Volwassen autist met het zwaard van Damocles boven zijn
hoofd
Kees Momma is een vierenveertigjarige, nogal angstige en kinderlijk
ogende autist uit Velp. Hij woont bij zijn ouders. In een chalet die tegen het
huis is aangebouwd en waarin hij met zijn gevoeligheid voor geluid en
temperatuur zijn eigen leven kan leiden. Kees tekent, studeert Japans en heeft
een treinenhobby. Met documentairemaakster Monique is hij zo te zien heel
vertrouwd. Meteen in het begin van de documentaire verwijt hij haar in zijn
kenmerkende archaïsche taalgebruik dat ze een kort rokje draagt waardoor zijn
trein vertraging heeft opgelopen. Een antwoord op haar vraag of hij wel eens
een vriendinnetje heeft gehad, krijgt ze niet.
De documentaire zou komisch zijn als er niet een tragische
ondertoon onder zit. De ouders van Kees die hun hele leven voor hem klaar
stonden, zijn namelijk bejaard en de dag komt dat ze niet meer voor hem kunnen
zorgen. De toekomst hangt als een zwaard van Damocles boven het hoofd van Kees.
De ouders bepraten de mogelijkheden met de twee oudere broers. Die hadden het
onderwerp al eerder op tafel willen leggen. De broers hopen dat een woonproject
voor oudere autisten uitkomst biedt. Als Kees erbij komt en hun steun in de
toekomst vraagt – de een voor zijn financiële zaken en de ander voor de
doorgeven van de weersberichten - stellen ze hun jongere broer gerust.
De ouders maken zich zorgen. De moeder zinspeelt zelfs op
euthanasie, maar de vader wil daar niets van weten. Ondraaglijk lijden is niet aantoonbaar.
Hij voelde zich vroeger buitengesloten in de relatie tussen Kees en zijn vrouw.
Als kostwinnaar moest hij zich invechten. De ruzies met Kees die daar het
gevolg van waren, werden door zijn zoon beslecht door iets dierbaars van zijn
vader kapot te maken. Hetgeen voor de vader zeer teleurstellend was. Niettemin
zet hij zich met zijn vrouw voor het geluk zijn kwetsbare zoon in en waardeert
hij de inzet van zijn vrouw heel erg.
Er zitten oude filmbeelden van het gezin in de documentaire.
Kees was meteen al anders dan zijn broers, zeggen zijn ouders. Hij bekommerde
zich niet om zijn speelgoed, maar wel om de auto van zijn vader. De ouders
verdiepten zich in de stoornis en besloten hun leven te wijden aan het geluk
van Kees. Ze ontmoetten daarbij weerstand. In de jaren zeventig dacht men nog
dat de stoornis een gevolg was van onvoldoende moederliefde. De moeder
beschermt haar zoon zodanig dat ze zelfs onwelgevallige, schokkende artikelen voor
haar zoon uit de NCRV gids knipt.
De druk op het gezin neemt toe als Kees en zijn moeder een mogelijk
woonproject bezichtigen en de moeder tot ergernis van Kees in de auto kucht. Na
een lange dag wordt de moeder onwel. We horen dat ze een goedaardige tumor in
de hersenen heeft die soms opspeelt. Ze moet naar het ziekenhuis en Kees is
bang dat ze een beroerte krijgt.
Een goede begeleiding is nog niet gevonden, laat staan een
woning. De huizen zijn veel te duur. Tijdens een onderhoud in de gemeente Olst
wijst een ambtenaar erop dat vrijstaande huizen niet binnen de mogelijkheden
vallen. Het brengt de moeder tot het idee dat Kees dan maar in Velp moet
blijven. Regelmatig skypt Kees met Monique over zijn zorgen.
Het beste voor Kees
schetst een pijnlijk beeld van goede bedoelingen met een onwelgevallige
uitkomst. Hebben de ouders nooit contact hebben gezocht met lotgenoten om te
horen hoe die met het probleem van een autistisch kind omgingen? Een broer zei
in het gezinsgesprek dat hij Kees verwend vond. Hij wilde alleen een huis
waarin hij zijn modeltrein kon opstellen. Hetzelfde kan gezegd voor de moeder
die een rijtjeshuis niet goed genoeg voor hem vindt. Wie al te hoge eisen
stelt, krijgt gemakkelijk de deksel op de neus. En dat is jammer voor deze lieve,
boeiende Kees.
Hier
een kort fragment waarin Kees in de auto van zijn moeder een Duitser de huid
volscheldt. Kees schreef twee boeken over zijn stoornis: En toen verscheen een regenboog (1996) en Achter de onzichtbare muur (1999). Wie de laatste ontwikkelingen van Kees wil volgen kan terecht op de Facebook pagina Het beste voor Kees.
zijn achternaam wel een gevalletje nomen est omen ... tragisch
BeantwoordenVerwijderen