Een schrijver die door gaat waar anderen ophouden
Wim Brands heeft Boudewijn van Houten niet alleen uitgenodigd
vanwege Tegengif dat stukken bevat
die hij tussen november 2012 en september 2013 voor De Dagelijkse Standaard
schreef, maar vooral vanwege zijn omvangrijke en openhartige oeuvre, dat voor
een groot deel in Nederland onbekend is en dat uiteenlopende onderwerpen bevat
zoals het corps, de oplichting van de PTT, het foute verleden van zijn vader en
erotiek.
Van Houten wijt dit aan het feit dat veel van zijn werk door
Vlaamse uitgeverijen is uitgebracht. Hij woont zelf op dit moment in Wallonië.
Brands haalt het stuk
Eenvoud eruit, dat kort na de Tweede Wereldoorlog speelt en dat ging over
de vlucht van het gezin naar Berlijn. Boudewijn was vijf jaar oud. Brands
vraagt wanneer het tot hem doordrong dat zijn vader fout was.
Van Houten was er niet mee bezig, vond het een vervelende
geschiedenis. Op zijn achttiende maakte hij zich los van het gezin en pas veel
later ging hij door vrienden over het verleden lezen en verdiepte hij zich in
zijn vader die hij in weerwil van het politieke beeld een zachtaardig man noemt.
Zijn moeder was ook fout. Van de reis naar Berlijn herinnert hij zich weinig
meer, wel van de terugweg. Zijn knappe moeder met haar twee kinderen werd graag
geholpen op de stations, ook door militairen. Ze vertelde hem later dat ze zich
wel eens afvroeg wie van zou achterlaten, zijn zusje of hij, als het haar
teveel werd, met alle bagage erbij. Ze had besloten dat hij dat zou zijn omdat
hij nogal onbekommerd was, anders dan zijn zusje een lachebekje dat er wel
doorheen zou komen.
Brands refereert aan de ongelukkige jeugd van Boudewijn.
Die speelde zich af van zijn zevende tot zijn zeventiende en
dat kwam vooral door zijn tirannieke moeder die hem aankleedde in potsierlijke
kleren, zoals een rijbroek, vrouwenlaarzen en een muts, hoewel hij meteen toegeeft
dat hij misschien zelf ook niet zo goed was in contact maken. De periode duurde
tien jaar lang, tot hij naar het gymnasium in Zutphen ging, dat krijg je zelfs
voor een moord niet, zegt Van Houten.
Brands vindt die uitspraak typisch een zin voor hem.
Van Houten hecht aan stijl. Men moet wel om zich te
onderscheiden. Alles is al beschreven, daarom gaat het om de vorm. Zijn ideale
vorm is het aforisme. Rond zijn zeventiende ontdekte hij de kracht van de
literatuur. Hij kwam, omdat de afstand tot zijn woonplaats te groot was, in huis
bij een rechter in Zutphen, die hem introduceerde in de literatuur.
Brands vraagt of hij wroeging had over de oplichting van de
PTT samen met Theo Kars, maar dat is niet het geval. Het was vakwerk om
postwissels te vervalsen en een genoegen. Zijn slechte geweten is iets van de laatste
twintig jaar en betreft zijn houding ten opzichte van mensen van wie hij soms
profiteerde. Hij wil nog een boek schrijven over schaamte, dat haaks staat op
de schaamteloosheid tijdens zijn schrijven. Over zijn ontboezemingen heeft hij
geen schaamte, ook niet over de erotische. Een schrijver dient verder te gaan
waar een ander ophoudt. Het is ook belangrijk om jezelf bloot te geven als je meer
van jezelf wilt begrijpen.
Brands vraagt hem wat hij op zijn 74-ste meer begrepen heeft
dan vroeger.
Van Houten zegt dat dit niet zoveel is. Af en toe komt er
een nieuwe gedachte op. Hij houdt van denken, niet van de traditionele
filosofie maar van zijn eigen opwellingen. Denken dient vooral de
zelfhandhaving, zegt hij. Dat is op zichzelf een treurige gedachte waar hij toch
vrolijk onder blijft.
Aan het eind van dit heel aardige gesprek toont Brands het onlangs
uitgegeven boek Pijlen van verlangen
dat Van Houten onder pseudoniem schreef en dat goede kritieken kreeg. Hier
op de site van Tzum een filmpje waarop Brands het boek looft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten