Walen, talen en betalen
De journalist Christophe Deborsu (1965) gaat op zoek naar
het nieuwe Wallonië en begint in zijn geboortestad Namen, de hoofdstad van
Wallonië, waar hij zijn eerste drie levensjaren doorbracht. De tweedeling in
zijn land brengt hem erop de stadsbewoners te vragen naar moppen over
Vlamingen. Ze komen gemakkelijk uit de monden van passanten, hoewel er ook
lieden zijn die geen aanstoot willen geven. Dat heeft volgens Deborsu te maken
met de gespannen verhouding tussen Vlaanderen en Wallonië. De helft van de
Vlamingen stemde op een separatistische partij, een kwart van de Walen wil zich
als reactie daarop afscheiden.
Vroeger waren de Vlamingen boerenknechten en fabrieksarbeiders,
op wie werd neergezien. Zo verklaart de vader van Christophe de rancune,
terwijl ze met het gezin om de tafel zitten. Dat zweempje superioriteitsgevoel
hebben de Walen nog steeds zegt de man die ooit een winkel had. Vanaf 1965
waren ze het armere deel van België. Ze gingen niet meer skiën in het
buitenland maar naar Baraque de Fraiture, dat door de ondertitelingsdienst
vertaald wordt als naar de frietkraam gaan.
Het eindeloos subsidiëren van de staalindustrie haalde
weinig uit. In Beez is men, omdat de financiële transacties van Vlaanderen naar
Wallonië eindig zijn, bezig om cruiseschepen te bouwen. Negentig procent van de
arbeiders is georganiseerd in vakbonden, die veel voor hen doen. De onverdeelde
bonden houden het land bijeen. De christelijke vakbond is sterker dan de
socialistische en eerder bereid tot een dialoog met de werkgevers. In België
zijn de lonen geïndexeerd, dwz dat ze gekoppeld zijn aan de prijzen. Christophe
bezoekt een moderne restaurantketen die ingesteld is op een snelle hap en inspeelt
op het feit dat men tegenwoordig geen tijd meer heeft om lang te tafelen.
In Louvain-la-Neuve bezoekt hij een bedrijf dat
sportwedstrijden zonder bediening kan vastleggen op film. Handig bijvoorbeeld
voor een trainer. Basketball was altijd een favoriete sport van de Walen.
Christophe kan er niet zoveel van en is blij dat hij geen topsporter is
geworden.
Fiscaal specialist Michel Maus zegt dat België de grootste
zwarte economie van Europa heeft. Dit komt door de hoge belastingdruk die
anderzijds weer een sterke verzorgingsstaat tot gevolg had. De belasting op
arbeid is heel wat hoger dan die op vermogen. België heeft de grootste
spaartegoeden van Europa.
In het dertiende-eeuwse kasteel Corroy la Chateau woont nog
iemand van adel. Hij heeft zijn onverwarmde slot opengesteld voor het publiek.
In Brussel bezoekt Christophe het museum van Magritte. Hoewel hij in Charleroi
geboren, wordt hij een Belgisch surrealist genoemd.
In Neufchateau speelde zich het drama rond Dutroux af. Het
onderzoek duurde acht jaar omdat men veronderstelde dat er anderen bij
betrokken waren. De gepensioneerde Michel Bourlet was de procureur tijdens de
rechtszaak en zegt dat hij langer door had willen gaan met het onderzoek.
In de abdij van Orval, bekend van het trappistenbier, wonen
nog twaalf monniken. Wat betreft de bierproductie zitten ze aan het plafond.
Men kan daar ook in stilte dineren. Christophe voelde zich daarna weer helemaal
opgeladen.
In Beauraing is Maria verschenen aan vijf kinderen. De
katholieke Christophe ondervraagt de enige die nog in leven is. De vrouw vindt
het vervelend als er getwijfeld wordt aan haar waarneming.
Tenslotte bezoekt Christophe Torny, op de grens met
Frankrijk. Hijzelf is Franslievend, onder andere op literair- en muziekgebied,
maar hij vindt de Fransen ook arrogant. De Fransen stonden open om de Walen op
te nemen mocht de splitsing van België plaatsvinden, maar zover is het nog
niet. België is surrealistisch, dat is het leuke, zegt Christophe.
Christophe Deborsu schreef het boek Dag Vlaanderen, Hoe
Walen echt leven en denken (2011).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten