The whole world is watching
Het geluid van marteling is hoorbaar op de mobiele telefoon
van Meron Estefanos (zie foto). Ze komt uit het dictatoriale Eritrea en woont inmiddels in
Zweden. In Stockholm verzorgt ze een wekelijks radioprogramma Voices of Eritreans, waarin ze contact
zoekt met gevluchte landgenoten die in de Sinaï woestijn door bedoeïnen
gemarteld worden. Ze krijgen van de kidnappers een mobiel waarmee ze contact moeten
leggen met het thuisfront, dat een losgeld moet betalen om hen vrij te kopen.
Ze bellen ook met Meron voor hulp, vaak op indringende wijze omdat ze zwaar
gemarteld worden. Een man belt dat twee anderen doodgemarteld zijn en dat hij
vreest dat hij de volgende is.
Een van de casi in Sound
of torture gaat over Hariti, de vrouw van Amaniel die al in Tel Aviv woont.
Ze wordt onophoudelijk verkracht door de gedrogeerde bedoeïnen en ook zwaar gemarteld. Amaniel
probeert de dertig duizend dollar bij elkaar te brengen die men als losgeld
vraagt, maar heeft nog slechts tien duizend dollar bij elkaar. Hariti is
wanhopig, net als Amaniel.
Timnit, de negentien jarige zus van Dessala is op haar tocht met een grote
groep vanuit Eritrea bij de grens met Israel beschoten door het Egyptische
leger. Dessala belt met Meron die denkt dat ze wellicht omgekomen is. Meron wil
een eind maken aan deze tragedie. Het is onvoorstelbaar dat men in Zweden voor
dierenmishandeling in de cel komt en dat dit soort excessen tegen vluchtelingen
gewoon kunnen bestaan. Dessala bezoekt kerkhoven bij de grens waar
vluchtelingen, die infiltranten genoemd worden, begraven liggen.
Op het moment dat Amaniel het geld bijeen heeft gekregen met
hulp van de kerk, belt hij met de kidnapper. Of die het geld in dollars of
sjekels wil. Tijdens een openbare vergadering van gevluchte Eritreërs in een
park in Tel Aviv bespreekt men de mogelijkheid om, vanwege het toenemend aantal
ontvoeringen en een steeds hogere losprijs, niet meer te betalen, maar dat is geen
optie. Ook Meron zit ermee. Ze reist naar Tel Aviv om te praten met de
vrijgekochte landgenoten die daar als daklozen leven. De ontmoetingen zijn ontroerend.
Ze heeft de personen nooit gezien maar kent wel hun namen. Sommigen hebben
zware brandwonden op de rug. Een man is depressief. Speciaal is de ontmoeting
met Semhar die de eerste was met wie ze contact legde. De jonge vrouw is zwaar
getraumatiseerd maar het contact met Meron die als een grote zus voor haar is, is
hartverwarmend.
Meron trekt de Sinaï in om contact te leggen met goede
bedoeïen. Daartoe trekt ze een nikaab over haar hoofd. Ze moet lachen omdat ze
haar mond niet kan vinden als ze water wil drinken. In Rafah kijkt ze uit op de
gebouwen waar de vluchtelingen gemarteld worden. Een inwoner zegt dat de
overvallers paria’s zijn. Ze laat een radiogesprek horen met een overvaller
maar de man herkent naam noch stem, of zegt die niet te herkennen.
In een Egyptische gevangenis waar Meron op zoek gaat naar
Timnit, ontmoet ze een veertien jarige jongen die in Soedan werd ontvoerd,
voor de bedoeïen lijken moest begraven en daar wordt vastgehouden tot hij wordt
teruggestuurd. Meron zegt dat ze alles in het werk zal stellen om dat te
voorkomen. Een mensenrechtenwerker toont afschuwelijke foto’s van gemartelde
lijken. Hij meent Tinmit herkend te hebben en zoekt haar foto op. Meron kan er
niet naar kijken. In Cairo belt ze Dessala, die blij is met de zekerheid. In
Tel Aviv hoort ze dat Hariti is teruggestuurd naar Eritrea. Amaniel riskeert de
doodstraf als hij terugkeert.
De vraag is waarom niemand iets doet aan deze mensonterende toestanden. Ook de Egyptische legerleider Sisi niet, die toch zegt orde op zaken te stellen. Kom op, wereld, kijk niet weg.
De vraag is waarom niemand iets doet aan deze mensonterende toestanden. Ook de Egyptische legerleider Sisi niet, die toch zegt orde op zaken te stellen. Kom op, wereld, kijk niet weg.
Hier
de trailer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten