Schrijven is vooral wachten
Pieter van der Wielen, presentator
van het VPRO radioprogramma Nooit meer
slapen, spreekt met toneelschrijfster Lot Vekemans (1965) over haar nieuwe
productie Niemand wacht op je, waarin
drie vrouwen, gespeeld door José Kuijpers, in de aanloop naar de
gemeenteraadsverkiezingen, ingaan op de stand van de democratie, maar eerst
gaat het over vorig werk van Vekemans en de wijze waarop dat tot stand komt.
Van der Wielen vraagt naar het
grote succes van haar toneelstukken in het buitenland, waarbij Gif (2009), over een gescheiden echtpaar
dat elkaar ontmoet bij het graf van hun dochtertje, wel de koon spant.
Vekemans vertelt dat het een
sneeuwbaleffect is, begonnen in 2001 toen haar stuk Truckstop via het netwerk van de theaterorganisatie eerst naar
Engeland en vervolgens naar Duitsland ging.
Gif werd in 2013 in Berlijn opgevoerd en daarna volgden er alleen in
Duitsland al veertig verschillende versies van. Vekemans ziet dit werk als een
puber, die zijn eigen weg gaat en heeft geen behoefte heeft hem verder te
bemoederen. Ze ziet op trailers dat de decors vaak heel erg het zelfde zijn. In
voorstellingen met talen die ze niet verstaat, voelt ze altijd precies aan waar
men in het stuk is. In China speelde men eerst de Duitstalige versie met
boventiteling. Men was gewaarschuwd dat het publiek rumoerig kon zijn, maar,
net als in de Chinese uitvoering, was het publiek doodstil.
Van der Wielen brengt in dat zij
een universeel thema aan de orde stelt.
Vekemans zoomt zover op haar
onderwerp in dat de culturele verschillen verdwijnen. Ze komt bij het diep
menselijke dat ze in zichzelf kan voelen. Ze doet van tevoren onderzoek over
het onderwerp, maar stelt zich daarna vooral open voor wat een personage wil
zeggen. Schrijven is daarmee vooral wachten. Ze put niet uit eigen ervaringen,
al heeft ze het verlies van een kind wel in haar familie meegemaakt en kent ze dus
de impact ervan. Ze schrijft vooral over zaken die ze zelf moeilijk vindt om te
begrijpen, zoals de vraag waarom de een zo’n verlies verwerkt en een ander
niet. Schrijven helpt om haar eigen machteloosheid te verminderen en angst te
bezweren. Ze vergroot daarmee ook het begrip van de toeschouwer, die ziet dat
er geen goede of slechte manier is om met rouw om te gaan. Tegelijk voegt ze
humor toe omdat het niet de bedoeling is dat men gedeprimeerd de zaal verlaat
en zij dat ook zelf nodig heeft.
Van der Wielen vraagt naar haar gezin
in Brabant.
Vekemans vertelt over haar vader
die in de farmaceutische industrie werkte, haar kunstminnende moeder en de vier
kinderen die snel op elkaar geboren werden en elkaar verbaal vliegen probeerden
af te vangen. Ze was als derde kind vooral beschouwend. Ze hoorde al snel dat
iemand iets anders hoorde dan de spreker bedoelde. Vanwege haar oogafwijking
werd ze weerbaar, omdat ze van haar moeder van zich af mocht slaan en alleen in
het ziekenhuis werd ze zelfredzaam. Ze wist niet wat ze na het gymnasium zou
gaan studeren, liep alle open dagen af en koos tenslotte voor de sociale
geografie vanwege nieuwsgierigheid naar de wereld. Na het eerste jaar vertrok
ze voor acht maanden naar Zuid Amerika en besefte daar dat wij in het Westen
geen enkel benul hebben dat onze rijkdom voortkomt uit armoede elders.
Van der Wielen merkt op dat de
maatschappij in haar werk niet voorkomt, al is Niemand wacht op je een buitenbeentje.
Vekemans beaamt dat ze in haar
werk meer geïnteresseerd is in de mens, maar dat men er ook metaforen in ziet,
zoals een aanklacht tegen de kapitalisering in Truckstop en de verhouding tussen wit en zwart in Zuid Afrika in Gif. Ze schreef altijd al toneelstukjes
en korte verhalen, speelde toneel en dat kwam bij elkaar in een opleiding toneelschrijven
van de Schrijversvakschool. Niemand wacht
op je begon als een project van Madeleine Matzer, waarin zij haar
desinteresse en ongeloof in de politiek kon onderzoeken. Ze zegt dat het
probleem vaak niet opgelost wordt op het niveau waarop het zich voordoet en
daarom zoomde ze uit naar het grotere idee over democratie aan de hand van
ideeën van onder andere Hannah Arendt, Zygmunt Bauman, David van Reybrouck en
Rutger Bregtman. Ze wil de mens achter de politicus zien en gelooft dat veel
politici beginnen met goede bedoelingen. Het geharrewar in Den Haag staat los
van het feit dat men zelf iets kan doen voor de maatschappij. Werkster Jantje
(zie foto van Ben van Duin) ruimt in de voorstelling het afval op dat anderen achterlaten. Daarmee laat ze
zien dat actie belangrijker is dan een mening.
Van der Wielen zegt dat politici
tegenwoordig doodsbang zijn voor de burger.
Vekemans zegt dat ze bij het
minste of geringste worden afgemaakt en vindt dat we het erover moeten hebben
wat voor soort politiek bestel we willen. Tijdens nagesprekken na afloop van de
voorstelling gaat het publiek op een hartverwarmende manier met elkaar in
gesprek. Hoewel ze zelf een liefhebber is van een donkere zaal, waarin men het
gebodene rustig tot zich kan nemen, ziet ze ook wel toekomst in het theater als
plek om met elkaar over inhoudelijke zaken van gedachten te wisselen.
Hier de trailer van Niemand wacht op je.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten