Over verdwijnen in kunst en leven
Op een zonnige zondagmiddag interviewt Lex ter Braak - sinds
2011 directeur bij de Jan van Eyck Academie te Maastricht, een meervoudig
instituut voor beeldende kunst, ontwerp en reflectie, kortom iemand die wel wat
van kunst weet - Niña
Weijers over haar debuutroman De
consequenties. Ter Braak heeft de roman met genoegen gelezen en is onder de
indruk dat de debutante zo goed op de hoogte is van de hedendaagse beeldende kunst
en de positie van de kunstenaar daarin. Hij begint over de boekpresentatie eerder
in Amsterdam. Tijdens een interview wilde Thomas de Veen niet teveel weggeven
van de inhoud. Ter Braak vraagt wat Weijers daarvan vindt. Weijers antwoordt
dat er wel wat ontknopingen in de roman zitten, maar dat die meer is dan dat.
Ter Braak vertelt daarop iets over de inhoud. Hoofdpersoon
is Minnie Panis, een beeldend kunstenaar in de stijl van Sophie Calle, die net
als andere kunstenaars, kunsttijdschriften en musea in het boek wordt genoemd. Minnie
bijt zich zowel in haar leven als in haar conceptuele werk vast in het onderwerp
verdwijnen. Dat ze ooit te vroeg werd geboren en nipt in leven bleef zal
daarmee te maken hebben. Ter Braak vraagt Weijers wat haar in dit onderwerp
interesseert.
Weijers antwoordt dat ze op het onderwerp stuitte tijdens
het schrijven. Ze bleef eraan hangen en weet nog steeds niet goed wat het is. Het
gaat om de paradox om zichtbaar te willen zijn en te willen verdwijnen. Vanuit dat
beginpunt schreef ze verder. Iemand die net aan haar geboorte overleefde, wat
wordt dat voor iemand?
Ter Braak merkt op dat de dood vaak terugkomt in de roman:
een zusje wordt doodgeboren en Minnie valt in een wak, waarbij ze wordt gered
van de reddingsdood, zoals dat heet.
Weijers beaamt dat Minnie een doodsverlangen heeft, dat ze
daarmee flirt, maar dat ze ook wil bestaan.
Ter Braak leest twee zinnen uit de Proloog (zie link
onderaan) om het publiek van de superieure stijl en inhoud te laten genieten.
Weijers zegt dat het beeld van de koorddanser er onbewust in
kwam, als Minnie door het ijs zakt, maar dat het een geschikt symbool was. Wat
betreft de vorm had ze het vertrouwen dat de fragmenten in elkaar zouden vallen.
De Maya kalender kwam op haar pad. Ze verdiepte zich in de zin en onzin van die
voorspelling en andere new age achtige zaken.
Ter Braak zegt dat de moeder van Minnie in het tweede deel een
belangrijke rol speelt en dat ze als harde zakenvrouw een tegenpool van de
osmotische Minnie is.
Weijers zegt dat het een taboe is dat een moeder niet weet
wat ze met een kind aan moet en dat de moeder ook weer niet zoveel verschilt
met Minnie. Ze lijken in hun verlangen naar onthechting meer op elkaar dan ze denken.
Ze herkende in haar eigen schrijfproces wel iets van Minnie, van haar
zelfvertrouwen als kunstenaar, haar durf om op haar intuïtie te vertrouwen. De scènes
over de agent, die in de roman de ironische component van de conceptuele kunst
vertegenwoordigt, waren gemakkelijk te schrijven.
Ter Braak gaat in op het essay in het midden van de roman
over kunstenaar Bas Jan Ader (1942-1975), die op 33 jarige leeftijd als
cultheld op een boot verdween tijdens een oversteek van de Atlantische Oceaan
en voortleeft als mythe. In De
consequenties wordt hij opgevoerd als kunstenaar van het vallen, van het
vrij zijn tijdens het moment van gewichtloosheid.
Weijers begreep naar aanleiding van zijn werk wat ze wilde
schrijven. Hij is met zijn nog radicalere opvatting over kunst waarin alles een
concept is, een mal waarin je het leven kan dwingen, een belangrijke spiegel
voor haar boek. Zelf vindt Weijers het soms nodig meer van de achtergrond te
weten van de conceptuele kunst om die in het museum te begrijpen.
Hier
een leesfragment uit De consequenties.