Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



maandag 30 juni 2014

Niña Weijers over De consequenties, Athenaeum Boekhandel Haarlem, 29 juni 2014



Over verdwijnen in kunst en leven

Op een zonnige zondagmiddag interviewt Lex ter Braak - sinds 2011 directeur bij de Jan van Eyck Academie te Maastricht, een meervoudig instituut voor beeldende kunst, ontwerp en reflectie, kortom iemand die wel wat van kunst weet - Niña Weijers over haar debuutroman De consequenties. Ter Braak heeft de roman met genoegen gelezen en is onder de indruk dat de debutante zo goed op de hoogte is van de hedendaagse beeldende kunst en de positie van de kunstenaar daarin. Hij begint over de boekpresentatie eerder in Amsterdam. Tijdens een interview wilde Thomas de Veen niet teveel weggeven van de inhoud. Ter Braak vraagt wat Weijers daarvan vindt. Weijers antwoordt dat er wel wat ontknopingen in de roman zitten, maar dat die meer is dan dat.

Ter Braak vertelt daarop iets over de inhoud. Hoofdpersoon is Minnie Panis, een beeldend kunstenaar in de stijl van Sophie Calle, die net als andere kunstenaars, kunsttijdschriften en musea in het boek wordt genoemd. Minnie bijt zich zowel in haar leven als in haar conceptuele werk vast in het onderwerp verdwijnen. Dat ze ooit te vroeg werd geboren en nipt in leven bleef zal daarmee te maken hebben. Ter Braak vraagt Weijers wat haar in dit onderwerp interesseert.
Weijers antwoordt dat ze op het onderwerp stuitte tijdens het schrijven. Ze bleef eraan hangen en weet nog steeds niet goed wat het is. Het gaat om de paradox om zichtbaar te willen zijn en te willen verdwijnen. Vanuit dat beginpunt schreef ze verder. Iemand die net aan haar geboorte overleefde, wat wordt dat voor iemand?

Ter Braak merkt op dat de dood vaak terugkomt in de roman: een zusje wordt doodgeboren en Minnie valt in een wak, waarbij ze wordt gered van de reddingsdood, zoals dat heet.
Weijers beaamt dat Minnie een doodsverlangen heeft, dat ze daarmee flirt, maar dat ze ook wil bestaan.

Ter Braak leest twee zinnen uit de Proloog (zie link onderaan) om het publiek van de superieure stijl en inhoud te laten genieten.
Weijers zegt dat het beeld van de koorddanser er onbewust in kwam, als Minnie door het ijs zakt, maar dat het een geschikt symbool was. Wat betreft de vorm had ze het vertrouwen dat de fragmenten in elkaar zouden vallen. De Maya kalender kwam op haar pad. Ze verdiepte zich in de zin en onzin van die voorspelling en andere new age achtige zaken.

Ter Braak zegt dat de moeder van Minnie in het tweede deel een belangrijke rol speelt en dat ze als harde zakenvrouw een tegenpool van de osmotische Minnie is.
Weijers zegt dat het een taboe is dat een moeder niet weet wat ze met een kind aan moet en dat de moeder ook weer niet zoveel verschilt met Minnie. Ze lijken in hun verlangen naar onthechting meer op elkaar dan ze denken. Ze herkende in haar eigen schrijfproces wel iets van Minnie, van haar zelfvertrouwen als kunstenaar, haar durf om op haar intuïtie te vertrouwen. De scènes over de agent, die in de roman de ironische component van de conceptuele kunst vertegenwoordigt, waren gemakkelijk te schrijven.  

Ter Braak gaat in op het essay in het midden van de roman over kunstenaar Bas Jan Ader (1942-1975), die op 33 jarige leeftijd als cultheld op een boot verdween tijdens een oversteek van de Atlantische Oceaan en voortleeft als mythe. In De consequenties wordt hij opgevoerd als kunstenaar van het vallen, van het vrij zijn tijdens het moment van gewichtloosheid.
Weijers begreep naar aanleiding van zijn werk wat ze wilde schrijven. Hij is met zijn nog radicalere opvatting over kunst waarin alles een concept is, een mal waarin je het leven kan dwingen, een belangrijke spiegel voor haar boek. Zelf vindt Weijers het soms nodig meer van de achtergrond te weten van de conceptuele kunst om die in het museum te begrijpen.    

Hier een leesfragment uit De consequenties.

Halfjaarbericht Allerhande, maar vooral literatuur, 30 juni 2014



Kunst, waarheid en politiek

Aan het eind van het vorig jaar was ik nogal moedeloos over de toestand in de wereld, die maar van het ene conflict in het andere belandde, waardoor er geen tijd overblijft om samen te werken aan het behoud van de aarde.

Een half jaar later is het niet veel anders. Het conflict in Oekraïne deed denken aan de jaren van de Koude Oorlog. Het recente besluit van de eigenzinnige Poetin om zijn wet om in te grijpen in Oekraïne in te trekken geeft enige verlichting, maar geeft ook aan hoe onstandvastig en weinig barmhartig zijn beleid is. In Irak worden alle beginselen van menselijkheid door Isis overtreden. Alsof na drie jaar strijd in Syrië tussen soennieten en sjiieten de wraakgevoelens nog steeds niet uitgewerkt zijn. Het Westen kan ook wel de hand in eigen boezem steken door het opleggen van onze kreupele ideeën over democratie aan landen die in een andere staat van ontwikkeling verkeren. Egypte is weer een ander verhaal. Femke Halsema was voor haar serie Seks en de zonde op het Tahrirplein in Cairo en doopte dat om van plein van de vrijheid tot plein van de seksuele intimidatie, maar desondanks blijf ik mijn twibbon van 25 januari als een symbool van bevrijding op Twitter dragen.

Een serie als 14-18, Dagboeken uit de Eerste Wereldoorlog zou ons moeten leren op een andere manier met conflicten om te gaan, maar wellicht is de menselijke aard daarvoor nog te onstuimig en te licht ontvlambaar. Helaas zijn er weinig wereldleiders met het gezag om de wereld richting te geven. Het recente plan van Obama tot verdere reductie van CO2 is een weldadige verademing te midden van alle besluiteloosheid. Vandaar dat het onbegrijpelijk is dat de Nederlandse regering geen nieuwe plannen heeft voor de toekomst. Zo dwaas heb ik het niet eerder meegemaakt. Het tekent de enorme afstand tussen de Haagse politiek en de maatschappelijk werkelijkheid, waarin mens en aarde verder uitgewrongen worden. Het zou, zoals scheidend werkgeversvoorzitter Wientjes zei, goed zijn om ons democratisch bestel eens tegen het voetlicht te houden. Ideeën over een meer directe democratie worden onder andere door David van Reybrouck geleverd. In landen waar de tegenstellingen groot waren, zoals in Zuid-Afrika, hielp het om waarheids en verzoeningscommissies in te stellen.  

Waarheids- en verzoeningscommissies kunnen ook behulpzaam zijn op het gebied van de economische ontwikkeling, schrijft David Marsh in zijn boek Europa’s impasse. Wie heeft ons na de Tweede Wereldoorlog op de neoliberale spoor gezet, wie zijn verantwoordelijk voor ongebreidelde privatisering? Hoe zou goed zijn als de verantwoordelijken zich daar voor een commissie over uitspreken, vooral om inzicht te krijgen in de mechanismes achter de besluiten.

‘Marsh staat een waarheidscommissie voor die zich moeten buigen over de degenen die verantwoordelijk waren voor het gevoerde beleid, waarvan de Grieken de grootste slachtoffers waren. Degenen die hen geld leenden zijn net zo goed schuldig. De enige uitweg om uit dit probleem te komen was door de werkloosheid te laten oplopen. Veel Europeanen zijn hiervan nog steeds de dupe.’ Aldus een fragment van mijn verslag op mijn blog over Europa’s impasse.

Dan is er nog de kunst, die ook iets met waarheid te doen heeft, al is die niet hetzelfde als de  
politieke waarheid. In de kunst bestaat er geen waarheid of onwaarheid, stelde toneelschrijver Harold Pinter in zijn lezing Art, Truth & Politics bij het aanvaarden van de Nobelprijs voor Literatuur in 2005. Anders dan in de politiek heeft iedereen zijn eigen waarheid. In de kunst bestaan er meerdere werelden naast elkaar. Dat ontslaat de kunstenaar mijns inziens echter van niet zijn verantwoordelijkheid om zijn eigen persoonlijke waarheid zo helder mogelijk te uit te drukken, opdat die als basis en voedingsbodem kan dienen voor de politieke variant.  

Hier de Nobelprijs rede van Harold Pinter in 2005.


zondag 29 juni 2014

Het internaat (1973), documentaire van Kees Boomkens



In een star patroon waarin men zichzelf niet kan zijn.

In Het internaat, een documentaire uit 1973 met de ondertitel 50 jongens tussen de twaalf en de achttien jaar, een gouverneur en een directeur begeeft Kees Boomkens zich naar het Protestants Christelijk Internaat in Culemborg, dat op de eerste plaats bedoeld is voor studieredenen. Directeur Brunt wordt bijgestaan door zijn vrouw en een gouverneur. Hij vertelt dat zij veel zonen krijgen van artsen en tandartsen die weinig tijd hebben om zich met de opvoeding van hun kind te bemoeien en die daarom vanwege matige studieresultaten op de lagere school door hun vrouwen worden aangemeld.

Boomkens spreekt met hem en enkele jongens indringend over het leven in het internaat. Hij is niet te beroerd om door te vragen en aldus de betekenis van het communale leven op de ontwikkeling van jongeren vast te stellen. Daar tussendoor zien we beelden uit de eetzaal, de studiezaal, de recreatiezaal en om te beginnen de slaapzaal. In november 1973 bevinden zich daar steeds enkele jongens, maar dat komt omdat het weekend is en dat de meeste jongens naar huis gaan.

Boomkens ondervraagt een jongen over zijn heimwee, die in het begin erg was, maar nu wel weer meevalt. Hij moet dit weekend op het internaat blijven omdat hij twee onvoldoendes op zijn rapport had. Een andere jongen, die al drie jaar op het internaat zit, zegt dat hij bij zijn intrede erg stoer deed, maar toch zijn ouders met lede ogen zag vertrekken. Huilen lukte niet, waarschijnlijk omdat hij het teveel probeerde weg te drukken. Hij vertelt dat nieuwelingen worden afgeknepen, d.w.z. dat men rotopmerkingen maakt of hen aftuigt, vooral als ze een grote mond hebben. Hij doet er ook aan mee, want vroeger was hij zelf een slachtoffer ervan. Oudere jongens hebben privileges ten opzichte van de jongeren. Voordeel van het internaat is de studievoortgang, nadeel het starre patroon, de regelmaat, waardoor hij zichzelf niet kan zijn. 

Een jongen die met Wim wordt aangesproken zegt dat hij zich op de worstelmat in de garderobe kan uitleven. Over moeilijkheden praat men niet met elkaar, vooral vanwege schaamte. Hij praat ook niet met de directeur. Hij is bang voor Brunt die de straffen uitdeelt.
Een jongen van zestien vertelt over de stoere verhalen op de slaapzaal, bijvoorbeeld over een meid die een van hen in de vakantie gepakt heeft. Zelf heeft hij verkering met een meisje van veertien maar praat daar niet veel over. Hij werd op zijn twaalfde door zijn ouders voorgelicht na een ruzie op school over de vraag of ouders met elkaar naar bed moeten om een kindje te krijgen. Hij doet niet mee aan het afknijpen, dat vindt hij zielig.

Brunt denkt dat de jongens hem streng vinden, maar weerstand bieden is niet erg. In belangrijke gevallen kunnen ze wel bij hem terecht. Het zou kunnen dat ze zich afreageren door te stoeien op de mat in de garderobe. Afknijpen vindt hij bedenkelijker. Tijdens bepaalde vergaderingen kunnen de jongens hun grieven en wensen kwijt. Dan heeft hij meer oor voor hen dan in de dagelijkse omgang. Hij vindt de opmerking van Boomkens dat hij slaat niet terecht. Zo vaak komt dat nou ook weer niet voor. Het is niet ongezond om af en toe zijn handen te laten wapperen. Boomkens wekt bij hem het inzicht dat het natuurlijk ook met hemzelf te maken heeft, met zijn eigen behoefte aan orde en veiligheid. Hij durft niet meer vrijheid aan uit angst dat het uit de hand loopt. Vrije opvoeding is vaak gebaseerd op gemakzucht. Het is moeilijk de juiste verhouding te vinden tussen orde en vrijheid. Zoals het gaat vindt hij het het beste.  

Zie ook The making of them uit 1984. Hier mijn verslag en een link naar het eerste deel van deze documentaire die over Engelse, wat jongere jongens gaat. Hier een korte, maar erg mooie herinnering aan Kees Boomkens die in 1985 op 46 jarige leeftijd op vakantie in Frankrijk aan een hartaanval overleed. 

zaterdag 28 juni 2014

Recensie: Twee broers (2013), Jhumpa Lahiri





Wat vlakke beschrijving van problemen die in de hand worden gewerkt door immigratie

Jhumpa Lahiri (1967) is als dochter van immigranten uit West Bengalen bekend met de problemen van tweede generatie immigranten. Ze werd geboren in Londen en groeide op in de Verenigde Staten.

Twee broers, een wat vlakke vertaling van The lowlands, speelt zich voor een belangrijk deel af in het moerassige laagland rond Calcutta na de onafhankelijkheid. De familie van de twee broers, Subhash en Udayana, woont daar, vlakbij een golfterrein, nog daterend uit de tijd van de Engelse overheersers, waar de jongens wel eens clandestien een spelletje spelen. De politieke situatie in Bengalen was in de jaren zestig niet erg stabiel. Een communistische partij wil het bestaande maatschappelijk stelsel veranderen. Tijdens een boerenopstand in Naxalbari probeert men Chinese praktijken in te stellen.

In de roman zien we de jongens ouder worden, studeren en langzaam uit elkaar groeien. De jongere Udayana verbindt zich met de politieke strijd, Subhash houdt het bij de natuurwetenschap. Hij gaat in 1970 naar de Verenigde Staten om daar verder te leren. Udaynana stuurt hem brieven waarin hij niets laat blijken van zijn politieke activiteiten, waar hij ook zijn medestudente Gauri met wie hij trouwt, voor inzet.

Als Subhash hoort dat zijn broer doodgeschoten is in het moeras dicht bij hun ouderlijk huis, vliegt hij naar Bengalen en praat met de zwangere Gauri die door zijn ouders met de nek wordt aangekeken. Hij neemt haar mee naar Rhode Island waar hij op de universiteitscampus woont en trouwt met haar. Gauri gedraagt zich niet erg toeschietelijk en werpt zich op de filosofiestudie.

Na de vroege jeugd van haar dochter Bela trekt ze zich zelfs terug uit het gezin. Ze vliegt naar Californië om daar te gaan doceren. Bela blijft onwetend over haar werkelijke vader en krijgt daardoor psychische problemen. Later werkt ze, anders dan haar moeder, met groenten en coöperaties. Als Bela zwanger blijkt en niets van de vader van het kind wil weten vindt Subash het tijd worden om haar in te lichten over haar ware vader. Om te trouwen met een vroegere juf van Bela, moet hij hij de scheiding regelen met Gauri. Het lijkt er een vrede op komst, maar dat is toch te veel gevraagd. Een niet al te happy ontknoping voorkomt een sentimenteel einde.

In acht delen wordt deze hele familiegeschiedenis redelijk chronologisch opgediend. Er zijn meerdere vertellers en de schrijfster hangt daar voor het overzicht boven. Door het hele boek heen speelt de eeuwige wederkeer van gebeurtenissen veroorzaakt door de geschiedenis. Als een rad van wedergeboorte worden problemen ontkend en van de ene op de andere generatie doorgegeven. Men speelt men steeds weer wisselende rollen. Over Gauri zegt de schrijfster na een fragment over een nieuwe wat afstandelijke relatie met een vrouw: ‘Het had wel iets van de manier waarop haar rol in zoveel andere stadia van haar leven veranderd was. Van echtgenote in weduwe. Van schoonzuster in echtgenote, van moeder in kinderloze vrouw.’ Het autobiografische lijkt er soms doorheen te schijnen, zoals over een door Gauri bestelde taxi. Als die komt voorrijden denkt de chauffeur dat Gauri de dienstmeid is. Opmerkelijk is dat in het boek geen aanhalingstekens voorkomen. In de meeste gevallen zijn die ook niet nodig en anders moet men nog even uitpuzzelen of iets daadwerkelijk gezegd wordt.

Helaas blijkt het verhaal nogal beschouwelijk geschreven. De personen komen hierdoor niet helemaal uit de verf. Het filosofische denkwerk van Gauri die onder andere zich werpt op de Frankfurter Schule blijft aan de vlakke kant. Door de conventionele schrijfwijze met veel aandacht voor relaties is Twee broers meer een – excucez le mot - vrouwenroman dan literatuur, maar voor wie een ontroerend verhaal zoekt is dit het slechtste boek niet, al werd het mij af en toe wat te dramatisch.

Brotherly love is een korte versie van The lowlands en te lezen hier in The New Yorker.
Vooral het fragment waarin de jongens over de muren van de golfclub klimmen en later gesnapt worden is prachtig.



vrijdag 27 juni 2014

Isabela Granic over game therapy, Doc Talks 23 juni 2014



Videogames helpen bij agressiestoornissen

Hoogleraar orthopedagogiek Isabela Granic is van oorsprong Roemeense, studeerde in Toronto en bekleedt nu een leerstoel psychopathologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ze is bezig met een project over game therapy voor moeilijk opvoedbare jongeren, niet te verwarren met speltherapie.

Chris Kijne vraagt haar naar de betekenis van MindLight.
Granic vertelt dat het een videogame is, waarbij de hersengolven met een elektrode gemeten worden en waarmee de aandacht en de ontspanning verbeterd wordt. De inhoud gaat over Arty die door zijn oma in de steek gelaten wordt en een gevecht moet aangaan met verschillende monsters. Als het lukt om rustig te blijven, blijven de monsters op afstand, maar tijdens stress wordt het donker en gevaarlijk. De game leert om de aandacht bij het positieve doel te houden.

Kijne vraagt hoe belangrijk angst is bij de gedragsproblemen.
Volgens Granic heeft twintig procent van de jongeren daar last van, maar speelt zich dat onder de oppervlakte af en wordt het daardoor nauwelijks onderkend. Angst is vaak ook onderliggend bij agressie. Granic geeft als voorbeeld het geval Casey slams over een angstige jongen die zodanig getreiterd wordt dat hij om zich heen gaat slaan. De agressie is ook terug te zien in het onderste deel van de hersenen waar de emotie zetelt. In haar onderzoeken lichten die gebieden tijdens het spelen van games minder fel op.

Kijne vraagt naar de relatie tussen gedrag en game.
Granic zocht naar een behandelingsmethode van agressieproblemen en kwam tot de videogames. Hoewel die een slechte naam hebben, worden ze overal gespeeld. De link tussen agressie en game is niet geheel duidelijk. Armoede en sociale ongelijkheid zijn belangrijker bij het ontstaan van agressie. Het effect van games is hetzelfde als het effect van voedsel. Daar is in zijn algemeenheid weinig over te zeggen. Granic gaat, hoewel haar onderzoek nog in de kinderschoenen staat, in op drie positieve gevolgen van videogames. De motivatie verbetert omdat de game aansluit bij de zone van naaste ontwikkeling. De emotie verandert door een herwaardering van de situatie, waardoor de speler nieuwe handelingsstrategieën leert. Het sociale gedrag verbetert omdat men vaak samenwerkt, in werkelijkheid dan wel online. Veel spelen zoals World of warcraft zijn gebaseerd op sociale interactie en leiden tot een grotere maatschappelijke betrokkenheid.

Kijne wil weten of de vaardigheid opgedaan in de game ook in het dagelijks leven wordt toegepast.
Granic heeft geen resultaten van longitudinaal onderzoek, maar zegt dat coöperatieve games wel een betere uitwerking hebben dan competitieve games, zelfs als ze gewelddadig van karakter zijn. Of dit ook geldt bij kinderen met pathologische angst is onbekend. Ze is bezig met het PlayNiceInstitute om games te ontwikkelen met het doel om de geestelijke gezondheid te bevorderen, ook tegen depressie en pesten.

Kijne wil tenslotte weten of de videogames psychotherapie kunnen vervangen.
Granic zegt dat ze kunnen dienen als huiswerk waardoor de dure therapie korter kan. Ook kunnen ze ingezet worden als preventie. Haar eigen kinderen mogen alleen in het weekend spelen, als er voldoende tijd is tussen de fysieke activiteiten door.    

Hier Casey slams op YouTube, hier meer over MindLight van het PlayNiceInstitute.