Zoektocht naar een verdwenen schrjver.
De meeste schrijvers bedenken zelf een verhaal en schrijven
dat op, maar er zijn ook schrijvers die zich in het werk van hun voorgangers
verdiepen en daarmee in communicatie
gaan. Zo iemand noemt men een writer’s writer. Het debuut van Joost de
Vries is een voorbeeld daarvan.
Joost de Vries neemt de lezer in het begin mee met een
fascinerend gegeven. De letterkundige Tim Modderman vindt op vakantie in
Frankrijk een oud boekje van ene Brisot over de Ferdynand LeFebre. Juist de
schrijver op wie hij wil promoveren.
LeFebre was eeen correspondentie vriend van zijn vader Tonko. Tim gaat
op onderzoek uit naar Brisot die overleden is. Hij neemt de partij resterende
boekjes af van de zoon van Brisot die die de voorraad liever kwijt dan rijk is.
Tim hoeft het boekje alleen nog te vertalen en in te leveren. Hij heeft de tijd
aan zichzelf.
Wie is Tim Modderman? We lezen dat hij een acht jaar oudere
broer Bint heeft die als politicus bekend is en die op een bijzondere manier
wordt gekarakteriseerd. ‘Het was een plezier om Bint te zien eten. Er zat een
totale doelgerichtheid in, hij at zoals communisten geschiedenis schreven, elke
hap was een bevestiging van zijn wezen.’
Tim heeft een lief vriendinnetje Judith, en een vriend,
Joost de Vries, met wie hij samen de nationale scriptiepris won en die graag
wil dat Tim de dissertatie omwerkt tot een journalistiek werkstuk over de
schrijver. ‘Wat is er nog van hem over waar zijn zijn oude vrienden gebleven?
Wie lezen zijn boeken nog, wie studeren erop af?’
Modderman gaat op zoek en ontmoet vele personen in binnen-
en buitenland. LeFebre werd in 1918 geboren in Marrakesh en door zijn moeder
naar een tante in Engeland gestuurd. Na een verblijf op een kostschool
verdwijnt hij. Zijn roman De steppenruiter die door de hippies omarmd
werd en die Lefebre tot cultheld bombardeerden. Hij was ook criticus maar
hoffelijk en daardoor niet populair.
’Veel bladen hadden liever een criticus die ook sluipmoordenaar
kon zijn, iemand die een dolk in de rug durfde te steken van goedbedoelde
intenties. Lezers willen schrijvers ook zien bloeden.’
De Nederlandse schrijver Koetsier ontmoette hem vaak op
feestjes in Amsterdam. Tim vermeldt soms een tijdbalk om de lezer van zijn
vorderingen op de hoogte te houden.
Joost de Vries - de auteur van dit boek wel te verstaan
- schiet als een komeet door de
geschiedenis. In een paar zinnen schetst hij zijn ouders, de dominante
rationaliteit van zijn vader waarmee hij zo vaak elk gevoel van verdriet of
blijdschap van mijn moeder uit de lucht schoot. ‘Hij bleef een academicus.’
Het is interessant wat LeFebre over het belang van fictie
voor een biograaf schreef:
‘Wat zijn feiten? Ze vertellen niet meer van iemand dan
aangespoeld wrakhout vertelt van het schip waaraan het heeft toebehoord. Het
verraadt misschien de identiteit van het schip en bewijst zijn schipbreuk, maar
wat zegt het over het doel van zijn reis en over de strijd op leven en dood die
het met de elementen heeft gestreden op weg naar het doel?’
Helaas wordt het wat onrustig, die hele geschiedenis, de
schrijver vergeet zijn lezer mee te blijven nemen, laat hem los, raakt hem
kwijt. Soms wil hij teveel laten zien hoe kunstig hij kan schrijven.
Bijvoorbeeld als Tim op bezoek is bij Koetsier: ‘Ik schoffelde me door mijn
bedankje heen en vroeg hem wanneer hij voor het laatst iets van Lefebre gelezen
had.’
Soms is het echt origineel bijvoorbeeld als het gaat over
een man die op duiven vist of echt grappig, zoals over Michelin als hij met
broer Bint bij zijn moeder is en het branderig ruikt. ‘Dat is mijn nieuwe
broodmachine,’ zegt moeder. ‘Die gebruiken ze in Michelin-restaurants ook.
Waarop Tim antwoordt: ‘Het ruikt meer
naar Michelin-banden.’
Het verband met Clausewitz, een Pruisische soldaat en
theoreticus van wie de uitspraak is dat oorlog de voorzetting van politiek is
met andere middelen, werd me niet duidelijk. Dat is het nadeel van zo’n
writer’s writer, dat er allerlei addertjes in het gras zitten, die niet
opgemerkt worden. Niet echt mijn cup of tea, ondanks een fascinerend begin en
een vlotte pen.
Namen als Bint en Modderman doen op hun beurt weer denken aan de schrijver Bordewijk.
BeantwoordenVerwijderen