Een gedreven spreker en een toonbeeld van beschaving.
In de beschouwingen van Jan Terlouw over wetenschap, geloof
en politiek, komen ook Van Agt en Den Uyl voor. Als u tussen hen moest kiezen,
vraagt Wim Brands heel onbescheiden, wie kiest u dan?
Den Uyl stond dichterbij zijn politieke opvattingen en met
Van Agt deelde hij meer een wetenschappelijke benadering. Terlouw legt dat uit
aan de hand van een overschot van honderd miljoen gulden dat opeens vrij kwam
en dat er in de ministerraad besproken werd hoe dat moest worden verdeeld.
Omdat men er niet uitkwam besloot minister-president Van Agt dat samen met
vice-minister president Terlouw te regelen. Binnen drie minuten waren ze eruit.
Dat tekende zijn wetenschappelijke benadering, vindt Terlouw. Den Uyl had een
commissie ingesteld, Van Agt geloofde niet in schijnzekerheid.
Brands vraagt hem of zijn vader, die dominee was, geen
problemen had met de agnostische instelling van zijn zoon.
Terlouw zegt dat ieder kind zijn ouders nadoet, maar dat men
zich in de puberteit gaat afzetten. In de oorlog werd hij geraakt door de
Shoah, tijdens zijn studie natuurwetenschappen leerde hij om feiten te
verifiëren en begreep hij dat godsdienstige dogma’s vaak niet aannemelijk zijn.
Zijn vader worstelde daar net zo goed mee, zegt hij.
Terlouw respecteert wel de godsdienst. Hij ziet in dat het
geloof een onmisbare functie heeft, niet alleen in de derde wereld maar ook
hier in Nederland als ouders bijvoorbeeld een kind verliezen. Het geloof biedt
hoop op een andere wereld.
Zijn wetenschappelijke instelling heeft zijn politieke
denken en zijn schrijverschap beïnvloed en niet omgekeerd. Den Uyl kon de
feiten anders zien als die hem niet welgezind waren, maar hij en Van Agt konden
er niet omheen. In de wetenschap gaat het om het verifiëren van feiten, zoals
met die nutrino’s bijvoorbeeld, die sneller dan licht zouden gaan. In de
politiek zoekt men naar het haalbare. De politiek is niettemin zeer belangrijk,
omdat het gaat over de ordening van de samenleving, over de bescherming van de
zwakkere. Terlouw hoeft nooit getwijfeld aan zijn politieke loopbaan. Hij vindt
dat men op het ogenblik te bang is voor Wilders die de politiek aardig naar
zijn hand weet te zetten. Vooral het CDA zou meer van de eigen ideeën moeten
uitgaan. Men kan zien dat het niet werkt om samen te werken met een partij die
lijnrecht tegen de nobele christen-democratische principes ingaat. Hij heeft
respect voor Cohen. Het is moeilijk om na het burgermeesterschap weer partijman
te moeten zijn. Sta boven het spelletje dat Wilders probeert te spelen, zegt
Terlouw, maar ik heb Cohen niet anders zien doen tijdens de laatste
kamerdebatten. Als ik Terlouw zo hoor moet ik eraan denken hoe zeer we zo’n
beschaafde heer op het ogenblik missen op het politieke toneel.
Het is jammer dat de tijd zo snel voorbij is, ik had Terlouw
nog wel willen horen over zijn schrijverschap over zijn prachtige jeugdboeken
als Koning van
Katoren en Oorlogswinter.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten