Multinationals bedreigen gezonde technologische
ontwikkeling
Zoals gebruikelijk begint het nieuwe seizoen van Het filosofosisch kwintet met een algemene
uitzending over het onderwerp van dit seizoen. Dat is dit keer moraal en technologie.
Aansluitend op de Nacht van de filosofie
praat Clairy Polak hierover met een viertal gasten. Dit zijn de politiek
filosoof John Gray (zie foto), filosoof van de geneeskunst Maartje Schermer en publicist
Stephen Baker. Techniekfilosoof Peter Paul Verbeek neemt de plaats in van Peter
Sloterdijk die afzegde.
Polak neemt een concreet voorbeeld op het gebied van IVF om
het probleem duidelijk te maken. Is het wenselijk om een embryo te scannen op
ziekten zoals tegenwoordig al gebeurt op borstkanker om een toekomstig individu
zonder ernstige ziekten op de wereld te zetten?
Verbeek is niet tegen. Hij ziet dit vooral als een
verantwoordelijkheid van de ouders.
Baker kiest liever voor de natuurlijke weg. Hij gelooft in
toeval.
Zijn landgenoot Gray sluit zich bij hem aan, maar wil wel
een lijst met ziekten waarop gescand wordt.
Schermer vindt het wenselijk dat vrouwen die borstkanker in
de familie hebben, hun kind daarop scannen.
Polak vraagt wat het streven naar perfectie betekent voor de
onvolmaakte, de gehandicapte.
Baker onderkent het gevaar van mensverbetering.
Volgens Gray zijn we te onkundig om over deze complexe morele
zaken te spreken en weten we helemaal niet wat perfectie inhoudt.
Verbeek stelt dat door de ontwikkeling van de technologie
ook de moraal verandert.
Schermer erkent dat mensen verschillende idealen hebben,
maar dat die in een democratische samenleving besproken kunnen worden en dat
mensen zelf meer invloed moeten kunnen hebben in dit soort ethische zaken.
Polak neemt een sprong van het individuele naar het algemene
niveau en noemt de big data, die ons leven steeds meer beïnvloeden.
Baker legt uit wat dat zijn: communicatie vindt steeds meer
digitaal plaats en de gegevens die daaruit ontleend worden kunnen gemeten worden
en beheerst met als gevolg een gebrek aan privacy.
Verbeek hecht niet zo aan privacy. Er ontstaat door de
digitalisering een nieuwe ruimte waarmee we moeten omgaan, zoals met de Google
bril.
Gray weet niet welke normen daarbij gelden en welke offers
we brengen. Hij betwijfelt of het wel goed is als we onszelf over ons leven moeten
verantwoorden. Hij wijst op de sociale ongelijkheid die hieruit kan voorkomen.
Straks zijn het alleen nog de rijken die een keuzemogelijkheid hebben.
Baker brengt het voorbeeld in van auto’s die automatisch
rijden en minder ongelukken veroorzaken, hetgeen voor een
verzekeringsmaatschappij reden kan zijn om het zelf autorijden te belasten.
Schermer zegt dat verzekeringsmaatschappijen nu al eisen aan
mensen stellen en vindt dit niet verkeerd.
Met de vraag naar het bezit van de big data schiet Polak
volgens mij in de roos. Het is niet de technologie die slecht of goed is, maar
de macht erover. Gray wijst in dit verband op de corrupte lobbysysteem in de
Verenigde Staten.
Polak concludeert dat big data ons, anders dan de levensverbetering
door de technologie op het individuele niveau, nog minder autonomie krijgen
over ons leven, al vindt Schermer dat dit niet zo algemeen gesteld kan worden.
Vanaf 22 juni a.s. wordt over het onderwerp verder gepraat
maar dan op grond van deelgebieden. Het zou mooi zijn als men verder komt over
de vraag naar de zeggenschap over de technologie. Niemand zit te wachten op een
volgende update van Apple, maar handige apparaatjes om het energiegebruik in
huis te meten zijn welkom.
Hier
meer op de site van Filosofisch Kwintet op Facebook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten