Intiem portret in de recente geschiedenis van Afghanistan.
Phil Grabsky zag in maart 2001 het opblazen van de kolossale
Boeddha-beelden in Bamiyan door de taliban, die daarna al snel in Afghanistan
moesten wijken. Phil vroeg zich af hoe het land opkrabbelde. Hij ging met zijn
camera naar Bamiyan en zocht een persoon aan wie hij de ontwikkeling zou kunnen
ophangen. Dat werd de acht jaar oude Mir, die in 2002 met zijn familie uit het
noorden was gevlucht voor de honger en de taliban. Grabsky merkte dat een jaar
tekort was en filmde Mir gedurende tien jaar, tot zijn volwassenheid.
Vader Abdul trouwde al twee maal daarvoor, maar raakte
steeds zijn vrouw kwijt aan de dood. Uit zijn tweede huwelijk werd een dochter
geboren. Abdul sloot een deal met Khusdel: jij krijgt mijn dochter, dan trouw
ik met je moeder. Het leven is Bamiyan is zwaar. Ze wonen in grotten. Abdul
haalt pens bij de slager, omdat ze verder niets te eten hebben. Mir kijkt
bewonderend naar langsvliegende Amerikaanse bommenwerpers. De taliban is hun
vijand.
Vanwege de slechte omstandigheden gaan ze in 2005 terug naar
het noorden. Mir rijdt paard. De huizen zijn verwoest door de oorlog. Toch is
het leven hier beter, zegt Abdul. Mir gaat naar school en wil later onderwijzer
worden of president.
Augustus 2006: de radio bericht over een zelfmoordaanslag in
Kabul, die wordt opgeëist door de taliban. Moeder veegt de vloer en vraagt Mir
waarom hij zich voor de camera uitkleedt. Mir neemt een bad omdat hij stoffig
is. Moeder is weerloos, zegt hij.
Maart 2007: Adbul is te zwak om te ploegen en daarom neemt
Mir het over. Als de Taliban niet verslagen wordt komt er nooit vrede, zegt
Abdul. De oorlog kost 300 miljard, hulp 30 miljard, zegt een ondertitel.
Oktober 2007: men stut een mijngang met palen en zandzakken
om te zorgen dat die niet instort. Khusdel delft kolen, Mir begeleidt de ezels
met de vracht op hun rug. Het gaat minder goed op school omdat hij veel
verzuimt. Passerende rijke mensen in het dorp loven geld uit voor een
hardloopwedstrijd. Er is een vergadering, waarin Mir hoort dat het Afghaanse
leger het goed doet. Moeder heeft hoofdpijn. Abdul zegt dat ze het fijn vindt
om ruzie te maken. Moeder wil medicijnen, maar Abdul vindt dat ze het niet
waard is.
April 2008:
Mir ploegt. Khusdel wil dat ze in een grot slapen. Hij waarschuwt Mir
voor giftige insecten in zijn bed. Er was hier een rat, zegt Mir als hij ’s
ochtends wakker wordt. Het schoolhoofd zegt dat Mir lui is, maar hij heeft geen
schoolboeken. Wel een fiets, hoewel anderen een motor hebben, maar die hebben
ook een gezonde vader. Hij haalt levensmiddelen. De fiets heeft geen rem, maar
hij zet zijn voet tegen het voorwiel. Mir vindt koken moeilijker dan ploegen.
‘Ga dan maar de hele dag ploegen,’ zegt Khusdel.
De oorlog kost inmiddels 500 miljard. De taliban wordt
sterker, maar anderzijds blijft de oorlog beperkt.
Juli 2009: Mir heeft een motor, die 180 euro kostte, met
eigen geld verdiend door kolen in een vrachtwagen te scheppen. Khusdel dankt
god dat Mir niet hoeft mee te maken wat hij heeft doorstaan. Op de televisie
zijn aanslagen te zien. Mir voetbalt met vrienden en wil niet in het leger.
Khusdel vindt dat ie naar school moet blijven gaan. Hijzelf kan niet lezen en
heeft kapotte handen. Abdul wil echter liever dat Mir werkt.
Juni 2010: inmiddels hebben ze electriciteit in het dorp en
drie televisies. Voor het eerst komen er zwaarbewapende soldaten langs met
jeeps. Zij zijn net zo bang als de inwoners. Mir zegt dat niemand beter van hen
is geworden. Hij combineert school met het maken van takkenbossen. De
schoolhoofd zegt dat er te weinig leermiddelen zijn, maar spoort de leerlingen
aan hun best te doen. Men vreest een burgeroorlog maar Mir, inmiddels
volwassen, hoopt er het beste van.
Grabsky laat zien, zonder veel commentaar, hetgeen ruimte
laat voor vragen. Wat vindt Mir van de harde opstelling van zijn vader jegens
zijn duidelijk geestelijk gewonde moeder? Is Mir teleurgesteld geraakt over de
buitenlandse interventie? Dat dit soort vragen door het hoofd blijft spelen
verleent nog meer kracht aan dit intieme portret.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten