Gezocht en begeerd
De documentaire begint met de arrestatie in 2009 van
Polanski in Zürich, waar hij de oeuvreprijs zou krijgen tijdens het
filmfestival. De VS vroeg om zijn uitlevering. Tijdens het huisarrest in Gstaad
nam vriend en producent Andrew Braunsberg een interview met hem af, waarbij
zijn leven wordt doorgelopen.
Polanski zegt dat hij rustig reageerde op zijn arrestatie,
minder heftig dan in 1977 toen hij aangehouden werd op verdenking van
verkrachting van de minderjarige Samantha Geimer. De tien weken in een zwaar
bewaakte gevangenis waren wel een bezoeking voor zijn vrouw Emanuelle Seigner
en zijn jonge kinderen. Zelf ervaart hij het huisarrest, dat erop volgde, als
een retraite.
Roman Polanski (1933) kende een tumultueus, om niet te
zeggen schokkend leven dat begon in Parijs, dat hij zich nog vaag herinnert.
Zijn vader had een platenzaak. Zijn ouders vertrokken vlak voor de oorlog naar
Krakau in Polen. Zijn halfzus was daar ook bij. Zijn vader ging naar Warschau.
Roman herinnert zich de bombardementen in de schuilkelder, het gebrek aan
voedsel, het eten van zure komkommers dat in The pianist (2002) wordt
getoond. Hij is ontroerd als hij vertelt dat hij met het staartstuk van een bom
speelde, toen hij opeens zijn vader naar hem zag kijken. Tijdens de bezetting
werden de joden in een getto gehuisvest. Zijn getalenteerde vriend Pawel werd
meegenomen naar een vernietigingskamp. Zijn zwangere moeder werd tijdens een
razzia weggevoerd. Zijn vader haalde vriendje Stefan in huis die helemaal
zonder ouders zat. Polanski maakte op school papieren zakken en demonstreert
dit aan Andrew. Nadat zijn vader was weggevoerd naar Mauthausen en Stefan
doodgeschoten stuurde de bevriende familie Wilk hem naar de Puteks. Hun zoon
Mitek was een gids. Samen bezochten ze matige films, tot Polanski naar familie
op het platteland werd gestuurd op een steenworp van Auschwitz. Tijdens het
bramen plukken werd hij beschoten door een Duitser en later zag hij de geallieerden
in formatie naar het oosten vliegen om de Duitsers te bombarderen. Terug in
Krakau maakte hij de bevrijding mee door de Russen, gevolgd door hongersnood.
Bij zijn oom ontmoette hij zijn sterk vermagerde vader en hoorde hij over de
dood van zijn moeder, die hem nog steeds zichtbaar pijn doet. Zijn vader
hertrouwde. Roman vond dit verraad. Hij correspondeerde met zijn zus die na
Auschwitz in Parijs was gaan wonen. Eens bezocht hij zijn vader in Gstaad. Die
luisterde naar O mein Papa,
dat de Duitsers draaiden terwijl ze de kinderen uit de barakken haalden.
Roman leerde lezen in de bioscoop. Hij wilde padvinder
worden. Zijn kunstenaarschap begon bij de radio. Hij bouwde er zelf een en werd
als 13-jarige uitgenodigd in de studio. Hij deed mee aan een kindershow samen
met Andrzej Wajda, was zeer creatief maar had niet de juiste culturele
achtergrond en werd afgewezen voor verschillende kunstopleidingen. Hij kon het
land niet uit omdat de grens met Duitsland streng bewaakt werd. Tijdens een
bezoek aan zijn vader hoorde hij dat Wajda hem uitnodigde voor een rol in zijn
debuut Een generatie (1954). Daarna ging hij naar de filmacademie. Hij
maakte daar de korte film Twee mannen en een kast (1958).
Mes in het water (1962) werd afgewezen door de
communistische censuur. Na een verblijf in Parijs bij zijn halfzus diende hij
de film opnieuw in. Ditmaal kwam hij door de censuur maar kreeg slechte
kritieken. Hij was gedeprimeerd in de paar jaar die hij met actrice Barbara
Lass doorbracht. Hij leerde scenarioschrijver Gérard Brach kennen in Parijs en
maakte, nadat Mes in het water doorbrak in het westen, samen met hem de
horrorfilm Repulsion (1965). Zelf had hij meer met Cul-de-Sac (1966).
Tijdens het maken van The Fearless Vampire Killers (1967) ontmoette hij
Sharon Tate. Ze werden meteen verliefd op elkaar. Tijdens het maken van Rosemary’s
baby (1968), samen met Andrew Braunsberg, werd de zwangere Tate in
Hollywood vermoord. Dit was de ergste tragedie die Polanski meemaakte. Hij werd
belasterd door de pers vanwege betrokkenheid en leefde in angst tijdens de
begrafenis.
In 1977 speelde de zaak met de dertienjarige Samantha
Geimer. Polanski bekende en moest voor straf van de rechter voor een
diagnostisch onderzoek naar de Chino gevangenis in Californië. Hij voelde zich
daar bedreigd door medegevangenen en kreeg een aparte ruimte. Hoewel het
onderzoek positief was, wilde de rechter dat Polanski het land verliet.
Polanski was de zaak beu en vertrok naar Parijs. Over zijn relatie met Natassja
Kinski geen woord, wel over de ontmoeting met Emanuelle Seigner die in Frantic
(1988) speelde en zijn vrouw werd met wie hij twee kinderen kreeg.
Aan het eind van het gesprek horen we dat Zwitserland
Polanski niet uitzette. Andrew kwam nog een keer terug in Gstaad. Samantha
Geimer pleitte voor Polanski en noemde de rechter corrupt. Polanski heeft er
spijt van dat hij haar leven op zijn kop heeft gezet. Ook zijn eigen gezin
lijdt eronder. Andrew haalt de regels If you can meet with Triumph and
Disaster/
And treat those two impostors just the same uit het gedicht If van Kipling aan, dat zeer van toepassing is op de kunstenaar Polanski die zich het meest gelukkig voelt op de set.
And treat those two impostors just the same uit het gedicht If van Kipling aan, dat zeer van toepassing is op de kunstenaar Polanski die zich het meest gelukkig voelt op de set.
Hier
de promo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten