Het verleden is een ander land
Pieter van der Wielen heeft de Britse historicus en
schrijver Keith Lowe (1970) aan tafel, die Het
woeste continent schreef, dat in Engeland een bestseller is. Het boek gaat
over de jaren na de Tweede Wereldoorlog tot de jaren van de Koude Oorlog. In
dit tussengebied was sprake van een vacuum waarin de machtsverhoudingen nog
niet uitgekristalleerd zijn en veel geweld aan de orde van de dag was, vooral
naar het Oosten toe.
Van der Wielen heeft een beeld in zijn hoofd van dansende
mensen op straat.
Lowe zegt dat dit gebeurde, maar dat er ook nog een andere,
chaotische, dimensie was. De happy story biedt troost, maar is niet
realistisch. Na de oorlog werden er nog steeds kleine oorlogen uitgevochten,
zoals tussen politiek links en rechts.
Van der Wielen wil weten hoe groot de chaos na de oorlog
was.
Instituties waren afwezig of in diskrediet gebracht, zoals die
van de politie. Het verzet had onvoldoende gezag en mankracht. Er ontbrak een
structuur. Ieder kon doen wat hij of zij wilde. De geallieerden verkondigden
niet altijd de goede normen. De visie van Roosevelt was niet veel anders dan de
gemiddelde Amerikaanse soldaat. Hij maakte een nogal zorgwekkend grapje over
het doden van Duitsers. Lowe verontschuldigt hem vanwege de zware
oorlogsinspanningen. We projecteren gemakkelijk onze eigen waarden en normen op
het verleden, dat een ander land is. In de Verenigde Staten wordt over The
Greatest Generation gesproken, maar dat gebeurt omdat men met ogen van nu naar
het verleden kijkt. De verschillende dodenaantallen geven aan dat iedereen vanuit
een eigen perspectief kijkt.
Van der Wielen begint over wraak als katalysator van het
geweld.
Lowe noemt dat een belangrijk thema in het boek. Omdat men
weer naar een machtsevenwicht streefde, gebeurden er nare dingen op allerlei
niveaus. Hij noemt een geval in Italië waar een geschil over de hand van een
meisje tijdens de Tweede Wereldoorlog tot een burgeroorlog leidde.
Van der Wielen vraagt zich af of Hitler toch niet de oorlog
won omdat het radicalisme zegevierde.
Lowe geeft hem gelijk voor de periode die hij bestudeerde,
maar vindt dat we dit later te boven zijn gekomen. Alle instituties, zoals de
EU, zijn een reactie op de Tweede Wereldoorlog.
Van der Wielen stelt dat de Holocaust na de bevrijding nog
verder ging.
Lowe vindt het vreselijk dat er geen sympathie was voor de
joden, dat men hun bezit niet terug wilde geven en dat er weer pogroms optraden,
waardoor veel Oost-Europese joden vluchtten. Het is niet gemakkelijk uit de
cirkel van haat te treden. Eerst dienden de geallieerden plunderingen te
voorkomen, daarna moest de economie en vervolgens de instituties opgebouwd
worden. Daarmee ontstonden nieuwe mythen, die in plaats van de realiteit
kwamen, zoals dat er in Nederland veel verzet geboden werd.
Van der Wielen begint over de geringe straffen die
uitgedeeld zijn.
Men kon niet iedereen afrekenen op zijn daden. Net zoveel
als genoeg was voor het rechtsgevoel. Het was soms beter om te vergeten. Een
historicus dient daarentegen afstand te nemen en vanuit verschillende
perspectieven een beter zich op de werkelijkheid te geven.
Hier
mijn verslag van een gesprek van Wim Brands met Ian Buruma die een boek schreef
over het jaar 1945, waarin hij vanuit een andere invalshoek min of meer dezelfde
denkbeelden verkondigt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten