Poëtische weergave van de totstandkoming van het begin van een roman
Documentairemaakster Ditteke Mensink maakte de laatste jaren
boeiende programma’s, waaronder De confrontatie
(2015). Daarin gaat ze op een postacademische kunstopleiding op zoek naar de
vraag wat kunst is. In De claim (2016)
overneemt ze een zoektocht naar het fenomeen roofkunst. In Thomas Verbogt – ik begon te schrijven toen ik drie was blijft ze
bij de kunst, maar dan van één persoon in het bijzonder en wel op een manier
die, met alle animaties en gefilmde scènes, als zeer kunstzinnig mag worden
aangemerkt. Daarmee probeert ze inzicht te krijgen in hetgeen zich in het hoofd
van schrijver Thomas Verbogt (1952) afspeelt tijdens het bedenken van de
hoofdpersoon Thomas in zijn nieuwe roman Hoe
alles moest beginnen.
In het boek is een aangrijpende jeugdervaring het
uitgangspunt. Verbogt werd op driejarige leeftijd vier weken in het ziekenhuis opgenomen
vanwege een hersenvliesontsteking en nekkramp. Hij herinnert zich vage beelden
van zijn moeder die hem uit bed haalde terwijl hij zijn hals niet kon bewegen
en zijn voeten niet voelde. Eenmaal weer thuis moest hij volledige rust houden
en keek hij naar het opkomende winterlicht dat hem vervulde met kracht. Hij was
echter anders dan de andere jongens vanwege de geheime wereld die hij bedacht
had en waarin hij zich veilig voelde.
De documentaire begint met een typemachine waarop Verbogt
schrijft. Al vanaf zijn derde zoals hij zelf zegt. De eenzaamheid maakte dat
hij alleen schrijver wilde zijn en een verhaal moest verzinnen om de paniek
voor te blijven. Zijn gedachten zette hij om in mooie en minder mooie verhalen
en daardoor kon hij overleven. Zijn vader kende de inhoud van zijn boeken maar
ze spraken daar verder nooit over. Achteraf neemt hij het zichzelf kwalijk dat
hij de inhoud voor zichzelf hield.
Hij droomde over een grote groene glazen bak waarin hij lag
en zich akelig voelde. Dit wordt aan de hand van een animatie voorgesteld als
een bedreiging door vuur en een akelige zwarte vogel. Dat staat symbool voor
een gevoel van verlatenheid en nergens naar toe kunnen. Eenmaal op de lagere
school blijft de angst dat zijn moeder hem zal verlaten. Hij groeit op met
eenzaamheid en schrijven is een manier om grip te krijgen op de werkelijkheid.
Hij lukt nauwelijks zijn gevoelens op een directe manier onder woorden te
brengen. Ook het contact met meisjes verloopt moeizaam. Zijn falen wordt
verzacht door er een gedicht over te schrijven. Hij herkent het potsierlijke van
zichzelf als hij zijn vader op vakantie ziet dansen. De man was vaak geërgerd
en dat maakte zijn onzekerheid alleen maar groter. Hij herinnert zich nog dat
zijn vader tijdens het eten het jongste kind een klap gaf en dat hij, de
oudste, boos van tafel opstond, maar zelf ook geslagen werd. Hij zegt dat zijn
vader hem nooit gekend heeft en dat hij nooit afscheid van hem heeft kunnen nemen,
hoewel zijn vader zijn boeken, vooral de laatsten, wel kon waarderen.
Op het eind zien we de schrijver samen met het kind dat ik
de gefilmde scènes te zien. Een verzoening blijkt toch nog mogelijk.
Hier
mijn bespreking van De confrontatie,
hier die van De claim.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten