De beste keeper van de wereld.
De film begint met een karakteristiek van het jaar 1970,
waarin de ouders van Mauro op vakantie gaan. Het is het jaar dat de mens op de
maan is geland en dat Pelé zijn duizendste doelpunt heeft gescoord, maar ook
het jaar dat de Koude Oorlog in volle gang is en dat totalitaire regimes de
democratie bedreigen, Brazilië niet uitgezonderd.
De verhaal begint met het vertrek van Mauro en zijn ouders uit
Belo Horizonte. Mauro zal bij zijn opa in San Paulo ondergebracht worden. Zijn
vader is laat. De moeder zegt tegen Mauro, die op de huiskamertafel
vlooienvoetbal speelt, dat zijn vader altijd te laat is. Eindelijk arriveert
hij in zijn Kever. Zijn vader kijkt naar het spel van Mauro en zegt dat de
keeper de belangrijkste speler is en geen fouten mag maken.
Op de weg naar San Paulo passeren ze een legerwagen. Meteen voelt de kijker dat de vakantie van de ouders en de legerwagen iets met elkaar te maken hebben. Zijn vader belooft Mauro dat hij met het WK voetbal weer terug zal zijn.
Mauro staat voor de deur van zijn opa die in een flat woont en niet opendoet. Hij hoort van de joodse buurman Shlomo, dat opa pas overleden is. Shlomo ontfermt zich over de jongen, maar is ook knorrig als hij voetbalt in de gang, niet van vis bij het ontbijt houdt en in de plantenbak plast. Nog meer is hij geschrokken dat Mauro niet besneden is. Als in het appartement van opa de telefoon gaat doet Mauro een poging om via het balkon binnen te komen, maar hoort van het meisje Hanna, die in de buurt woont, dat beheerder Machado de sleutel bezit.
Het verhaal speelt zich af tijdens de militaire dictatuur en wordt sfeervol verbeeld. De verhouding van Shlomo en
Mauro is boeiend. Mauro verveelt zich en is veel op zichzelf. Hij verkleedt zich
in kleren van zijn opa, maar is ook ongerust. Hij wordt door Hanna, wiens
moeder een modezaak voor dames heeft, betrokken bij een spelletje waarbij ze
vanaf de achterkant in de paskamers gluren, drie jongens op hetzelfde
moment. Shlomo vraagt zich af wat hij met de jongen aan moet. Hij brengt het in
in de joodse raad en daar hoort hij dat de moeder van Mauro geen jodin is en
dat de vader van Mauro een communist is. Later wordt Schlomo zelf opgepakt.
Voetbal speelt een belangrijke rol in de film. We zien oude
beelden van het samba voetbal tijdens het WK in 1970 in Mexico. Brazilië won het
toernooi met een hoofdrol voor Pelé. Tijdens de eerste wedstrijd tegen
Tsjecho-Slowakije zit Mauro bij Shlomo te kijken, die zelf de krant leest en
elke keer schrikt als Brazilië scoort. Later kijkt Mauro in de snackbar waar de
aardige Irene werkt. Mauro gaat vervolgens kijken bij een voetbaltoernooitje in
de buurt. De vriend van Irene keept de sterren van de hemel. Dat wil Mauro ook:
kunnen vliegen. Later gaat Mauro ook zelf voetballen, waarbij hij zelf
natuurlijk keeper is. Als hij een Kever ziet langsrijden verlaat hij het
trapveldje en rent achter de auto aan, tot hij een onbekend kind door de
achterruit ziet turen.
Het ontroert de dictatuur te beleven vanuit een jongen. De film loopt mooi rond. De mooie rustige muziek verhoogt de
sfeer. Hartverwarmend en aangrijpend tegelijk. Vanavond op Nederland 2.
Bedankt voor de tip!
BeantwoordenVerwijderen