Sterke kritiek op het hedendaagse perfectionisme
We leven in een tijd waarin we niet meer goed zijn zoals we
zijn. Op ons werk krijgen we cursussen aangeboden om onze competentie te
vergroten, in functioneringsgesprekken wordt steeds gekeken of de aanwezige
vaardigheid nog wel aansluit op de te verrichtten taken en in het privéleven
staat ook een batterij hulpverleners klaar om ons fysiek dan wel psychisch bij
de tijd te houden. Deze behoefte aan verbetering komt niet voort uit een de
wens van de burger, maar het is de technologie in dienst van de economische
ontwikkeling die ons voortstuwt in een richting waarvan de uitkomst ongewis is.
De vraag is of we straks niet een stel aangepaste individuen zijn die keurig de
bevelen van de meritocraten zullen opvolgen. Het spookbeeld dat Orwell in Brave new world schetste behoort nog
steeds tot de mogelijkheden.
Elke Geurts snijdt dit thema op scherpe en directe wijze aan
in De weg naar zee. Daarin maken we
kennis met de kapster Tessa die een relatie had met de flegmatieke Australiër
Dylan Montgomery en met hem Summer op de wereld zette. Aan het begin van de
roman is de relatie al een jaar verbroken. Tessa is met haar jeugdvriendin Gina,
die net als zij veertig jaar oud is, en hun zeven jaar oude dochters voor een
midweek naar een huisje in het duingebied tussen Bergen en Schoorl.
Het levensgemak van Gina met haar dochter Milly (ofwel Milja)
staat scherp tegenover de moeite die Tessa heeft met de opvoeding van Summer.
‘Ze (Gina, rs) had
Summer nog net niet uitgelegd dat Milja een nieuwetijdskind was, anders was
Tessa gaan gillen. Nieuwe tijdskinderen waren betere mensen, volgens Gina. Ze
waren sensitiever, intelligenter en socialer dan de huidige mens. Een stap
verder in de evolutie.’
Het negatieve zelfbeeld van Tessa is er door haar vader
vanaf de vroege jeugd ingepompt en de reacties van de buitenwereld - haar eigen
ouders voorop - op haar dochter met het downsyndroom verergeren haar onvrede.
In een sterke behoefte aan perfectie probeert ze de
onvolkomenheden te lijf te gaan. Dat begint met een fysiotherapeut die de loop
van Summer moet verbeteren en gaat verder met operaties zoals het verkorten van
de tong en het reconstrueren van de oogleden. Summer zelf echoot de behoefte
van de moeder op hartverscheurende wijze na: ‘Ik wil zo graag gewoon zijn, mama. Mag ik ook gewoon worden?’
Op weg naar zee tijdens een snikhete dag krijgen we de hele ontwikkeling
van Summer mee, die net de dag daarvoor geëindigd is in een totale omslag naar
aanleiding van het verlangen om een hippie te zijn. Van de weerstuit hoeft
Summer zich niet meer aan te passen en mag ze zijn wie ze is. Terwijl Gina en
Milly bij het huisje zijn gebleven om daar te chillen, duwt Tessa de bolderkar
voort over de zandpaden met Summer erin. De dochter omklemt de opblaashaai die
ze van Milly als een mascotte heeft meegekregen.
Overtuigend zet Geurts de tegenstelling tussen de loodzware
weg naar het verkwikkende doel neer. ‘Haar
hoofd kookt. Ze heeft niet geslapen vannacht. Ze heeft hoogstens drie uur met
haar ogen dicht gelegen. Daar rust je ook van uit. Toen was Summer weer boven
op haar gesprongen, hadden ze samen weer dezelfde puzzel gemaakt.’
Vooral mooi is de manier waarop ze zonder commentaar de
normen en waarden van haar omgeving heeft verinnerlijkt.
Spanning wordt toegevoegd door de pyromaan die in het gebied
actief is. Fraai is de hallucinerende sfeer waarin Michael Jackson zich bij hen
voegt. Minder sterk is helaas het einde waarin Tessa haar dochter onder de
paraplu van Jackson achterlaat, op zoek gaat naar water en bij een opvang
terecht komt waar Gina en haar dochter al aanwezig zijn. Het is na alle hobbels
niet zo goed invoelbaar dat Tessa zomaar haar dochter in de steek laat. De
absurde kant van de roman wordt al verbeeld in het omslag van Edward Hopper,
die de eenzaamheid van de moderne mens als onderwerp van zijn schilderkunst
maakte. Geurts geeft aan zijn pennenstreken met rake woorden een nadere
invulling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten