Van spannend jongensboek tot indringende sociale roman
Meester Mitraillette
speelt zich af in de aanloop van de Eerste Wereldoorlog. In de
documentaireserie 14 – 18, Dagboeken uit deze oorlog horen we hoe goed het
leven was voor de oorlog begon. Er was sprake van een redelijke rechtsgang in een
vaststaande orde, er waren allerlei technische ontwikkelingen die individuele vooruitgang
en een grotere mobiliteit mogelijk maakten, de medische wetenschap maakte het
leven langer, kortom er leek voor de mensheid een gouden toekomst te gloren.
In het West-Vlaamse achterland was de nieuwe tijd nog niet
aangebroken. Daar ging het leven zijn gang zoals dat al vele eeuwen geleefd
werd. De vader van hoofdpersoon David Verbocht is weliswaar geen boer, maar
conciërge op de universiteit van Gent en ontwikkelt zelfs een hele theorie over
het getal vier en zijn moeder is een onderwijzeres. Samen met zijn zes jaar
jongere broertje Henri, bijgenaamd Rattekop, verkent David de wereld om hen
heen, die naar een bos voert waarin de wulpse Myrtha met haar jagershonden
woont. Een mitraillette van haar overleden man hangt boven het hoofd van de
jongens en de dood van Henri die daarmee samenhangt legt een schaduw over het
gezin.
Van een spannend jongensboek ontwikkelt Meester Mitraillette zich tot een sociale roman als David op
voorspraak van zijn vader een baan krijgt als onderwijzer in Elverdinge, dat
ook in het debuut De verzonken jongen
plaats van handeling was. Mooi beschreven is zijn aankomst in het dorp en zijn
ingebruikname van een schimmelig kot, dat hem is toegewezen. Meteen al is er
frictie als hij zijn toekomstige leerling en vriend Marcus Verschoppen ontmoet
en diens barse vader. De laatste rijdt hem koel op de paard en wagen voorbij
als David met een zware kolenbak op weg is naar zijn kot. Een egel is zijn eerste
vriend. David is een sterk persoon. Zijn geloofstwijfel steekt hij niet onder
stoelen of banken, ook niet onder de schoolbanken, hetgeen hem op de wrevel van
de dorpspastoor komt te staan. Een nauwere relatie met Marcus, die wordt
gestimuleerd door Godelieve de sensuele moeder van de gevoelige Marcus, brengt
hem in de problemen en van kwaad tot erger, tot militaire dienst in de Eerste
Wereldoorlog en een afranseling in de gevangenis vanwege plichtsverzuim.
In een ziekenhuis in Ieper komt alle negatieve ervaring als
een orkaan bij David boven.
‘Waandenkbeelden die
ik, nu ik bij bewustzijn was, niet van me af kon schudden, maar die in me leken
te botten als zwammen op een rotte stronk: vergelding voor de afranseling in de
gevangenis, voor het opsluiten van een onschuldig persoon, wraak op boer
Verschoppen omdat hij zijn zoon nooit heeft begrepen en weigerde mij mee te
nemen in zijn kar toen ik zeulde met de kolenbak.’
Meester Mitraillette
ademt een naturalistische sfeer die past bij de sfeer in de beginjaren van de
twintigste eeuw. De intro’s over de natuur sluiten daar mooi bij aan. Het drama
rommelt in de verte, onder de oppervlakte broeit het. Het verhaal van de
onderwijzersjaren van David en zijn vriendschap met Marcus Verschoppen loopt
parallel met de jeugd van David en zijn broertje Henri en wikkelt zich op een natuurlijke
af.
De taal is niet echt Vlaams, maar er komen wel bepaalde woorden
in voor zoals mispeuteren en koffie met een druppel, die een aangename sfeer wekken.
Soms is het wel eens wat al te archaïsch zoals in de zin: ‘Geen toornig geblaf.’ Die slaat op een ongeoorloofd bezoek van David
tijdens zijn dienst aan de boerderij van Verschoppen waar eerder altijd de hond
Buk meteen aansloeg als iemand het erf op kwam.
Meester Mitraillette
schetst een indringend beeld van de dreiging in het leven voor de Eerste
Wereldoorlog, maar de boodschap strekt zich uit naar het heden, waarin mensen vaak
nog steeds niet kunnen zijn wie ze zijn en gekoeioneerd worden door krachten
die sterker zijn dan zijzelf en die zondebokken zoeken in geval van tegenslag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten