweld schuld bekennen, die door de slachtoffers geaccepteerd
wordt, houdt nog niet in dat men daarmee weet hoe verder met elkaar om te gaan.
De nieuwe verhoudingen vragen om een context die nog niet bestaat. Kunst biedt
een mogelijkheid om bij te dragen aan uitdrukkingsvormen die nog niet in de
werkelijkheid gerealiseerd zijn.
In
het eerste deel gaat Buikema in op de mogelijkheden die feminisme en
postkolonialisme bieden om anders naar de betekenis van oudere literaire werken
te kijken. Boegbeeld voor een feministische kijk is Virginia Woolf die in haar
essayistische werk de noodzaak van ruimte voor vrouwelijke waarden in een door
mannen gedomineerde wereld uiteenzette. Vanuit de literaire werken Jane Eyre en De stille kracht wordt bezien hoe vanuit een feministische en
postkoloniale visie meer inzicht kan worden verkregen in machtsstructuren die
op basis van sekse, klasse en etniciteit ontstaan zijn. In de twee romans zien
we dat de koloniale verhoudingen een grote stempel drukken op de manier waarop
macht en onmacht tegenover elkaar staan. De blanke cultuur ontkent dat zijzelf
een etniciteit hebben en denkt de wijsheid in pacht te hebben.
Tussendoor
zei opgemerkt dat dit ook in Nederland speelt in het schoorvoetende debat over
onze koloniale wortels dat aangezwengeld werd door de Zwarte piet-discussie.
Daarin is te zien hoe moeilijk het is om vastgezette overtuigingen te
doorbreken. Een regelrechte aanval op de witte cultuur levert vaak alleen meer
verzet op. Kunstuitingen, waarin de bestaande verhoudingen op losse schroeven
worden gezet, bieden meer kans om mensen ontvankelijk te maken voor de manier
waarop zij tegen het leven aankijken. Buikema komt met aansprekende
voorbeelden.
In
het tweede deel wordt de, in de inleiding genoemde, waarheid en de verzoening verder
uitgespit. Buikema baseert zich op de Albie Sachs, die in 2014 door Abbie
Ginzburg geportretteerd werd in Zachte
wraak. Deze jurist en voormalig ANC activist stelde dat de politiek te rade
moest gaan bij de kunst die kan uitdrukken wat nog niet in de maatschappij
geaccepteerd is. De romans Disgrace van
John Coetzee en Agaat van Marlene van
Niekerk bieden op eigen wijze een beeld van de Zuid-Afrikaanse maatschappij die
ten prooi is aan verwarring over de toekomst. De twee romans leveren ideologiekritiek
in een specifieke vorm. Buikema spreekt van literariteit om aan te geven dat dit
over een bewustzijn van het werkelijke gaat. Literariteit ontstaat door
verschil en divergentie. Die maken bewust van de manier waarop we gewoonlijk de
werkelijkheid waarnemen en maken ontvankelijk voor een andere manier van kijken.
De amnestiecommissie in Zuid-Afrika liet waarheid boven rechtvaardigheid
prevaleren om inzicht te krijgen in de misdaden die door de regering maar ook
door het ANC gepleegd werden. Kunstwerken zoals een blauw jurkje van Judith
Mason, dat de ellendige dood van een vrijheidsstrijdster voorstelt, en de bustes
van Wim Botha, waarvan er een te zien op de omslag van Revoltes in de cultuurkritiek,
vergroten het inzicht in het macabere verleden en vormen een beter middel
om herhaling in de toekomst te voorkomen dan het straffen van schuldigen en vervolgens
op de oude voet doorgaan. Buikema werkt de installatie The black box van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar William Kentrigde
nader uit. Kentrigde laat zien hoe kolonialisme en nazisme in de voormalige
Duitse kolonie in Namibië nauw aan elkaar verwant waren. De verwarring die de
kijker ervaart zet aan tot een zoektocht naar waarheid die geen einde kent en de
schaduwzijde van de Verlichting laat zien. Herinneren is spoorzoeken, zegt
Buikema, die in haar uitleg ook de ideeën van Walter Benjamin betrekt.
Als
kers op de taart vertelt Buikema over een derde weg in het dispuut tussen
autonome kunst en kunst in dienst van maatschappelijke verandering. Op grond
van het voorgaande komt Buitema, - alweer op grond van een werk van Van
Niekerk, ditmaal De sneeuwslaper - tot
een literatuurbeschouwing die recht doet aan beide opvattingen door een stap
verder te zetten. In literatuur gaat het niet om de mooie vorm of de
geëngageerde inhoud maar om het omgaan met het besef van grondeloosheid in het
leven en de verschillende mogelijkheden die dit inhoudt. Buikema stelt de roman
Koetsier Herfst van Charlotte Mutsaers
daarbij als voorbeeld. Deze roman gaat niet alleen om dierenactivisme, maar
veel meer over de manier waarop wij tegen het leven aankijken. Mooier dan
Buikema kan ik het niet zeggen: 'Zo de
tekst al terug te brengen is tot een boodschap is die echter gelegen in juist
dat appel op de ontvankelijkheid voor het onverwachte en het verdragen van
meerstemmigheid en ambivalentie.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten