Welcome, reader! According to Antony Hegarty in this second decade of the new century our future is determined. What will it be? Stays all the same and do we sink away in the mud or is something new coming up? In this blog I try to follow new cultural developments.

Welkom, lezer! Volgens Antony Hegarty leven we in bijzondere tijden. In dit tweede decennium van de eenentwintigste eeuw worden de lijnen uitgezet naar de toekomst. Wat wordt het? Blijft alles zoals het is en zakken we langzaam weg in het moeras van zelfgenoegzaamheid of gloort er ergens iets nieuws aan de horizon? In dit blog volg ik de ontwikkelingen op de voet. Als u op de hoogte wilt blijven, kunt u zich ook aanmelden als volger. Schrijven is een avontuur en bloggen is dat zeker. Met vriendelijke groet, Rein Swart.

Laat ik zeggen dat literaire kritiek voor mij geen kritiek is, zolang zij geen kritiek is op het leven zelf. Rudy Cornets de Groot.

Do not go gentle into that good night, Old age should burn and rage at close of day; Rage, rage against the dying of the light. Dylan Thomas.

Het is juist de roman die laat zien dat het leven geen roman is. Bas Heijne.

In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes.



donderdag 1 februari 2018

Stefan de Walle over Dorst, Nooit Meer Slapen, 25 januari 2018


Een voorstelling maak je met de zaal

Acteur Stefan de Walle (Den Haag, 1965) is op bezoek bij het VPRO radioprogramma Nooit meer slapen vanwege twee films die op dit moment met hem in de bioscoop draaien, namelijk een verfilming van de roman boek Dorst van Esther Gerritsen en van Het leven is verrukkelijk van Remco Campert. De Walle is van huis uit een toneelspeler, die in 2014 te zien was in de voorstelling Op een mooie Pinksterdag en twee jaar later schitterde in De zender, naar de film Network van Sidney Lumet. Presentator Pieter van der Wielen praat met De Walle over zijn leven en komt nauwelijks meer toe aan Dorst.

Van der Wielen leest voor wat De Walle zo’n beetje doet allemaal, waaronder de rol van Sinterklaas die hij van Bram van der Vlugt heeft overgenomen, en concludeert dat hij een man is die nergens voor terugdeinst.
De Walle vertelt daarop over zijn jeugd in Twello. Zijn ouders waren beeldend kunstenaars en keerden de stadslucht de rug toe toen hij zeven jaar oud was. Ze kochten een bouwval die ze jarenlang bezig waren op te knappen en de kinderen hielpen daarbij. De Walle leerde op de dorpsschool vechten en had een avontuurlijke jeugd met een bos achter het huis.

Van der Wielen weet dat hij al vroeg wist dat hij wilde acteren.
De Walle antwoordt dat dit vanzelf ging. Thuis had hij daarvoor een goede basis. Spelen was zijn strategie om zich staande te houden in de wereld. Op school was hij verlegen maar hij bloeide op als er toneel gespeeld werd en op de Vrije School kreeg hij daar veel kansen voor. Zijn innerlijke behoefte om een ander na te doen was groot. Hij had aanvankelijk te weinig punten om naar de havo te gaan, maar slaagde er later toch in om naar de toneelschool in Arnhem te gaan. Hij genoot van de selectiecursus halverwege de jaren tachtig, maar moest door een dal tijdens de opleiding zelf, hetgeen een goede leerschool was voor het onzekere bestaan als acteur. Hij kreeg in 1989 meteen een vast contract van het RO Theater en in 2001 stapte hij over naar het Nationale Toneel.

Van der Wielen zegt dat hij een kameleon kan zijn, die verschiet van kleur naarmate de situatie zich wijzigt.
De Walle zegt dat hij een waterteken is en gevoelig voor zijn omgeving. In zijn werk met verschillende regisseurs komt hem dat goed van pas. Hij spreekt ook verschillende dialecten. Buiten zijn drukke werk, dat in goede banen geleid wordt door een agent, maakt hij lange wandelingen in de natuur, bezoekt hij graag een café en gaat hij veel om met zijn zoons.

Van der Wielen gaat in op zijn rol in de voorstelling Glenn Gould.
De Walle vertelt dat hij zelf stukjes piano speelde en dat het merendeel van de muziek geconstrueerd was op een pianola, maar dat veel toeschouwers dat niet wisten en hem hielden voor een zeer begaafd pianist. Gould lag hem wel omdat hij met zijn passie en plankenkoorts een gelaagd personage was. Op het toneel heeft hij een zelfde soort prestatie te leveren als Gould. Hij streeft een verbinding na met zijn personage waardoor die voor het publiek gaan leven. Omdat toneelspelen een levend iets is, vliegt het wel eens uit de bocht. Hij raakt wel eens in de war door een (gebrek aan) reactie van het publiek. Het kan een gevecht zijn om de aandacht te krijgen en het vuur aangestoken te krijgen en brandende te houden. Een voorstelling maak je met de zaal. Die wil ook zien dat je je opbrandt. Toneelspelen is geen trucje waarbij je een aantal ballen hoog houdt, zoals hij ook in Op een mooie Pinksterdag wilde laten zien, waarin een hardloper rouwt over de dood van zijn dochter.

Van der Wielen refereert aan de dood van een vriend door een hartstilstand.
De Walle vertelt dat die naast hem op de planken overleed en dat diens overlijden vooral later een grote impact op hem had. Hij is daardoor kwetsbaarder geworden, zoals hij ook in Op een mooie Pinksterdag laat zien. Het getsjilp van de vogels geeft de hardloper hoop op een nieuwe start. De film Dorst geregisseerd door Saskia Diesing, die eerder samen met Esther Gerritsen het scenario voor Nena (2014) schreef, noemt hij een wrange komedie, waarin hij een stuntelige man is die bedonderd wordt door vier vrouwen. Hij is er trots op dat hij erin mocht meespelen. 
  
Hier mijn bespreking van Op een mooie Pinksterdag, hier die van De zender, hier die van de roman boek Dorst. Hier de trailer van de film Dorst, hier mijn bespreking van Nena.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten