Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



zaterdag 21 juni 2014

Piet de Rooy over Ons stipje op de waereldkaart, Athenaeum Boekhandel Haarlem, 19 juni 2014



Waarin een klein land zijn partijtje meeblaast

Piet de Rooy begint zijn lezing met de opmerking dat hij die op deze donderdag net tussen twee WK wedstrijden in kan houden. Ons stipje op de waereldkaart heeft als ondertitel De politieke cultuur van modern Nederland. Daarover wil hij eerst iets uitleggen. Ondanks de vaagheid ervan is het begrip politieke cultuur belangrijk. De Rooy neemt de vorige kabinetsformatie in België als voorbeeld, die 541 dagen duurde. Vaak wordt daarbij uitvoerig teruggekeken naar de betrokkenen en hun schaakzetten. De Rooy kijkt liever naar de ondergrond: de verschillen tussen de Walen en de Vlamingen en de achtergrond daarvan. Politieke cultuur, doceert hij, wil de grondtrekken van de politieke geschiedenis in een geordend verband bestuderen.

Welke kenmerken zijn belangrijk als het om Nederland gaat? De Rooy wil het niet hebben over de poldercultuur, ontstaan door de ontworsteling aan het water en de noodzakelijke samenwerking daaromtrent, omdat dit nogal versimpelend is, maar wel over drie andere elementen: de grondwet, de politieke partijen en de ideologie.

De eerste grondwet van 1798 is de vrucht van een staatsgreep door radicale patriotten. Zo ingeslapen is Nederland dus niet. De Rooy toont een klein boekje waarin de staatsregeling is opgenomen. Daarin werd de scheiding van kerk en staat geregeld, die een politiek debat mogelijk maakte. Gevolgen van de scheiding tussen kerk en staat waren de gelijkstelling van katholieken en joden als staatsburgers; ambten stonden open voor niet-gereformeerden; kerkklokken werden niet meer geluid. Ook kwam de vraag op of slaven kiesrecht moesten krijgen. In verband met de economische neergang werd besloten dat niet te geven. Over kiesrecht voor vrouwen werd zelfs helemaal niet gepraat. Daardoor werd de uitbreiding van het kiesrecht later een heet hangijzer. De burger kreeg een rechtstreekse band met de overheid in plaats van via coöoperatieve verbanden van gilden, kerkgenootschappen en andere verenigingen. Paradoxaal was echter dat daardoor de godsdienstige opvattingen juist belangrijker werden. Voor het eerst was er een natiestaat. Koning Willem I nam de grondwet niet erg serieus. In 1848 maakte Thorbecke een nieuwe grondwet die de basis is van onze huidige grondwet, in 1917 en 1918 werden regelingen betreffende de schoolstrijd en het kiesrecht opgenomen.

Het tweede element van de politieke cultuur was het ontstaan van politieke partijen. Eerder werden die als een schadelijk gezien, omdat ze de gemeenschap verdeelden en tot kadaverdiscipline leidden. Hoewel Groen van Prinsterer er ook niets in zag, richtte zijn opvolger Abraham Kuyper met de nodige moeite de ARP op, waarna katholieken en socialisten niet konden achterblijven. Kuyper wilde de politicofobie bestrijden die bij principiële verenigingen als de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen heerste. Hij bond onderwijsverenigingen aan de politiek waarmee hij de tussenlaag, die in de grondwet van 1798 was afgeschaft, weer terughaalde. Gevolgen van de opkomst van politieke partijen waren dat verschillen in de samenleving duidelijker benoemd werden, dat de achterban en daarmee ook de kiesrechtuitbreiding belangrijker werd en dat de ideologie als een netwerk van uiteenlopende gedachten - bijvoorbeeld over de relatie tussen vrijheid en gelijkheid - een beginsel tot uitdrukking bracht en een kader aangaf, dat steeds kan worden aangepast (vooral bij de socialisten, zoals blijkt uit het dikke boek over de sociaal democratische geschiedenis dat De Rooy in de lucht houdt).

De Rooy gaat in deze lezing niet in op de verzuiling, omdat het begrip meer verwarring dan duidelijkheid schenkt en de lezer daarover in zijn boek kan lezen. Hij gaat verder met de ondergang van de politieke cultuur in de tweede helft van de twintigste eeuw, omdat de culturele revolutie van de jaren zestig geen weerklank kreeg in de politieke cultuur.
Intellectuelen realiseerden zich na de Tweede Wereldoorlog dat het moderne individu geen duidelijke mening had maar opging in de massa. Onder invloed van het existentialisme vond men het belangrijk om keuzen te maken en in opstand te komen, hetgeen gebeurde door jongeren vrouwen en katholieken. Hun ideeën waren echter te heterogeen om door te dringen in het politieke bestel. Het gevolg van de was dat de ideologie vervaagde en dat het ledenaantal van de politieke partijen sterk kelderde.

Het begrip democratie werd na de Tweede Wereldoorlog nieuw leven ingeblazen door het idee van bestaanszekerheid. Echter toen de economie in de jaren tachtig in het slop raakte, was de verzorgingsstaat moeilijk te financieren. Vandaar de wens om zich in Europa te verenigen. Dit heeft bijgedragen tot de welvaart en de democratische verankering.

Een laatste punt vormt het gelijkblijvende karakter in de Nederlandse politieke cultuur. De titel van het boek is ontleend aan een uitspraak van Rutger Jan Schimmelpenninck (1761-1825) die 'ons stipje op de waereldkaart' in het eerste Nederlandse parlement een kenmerk van Nederland noemde. De Tocqueville stelde later dat kleine landen conflicten niet uit de hand laten lopen, hetgeen vaak leidt tot fletsheid en kleinburgerlijkheid. Daardoor woonden schrijvers als Multatuli, Busken Huet en Hermans en tegenwoordig Grunberg buiten Nederland. Kenmerkend voor een klein land is een moeilijk te hanteren balans tussen over- en onderschatting, zoals de commentaren op het Nederlands elftal aantonen. Na de zege tegen Spanje was het vergruisde elftal opeens weer in staat om wereldkampioen te worden. Hoe een klein landje een partijtje meeblaast. Een uur na de lezing deelt Luis Suarez met een mooie kopbal een klap uit aan Engeland, dat inmiddels onderaan de groep bungelt. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten