Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



woensdag 30 april 2014

De patiënt in de hoofdrol, Tegenlicht, 27 april 2014



Technologische vernieuwing leidt tot andere verhouding tussen arts en patiënt

De snelle ontwikkeling van de technologie laat ook in het ziekenhuis zijn sporen na. Dat heeft gevolgen voor de relatie tussen arts en patiënt. Dat zou tenminste de uitkomst van deze ontwikkeling zijn als het aan Lucien Engelen (zie foto) ligt, die als buitenstaander in het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen is aangesteld om de innovatie te begeleiden. De voorzitter van de Raad van Toezicht van het ziekenhuis kiest voor een snelle speedboot naast de logge tanker, om het in beeldspraak te zeggen.

Een van de innovaties is het gebruik van Google Glass in de operatiezaal. Een arts kan daarmee op afstand meekijken. Ook Lucien Engelen draagt zo’n bril, waarmee hij andere innovaties filmt. Hij vertelt dat zijn vader een bedrijf had en klantgericht moest werken en dat hij dit in het ziekenhuis ook probeert. Hij ziet een hausse aan technologie op de zorg afkomen en wil die in goede banen leiden door personeel erop voor te bereiden.

Hij laat verschillende disciplines in het Radboud Ziekenhuis met elkaar brainstormen over de nieuwe rol van de patiënt als partner en krijgt ook minister Schippers enthousiast. De kostenverhoging in de zorg doordat we langer leven, kan omlaag door technologische vernieuwing. Hierdoor hoeven we minder vaak naar het ziekenhuis. Een voorbeeld is het gebruik van skype tijdens controles. De patiënt toont thuis voor de camera zijn toestand na de operatie.

Engelen gaat naar Californië om de nieuwste technologische snufjes te bekijken, zoals een health patch, een soort pleister die de vitale functies meet, waardoor de persoon zelf zijn gezondheid in de gaten kan houden. Ook bekijkt hij een mobiele intensive care, een display die maakt dat verpleegkundigen niet alle basisfuncties meer hoeven te meten, waardoor er tijd vrijkomt om met de patiënt te praten. Hij neemt zo’n display mee en probeert het concept te slijten aan de werkenden op de vloer. Verder was er nog een wat mistig verhaal van de Amerikaan Zaki over nieuwe organen die men kan bewaren. Gelukkig ging Engelen daar niet in mee. Hij wees op de sociale ongelijkheid die daar het gevolg van kan zijn als de een wel een orgaan zou kunnen kopen en de ander niet.

Jan Smit, hoogleraar interne geneeskunde, stelt dat de integrale benadering van de patiënt door de technologie verloren is geraakt en dat technologie effectiever is als de communicatie tussen arts en patiënt beter verloopt. De patiënt is daardoor ook meer betrokken bij het genezingsproces. Smit vertelt dat patiënten soms met informatie bij hem komen die hij niet kent. Hij waardeert dat en gaat dan na of de ingebrachte informatie inderdaad in het voordeel is voor deze patiënt. Hij ziet de mens als een complex systeem, ziekte als een geheim en gezondheid als een wonder van het leven. Het gaat om existentiële ervaringen waarbij de arts naast de patiënt staat.

De laatste uitspraak is een verademing te midden van alle technologisch geweld dat weer iets heel anders in dan de betere geïnformeerd van de patiënt die daardoor meer een partner van de arts wordt. Ik vrees dat de technologie vooral wordt ingezet om te bezuinigen op de kosten en dat er van het gesprek tussen arts en patiënt als gelijkwaardige partners weinig terecht zal komen. De titel van het programma lijkt me dan ook nogal vergezocht. 

Hier meer over deze uitzending, ook over allerlei medische gadgets. Napraten kan ook, vanavond om 20.00 uur in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Regisseur Kees Brouwer en Lucien Engelen zijn daarbij aanwezig.


dinsdag 29 april 2014

Debat tussen kandidaten voorzitterschap Europese Commissie, Maastricht, 28 april 2014




Weinig meningsverschil over de houding van Europa ten aanzien van het conflict in Oekraïne

De Europese verkiezingen komen eraan. Dus daaraan voorafgaand wordt er gedebatteerd. Gisteravond vond in de universiteit van Maastricht een debat plaats tussen mogelijke kanshebbers voor het voorzitterschap van de Europese Commissie, dat met veel tamtam The First European Presidential Debate werd genoemd, hoewel het nog allerminst zeker is of de lidstaten straks niet onderling de machtsposities verdelen. Helaas vond de Nederlandse televisie het debat niet interessant genoeg om uit te zenden. Op Twitter werd wel druk deelgenomen. Af en toe kwam er een vraag door aan de kandidaten, bijvoorbeeld of de economie niet onder controle van de politiek moet worden gesteld. Gistermiddag twitterde ikzelf dat het goed zou zijn als de EU de besluitvorming verder zou democratiseren om Poetin de wind uit de zeilen te nemen.

Mogelijke kanshebbers voor het voorzitterschap dat nu nog door Barroso wordt bekleed zijn Jean-Claude Juncker (rechts) van de christendemocraten, Guy Verhofstadt (links) van de liberalen en de bebaarde Martin Schulz van de sociaaldemocraten. De charmante Ska Keller is de enige vrouw in het gezelschap en de enige jongere, maar spreekt zeer welluidend namens de Groenen. Ze vormt echter geen machtsfactor van belang en doet dus eigenlijk voor spek en bonen mee.   

Onder leiding van Chris Burns en Isabelle Kumar van Euronews werd in anderhalf uur een drietal onderwerpen behandeld. De verdere (economische) ontwikkeling van Europa, de integratie en het Eurosceptisme en tenslotte de buitenlandse politiek met daarin de zorgwekkende toestand in Oekraïne. Dat laatste onderwerp leek me het meest interessant om te verslaan, al lopen de meningen daarover niet erg uiteen.

Een Twitteraar vraagt of Oekraïne een lidstaat van de EU moet worden. Geen van de kandidaten is daarvoor.
Juncker noemt het Russische gedrag ontolerabel, maar hij wil geen oorlog. In plaats daarvan kiest hij voor een dialoog waarbij de Europese waarden verdedigd worden. Hij was eerder voor een associatieverdrag met Oekraïne, dat nog een lange weg te gaan heeft in democratische zin.
Schulz wil het land zoveel mogelijk bijeenhouden en de sociale kloof dichten. Hij was in Vilnius voor ondertekening van het associatieverdrag maar Janoekovitsj wilde uiteindelijk niet tekenen. Europa had beter toen de financiële steun kunnen geven die het nu heeft toegezegd. De diplomatie moet zijn werk doen.
Verhofstadt wil dictator Poetin buiten Oekraïne houden en de democratische oppositie in Rusland bijstaan. Sancties zijn daarvoor een geschikt middel.
Keller wil een vreedzame oplossing op basis van de resultaten van Genève. Net als Juncker  wil ze een dialoog en zeker niet escaleren. Ze is voor sancties maar wil er wedstrijd tussen de V.S en de EU van maken wie de zwaarste oplegt.

Vervolgens gaan de presentoren nog even door over onze gasaanvoer vanuit Rusland.
De Groenen, zegt Keller, hebben al veel eerder gepleit voor minder afhankelijkheid van Russisch gas en meer ambitie voor duurzame bronnen.      
Ook Juncker wil meer duurzaamheid. Hij wil ook de Europese energiepolitiek stroomlijnen om minder afhankelijk te worden van Rusland om afpersing te vermijden, maar is ook tegen kernenergie en fracking.  

In het slotpleidooi, waarbij men op een grappige manier steggelt over de toegemeten tijd, benadrukt Juncker het oplossen van problemen voor de inwoners, Schulz de sociale rechtvaardigheid, Verhofstadt meer vrouwen in de top en Keller tenslotte voor een verbond van mensen die samen de richting van de unie bepalen. Het was een verademing dat geen van de kandidaten wil samenwerken met extreem rechts en de Eurosceptici, al verwijt Verhofstadt Juncker dat hij wel dat soort lieden zoals Berlusconi onder zijn leden heeft. Zelf is Verhofstadt voor verdere federalisering maar tegen meer bureaucratie, dus een samenwerking op hoofdlijnen en geen regels meer over de kleur van olijfolie.  

Op 15 mei volgt een tweede debat. Hopelijk komt de Nederlandse tv tot inkeer.  

Hier de site van omroep Limburg met een link naar het debat.

Buddha in Suburbia (2011), documentaire van Robert Wilkins



Een Tibetaanse lama in een Londense achtertuin

De BBC-documentaire Buddha in Suburbia volgt de veertigjarige Lelung Rinpoche (zie foto), die na een bezoek in Londen daar zeven jaar geleden gebleven is. Hij woont in het tuinhuis van het gezin Dusek in Londen Noord. Connie, de moeder in het gezin, is een leerlinge van hem. Behalve met meditaties in een eigen centrum houdt Lelung zich bezig met het opsporen van onbekende Tibetaanse teksten. Robert Wilkins pendelt heen en weer tussen Londen en de speurtocht van Lelung door Azië.

Lelung werd op zijn veertiende herkent als de elfde reïncarnatie van de Lelung en is een van de drie beroemdste tulku’s in Tibet. Hij vertelt over de leer van de Lelung, waaruit enkele elementen ontbreken en dat hij het als zijn taak ziet die op te sporen. Het gaat om teksten van de vijfde Lelung uit de achttiende eeuw die vermist worden. Omdat de traditie vaak oraal werd doorgegeven, kon gemakkelijk een deel verdwijnen.

De dochter van Connie vindt het heel bijzonder om een Tibetaanse lama in de tuin te hebben. Hij is heel beleefd, zegt ze. Het zou minder vreemd zijn als ze het gelijknamige dier in de tuin zouden hebben. Ze hebben overigens veel andere dieren in de tuin. Lelung heeft daar een goede band mee. Toen de poes stervende was en hij zijn hand op haar legde, ging ze vreedzaam dood, hetgeen beter was dan met een spuitje. Hoogleraar Robert Thurman, die af en toe commentaar geeft, noemt de gemakkelijke aanpassing van Lelung in het gezin een vorm van selflessness in action.

In Zuid India bezoekt Lelung een afsluitingsceremonie van vier duizend monniken die in zijn eigen traditie, te weten de Gelugpa traditie, staan. Voedsel en samen eten speelt daarin een belangrijke rol. Zelf studeerde Lelung hier. Het is bijzonder om te zien dat staande monniken de zittenden ondervragen over hun kennis. Met een klap in de handen benadrukken ze de juistheid van de antwoorden. Lelung noemt de deelnemers aan zijn onderricht in Londen, vanwege het gebrek aan inzicht, geen leerlingen maar volgelingen. Hij bezoekt zijn eigen meester die hem vraagt of hij boze geesten kan bezweren, hetgeen Lelung heel eerlijk ontkent. Lelung bidt met veel compassie voor de ezels die de materialen voor zijn huis droegen. Connie zamelt op een Open dag in Londen geld in voor de huisvesting van nieuwe monniken. Er komt een Tibetaan langs die informatie meebrengt die de elfde Lelung mondeling overleverde. Rizong Rinpoche zet Lelung aan tot vaart, want straks zijn de lama’s, die de geheime kennis bezitten, dood. Lelung vraagt een visum aan voor Tibet. Connie is inmiddels een kringloopwinkel begonnen om het boeddhistische onderricht te financieren.

Lelung vliegt via Beijing en gaat eerst nog naar Dharamsala waar veel Tibetanen en de Dalai Lama na de inval van de Chinezen in 1949 zijn neergestreken. Hij heeft daar het gevoel van thuiskomen. Het gebied herinnert hem aan een vallei in Tibet. De Tibetaanse premier in ballingschap zegent hem. Lelung gaat naar Ulanbaatar in Mongolië, waar het boeddhisme een belangrijke religie is. Kuntu Zangpo brengt hem naar een geheime schuilplaatsen waar teksten liggen, onder andere van de vijfde Lelung. Hoewel een index ontbreekt is Lelung onder de indruk. Door de sneeuw rijden ze naar een verafgelegen klooster dat echter door de Sovjets in een ruïne is veranderd. Lelung bestudeert de gevonden tekst en zegt dat de wereld hierdoor weer een stukje dichterbij verlichting is. Hij wil de leringen beoefenen met het oog op het heden en de toekomst. Helaas krijgt hij geen toestemming om Tibet in te gaan. Hij zou er wel weer willen wonen, maar Connie vindt het moeilijk het centrum zelf te beheren. Lelung zoekt innerlijke vrede. Dat ziet hij als het beste streven.    

 Hier de trailer.

maandag 28 april 2014

Boudewijn Smits over Loe de Jong (1914-2005), croniqueur van de bezetting, VPRO-Boeken, 27 april 2014



Een telefoonboek over de Tweede Wereldoorlog

Loe de Jong is bekend van zijn twaalfdelige serie Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog dat in veel boekenkasten stijf in het gelid stond. Hij deed voor dit werk dertien jaar onderzoek en er schreef twintig jaar aan. Hij maakte daarvoor ook het televisieprogramma De bezetting waarin hij tussen 1960 en 1965 Nederlanders informeerde over de oorlog die pas voorbij was.

Afgelopen donderdag promoveerde historicus Boudewijn Smits op de biografie Loe de Jong (1914-2005), croniqueur van de bezetting. Smits begon eraan in 2005, werkte er als aio vier jaar lang aan en daarna nog vier jaar in combinatie met het docentschap aan de RU in Groningen.
Tijdens zijn onderzoek had hij geen gebrek aan bronnen. In het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, het Niod, lag ook een persoonlijk archief met briefwisselingen van De Jong. Nadat hij honderdtien personen gesproken had wist Smits genoeg om een biografie te kunnen schrijven.

Smits kreeg de opdracht na een advertentie in de krant. Hij kende De Jong alleen als joods historicus en als iemand verbonden met het Niod. Als uitgever wilde hij zich meer met de inhoud bezighouden. Hij vond De Jong een intrigerende man, die naast wetenschapper ook een mediafiguur was die met veel gezag over zijn onderwerp sprak.

Wim Brands noemt Ben Sijes en Jacques Presser als joodse collega’s van De Jong bij het Niod die allen uit de kring van de diamantwerkers kwamen.
Smits zegt dat Abel Herzberg hen al voorging. De vader van De Jong had na het inzakken van de markt voor diamanten een melkzaak aan de Amstelkade, waarin hij in de jaren twintig en dertig zowel joden (op zondag) als christenen (op zaterdag) bediende. Sijes was een vaderfiguur die hem hielp zijn morele standpunten in te nemen. 

Brands toont een fragment van een interview dat Henk Hofland in 1993 met De Jong voerde waarin hij openhartig was over zijn eenzame leven. Hij sprak daarover niet, ook niet met zijn tweelingbroer Sally, die aan het eind van de oorlog in een concentratiekamp om het leven kwam. Loe vond de band tussen hen maar hinderlijk.
Smits vertelt dat De Jong, na zijn vlucht naar Engeland waar hij voor Radio Oranje werkte, in psycho-analyse ging om de haat liefde verhouding met Sally en het verlies van hem en andere vermoorde familieleden te verwerken. Een schuldloze schuld, noemt Smits het, uitmondend in gestolde rouw, die hij in zijn werk sublimeerde. Loe portretteerde zich ook nooit als dappere man, maar deed zijn deel van de strijd achter de microfoon. Volgens Smits psychologiseerde De Jong zijn verleden op basis van zijn psycho-analyse in de jaren 1950 - 1952.

Het volgende fragment - in zwart wit - is van De bezetting waar veel Nederlanders in de jaren zestig vaak samen naar keken. De Jong sprak, afgewisseld met beelden, met veel gemak een uur lang over de oorlog. VN journalist Jan Rogier bekritiseerde de zwart wit benadering in goed en fout. Volgens Smits wist De Jong wel van de grijze gebieden, maar zag hij het als zijn persoonlijke taak het onrecht aan de kaak te stellen en op te komen voor democratie en vrijheid. Hij noemt De Jong dan ook een patriottisch geschiedschrijver, die het volk een spiegel wilde voorhouden over het gewenste morele gedrag, iets dat een lastig probleem vormt voor een biograaf.

In het laatste fragment spreekt Ischa Meijer zich, eveneens in 1993, uit over de rol van De Jong als intermediair tussen de joden en andere Nederlanders. In zijn werk beschreef hij vooral de geschiedenis van de joden.
Smits geeft Meijer gelijk. Die had als overlevende van een concentratiekamp recht van spreken. De Jong zou als geassimileerde jood echter geen nadruk willen leggen op het joodse volk.

Tenslotte kwalificeert hij het werk van De Jong, soms een telefoonboek van de Tweede Wereldoorlog genoemd, als een cultureel monument, dat vooral vanwege het gedetailleerde karakter van uitzonderlijke waarde is.  

Kleindochter Simonka de Jong is in de documentaire Het zwijgen van Lou de Jong heel wat kritischer over haar opa, toen dus nog Lou genoemd. Hier mijn bespreking daarvan onder de titel De ontmaskeraar ontmaskerd.


zondag 27 april 2014

Jan Donkers over Elvis ligt op Zorgvlied, Brands met Boeken, 8 november 2013



Zondagskind put uit grote ervaring in nieuwe verhalenbundel

Het was alweer 35 jaar geleden dat Jan Donkers (1943) een verhalenbundel publiceerde maar in die tijd heeft hij niet stilgezeten. Zijn werk als (pop)journalist, als radiopresentator voor de VPRO, zijn docentschap Dutch Studies in Austin, Texas en Berkeley, zijn non fictie boeken en niet te vergeten de vele reportages die hij maakte hebben volgens Wim Brands een goede invloed gehad op zijn nieuwste fictiewerk, waarin ook plaats is ingeruimd voor zijn ouders.

Brands herinnert zich de verhalenbundel Ouders van nu (1975) die in de jaren zeventig uitkwam en die gevolgd werd door twee andere verhalenbundels. Donkers noemt de eerdere bundels rechtlijnig en aanstellerig. Er spreekt een onverdiende Weltschmerz en een vroeg oud gelamenteer, terwijl hij in die tijd gelukkig getrouwd was en een goede baan had.

Donkers komt uit Amsterdam Noord uit een arbeidersmilieu, waarin het niet gewoon was om te gaan studeren. Zijn moeder stond er echter op dat Jan naar de HBS aan de andere kant van het IJ ging. Na de dood van zijn moeder die dominant was in het gezin en altijd wilde dat haar zoon zijn studie afmaakte, deed Donkers zijn doctoraal sociologie. 

Brands moet denken aan Norman Mailer, wiens werk onlangs is heruitgegeven en die er vanwege zijn journalistieke interesse niet toe kwam om een Great American Novel te schrijven. Ook Donkers moest zich af en toe opsluiten om fictie te schrijven want hij maakte liever reportages. Hij vertelt dat hij in de jaren tachtig gevraagd werd om een reportage te maken over een belangrijke bokswedstrijd in Las Vegas, dat in Reizen maakt rijk (1991) terecht kwam. De wedstrijd was onvergetelijk temeer omdat hij vlak bij de ring stond waar de stoten van Mike Tyson als mokerslagen op zijn tegenstander landden.

Elvis ligt op Zorgvlied is beïnvloed door de Amerikaanse literatuur. De verhalenschrijvers staan daar in meer aanzien, hoewel de jongere generatie in Nederland aan de weg timmert. De bundel bevat meer seks dan zijn eerdere bundels. Donkers is door zijn moeder, die geen enkele erotische aanraking van zijn vader duldde, geïnteresseerd in seksueel actieve vrouwen. De discussie over sletvrees vindt hij achterhaald. De verhalenbundel handelt ook over zijn vader, die magazijnbediende was in een sigarettenfabriek en later portier werd op het Oosterdokseiland, het PTT eiland genoemd. In het verhaal Stomme film beschrijft hij hem redelijk waarheidsgetrouw. Zijn vader zat onder de plak van zijn vrouw maar wilde zijn zoon tonen dat hij iets waard was door in de binnenstad niet opzij te gaan voor andere wandelaars en alleen uit te wijken voor paard en wagens.

In het gezin werd niet veel gesproken. Brands herinnert zich een scène uit het verhaal waarin zijn vader aan de hand van de brochure Van tabaksblad tot sigaret tegen vriendjes van Jans vijf jaar oudere zus uitwijdde over de fabricage van sigaretten.
Donkers zegt dat zijn vader alleen op die manier zijn autoriteit kon tonen. Hij heeft het verhaal ontdaan van emotie om het voor zichzelf te laten spreken. Na de dood van zijn moeder kwam zijn tachtig jarige vader eens bij hem eten en vertelde na een slok teveel wijn dat hij in zijn leven een slappeling was geweest, iets dat Jan niet wilde horen. Zijn vader verpleegde met geduld zijn dementerende vrouw, iets wat Jan zichzelf nog niet ziet doen. 

Tenslotte kan Brands het niet laten nog eens te informeren naar Donkers eigen Great American Novel over de jaren zestig. Donkers was ooit bezig met zo’n boek maar die eindigde in een novelle. Hij schrijft nu een non-fictie boek over de leeftijdsloze rock ’n roll, heeft weer een muziekprogramma op de radio en vertelt dat jongeren tegenwoordig weer graag naar Simon and Garfunkel luisteren. Omdat ze geen hoezen erbij zien, luisteren ze alleen naar de muziek. Hij noemt Pier en oceaan van Oek de Jong een goed voorbeeld van een roman die vergeleken kan worden met de Great American Novel, maar zou die dan vanuit het stedelijk milieu willen schrijven.

Wat let je vraagt? Brands gretig.
Verhalen schrijven geeft hem teveel plezier, antwoordt het zondagskind, zoals hij zichzelf noemt.  

Hier het titelverhaal.