Ode aan de lichtstad en haar artistieke betekenis
Dat Midnight in Paris
een ode is aan de lichtstad wordt meteen duidelijk bij de eerste beelden,
bestaande uit gefilterde kiekjes van bekende plekken in de stad zoals het
Louvre, de Opera en de Notre Dame. In dat romantische decor past het verhaal
over Inez en Gil, een jong Amerikaans stel dat ik dat in Parijs wil gaan
trouwen, maar de nodige tegenslag ontmoet. Dat Gil weinig succes kent als romanschrijver
vormt een scharnierpunt in de film.
De tegenslag wordt in de hand gewerkt door een ontmoeting
met vrienden van Inez, Paul en Carol. De pedante Paul heeft een aanstelling aan
de Sorbonne gekregen, weet veel van kunst en neemt hen mee naar de musea. Tijdens
een conversatie van het viertal in Versailles is Gil erg terechthoudend om over
zijn boek te praten. Inez zegt dat het over de behoefte van Gil aan nostalgie
gaat, de jaren twintig die zo glamorous waren. In de tuin het Rodin museum verschilt
Paul van mening met de vrouwelijke gids over het feit of Camille de vrouw of de
maîtresse van Rodin was. Dat Paul Inez later voorstelt om het boek van Gil te
lezen is tegen het zere been van Gil.
Verrassend is de tijdmachine waarin Gil terecht komt na een dagje
met Gil en haar vrienden. Hij heeft geen zin om nog te gaan stappen en op weg
naar het hotel verdwaalt hij en belandt hij op de trappen van een gebouw.
Klokslag twaalf uur komt er een antieke luxewagen voorgereden met personen
achterin die hem uitnodigen mee te komen naar een feest. De personen blijken
niet minder dan Scott Fitzgerald en zijn vrouw Zelda en het feestje, waarop
Cole Porter achter de piano zit, is ter ere van Jean Cocteau. Ook Hemingway is
van de partij. Hij raadt Gil aan om zijn manuscript te lezen te geven aan
Gertrude Stein. Als Gil dat gedaan heeft en alweer op straat staat, bedenkt hij
dat hij een vervolgafspraak met haar moet maken, maar opeens kan hij haar huis
niet meer vinden. Er blijkt een moderne winkel met een grote etalage in
gevestigd.
Het uitstapje van Gil in het verleden doet de relatie geen goed.
Hij trekt zich steeds meer terug, onder het mom dat hij wil schrijven,
herschrijven en is ook werkelijk begeesterd geraakt door de groep kunstenaars
die hij ontmoette en anderen zoals Bunuel of Picasso die hij later nog zal
ontmoeten. Parijs was in de jaren twintig het artistieke centrum waar het alles
zich afspeelde. Gil krijgt zelfs een romance met Adriana (zie foto), een naaktmodel
van Picasso en daardoor komt hij in de problemen met Inez. Hij gaat zelfs voor
raad naar de gids van het Rodin museum om te vragen of hij er, net als Rodin, een
maîtresse en een vrouw op na kan houden. Als hij met Adriana in La belle epoche terecht komt en zij daar
wil blijven, neemt hij afscheid van haar. Tenslotte komt hij uit bij Gabrielle,
een Parisienne die de muziek van Cole Porter verkoopt. Zij vindt het, anders
dan Inez, niet erg om door de regen te lopen.
De ironische toets geeft een meerwaarde aan de film. De
vader van Inez, een conservatieve zakenman, zet een detective in om de gangen
van zijn komende schoonzoon na te gaan, maar die belandt zelfs in een
achttiende eeuws paleis. Gil koopt in een boekenstalletje langs de Seine de
autobiografie van Adriana en leest dat ze op hem verkikkerd is. Als Gil Bunuel
ontmoet doet hij hem het idee van La
grande bouffe aan de hand. De Amerikaanse cultuur komt er bekaaid vanaf. Gil
lijkt in ieder geval wat betreft zijn accent erg op Woody Allen zelf, maar ook
in zijn gedrag kent hij dat nerveuze, onzekere. Toch is Midnight in Paris, net
als Vicky Cristina Barcelona weer erg
licht. Meer geschikt voor in het vliegtuig dan als serieuze filmhuisfilm.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten